Aragorn schreef:elbert schreef:De verloren zoon besluit inderdaad zelf om weer naar zijn vader te gaan. Dit doet hij echter pas nadat hij tot zichzelf is gekomen tussen de varkens en bij zichzelf overdenkt wat voor een rommeltje hij er zelf van heeft gemaakt en hoe goed het vroeger bij vader thuis was. Uiteindelijk is het dus toch de liefde van zijn vader die hem ertoe overhaalt om weer de weg naar huis in te (durven!) slaan. Als hij geen liefhebbende vader had gehad, had hij denk ik niet meer terug durven gaan.
Maar het was dus niet die vader die zijn wil veranderde oid. Door de omstandigheden kwam hij zelf tot zichzelf en maakt de beweging terug naar z´n vader. Idd is het ook de liefde vd vader die hem ertoe doet bewegen weer terug te gaan, maar dat heeft reform ook niet ontkent.

Nou, ik denk dat je ook goed naar het verband van deze gelijkenis moet kijken. Lukas 15 begint namelijk zo:
1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.
2 En de Farizeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.
3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:
De Farizeeen en de Schriftgeleerden zijn nl. verontwaardigd dat Jezus zich met zulke zondaars inlaat. Jezus vertelt daarop 3 bijna identieke gelijkenissen: die van het verloren schaap, de verloren penning en de verloren zoon. In elk van die gelijkenissen gaat het om Zijn reden om zich met deze mensen in te laten. Elke gelijkenis belicht een ander accent en toch vertellen ze het zelfde: Gods opzoekende liefde voor zondaren. In de gelijkenis van het verloren schaap en de verloren penning komt inderdaad sterker naar voren dat de herder en de huisvrouw degenen zijn die zoeken en vinden (dus God/Jezus), maar toch kun je denk ik de lijn wel doortrekken naar de gelijkenis van de verloren zoon. Het is daarbij minder zichtbaar dat het de vader is die zijn zoon weer op het rechte pad brengt, maar toch ook wel weer aanwijsbaar (de liefde van de vader, hij staat uit te kijken naar zijn zoon). Het punt aan het eind van de gelijkenis van de verloren zoon is trouwens ook opvallend: die is nl. weer gericht tot de Farizeeen: stellen zij zich nu niet op als de oudste zoon?
Kortom: in de gelijkenis van het verloren schaap en van de verloren penning ligt alle aandacht op wat God doet, nl. zoeken en vinden en in de gelijkenis van de verloren zoon ligt de aandacht vooral op wat er bij ons mensen dan gebeurt, nl. inkeer, omkeer en terugkeer, dus bekering.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)