Collateral schreef:elbert schreef:Collateral schreef:Waarheen dan? Naar God: 1 Kor. 15:28: "En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen zijn, dan zal ook de Zoon Zelf onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen heeft, opdat God zij alles in allen."
De vraag is nu natuurlijk wie er met die allen bedoeld worden. Zijn dat alle mensen die ooit geleefd hebben? Of zijn dat allen die van Christus zijn (vers 23)? Uit het verband blijkt dat het om de laatste "allen" gaat. Wanneer alle vijanden van God als voetbank voor Zijn voeten gemaakt zijn, dan zal het einde zijn (vs. 25, een aanhaling van Ps. 110:1). Als deze vijanden van God te niet gedaan zijn (in het Grieks katargeo=vernietiging), waaronder de dood (zie vers 26), dan zijn de "allen" die overgebleven zijn degenen waarvoor geldt dat God alles in allen zal zijn.
Oei Elbert, nu bega je een fout die juist jij niet zou moeten maken.Je kunt 'katargeo' namelijk niet zonder meer gelijk stellen aan 'vernietiging'. Het is niet voor niets vertaald met 'te niet doen', wat al een veel neutralere lading heeft. Mijn voorkeur gaat uit naar iets als 'krachteloos maken'. Waarom?
Oke, misschien is vernietigen iets te sterk hier, maar krachteloos maken vind ik weer te zwak.
Krachteloos is asthenes in het Grieks
a - zonder
shtenoo - kracht
Dus astenes is: zonder kracht, krachteloos. Dit woord komt bijv. voor in Rom. 5:6 en Rom. 8:3.
Maar dat staat hier niet. Hier staat katargeo.
Katargeo is een sterker woord dan astheneo. Het heeft naast de notie van het verminderen van kracht ook de notie van het tot niets reduceren. Daarom is het terecht met te niet doen vertaald.
Collateral schreef:In vers 25 zien we dat Jezus al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd zal hebben. Het verband met vers 26 leert ons, dat 'onder zijn voeten gelegd hebben' gelijk staat aan 'te niet gedaan hebben' ('katargeo').
Correct.
Collateral schreef:In vers 27 staat dat alle dingen (uitgenomen God Zelf) onder zijn voeten onderworpen zullen zijn. Wanneer je over vernietiging wil spreken kom je dus in de knoei.
De "alle dingen" die in vers 27 worden genoemd zijn niet dezelfde als "alle vijanden" die in de verzen 25 en 26 worden vermeld. Alle betekent in vers 27 ook echt alle, terwijl het alle in vers 25 en 26 beperkt is tot de vijanden. Wie in het huidige leven een vriend van God geworden is, zal wel onderworpen zijn (hupotasso), maar heeft niet te maken met de katargeo die in vers 26 genoemd wordt. Want Paulus heeft het in dit bijbelgedeelte tegen zijn medegelovigen in Korinthe. En hij beschouwt ze niet als vijanden van God, maar als vrienden van God.
Er is dus onderscheid tussen de vijanden van God en de gelovigen. En dat heeft ook consequenties voor de uitdrukking dat God alles is en in allen.
Dat betekent allereerst, dat alles onderworpen is aan God en wel op een definitieve manier.
In de tweede plaats geldt voor de gelovigen dat ze alle goedheid van God zullen ervaren, zoals beschreven in Openbaringen 21:2-7.
Maar voor de verworpenen (de vijanden van God) betekent het iets heel anders, zij zijn buitengeworpen uit de stad van God en hebben te maken met Zijn toorn: Openbaringen 21:8. In elk geval krijgen zij dezelfde behandeling als de eerste dood: Openb. 20:14-15, Openb. 21:8.
Collateral schreef:Ook uit andere bijbelteksten is af te leiden dat 'krachteloos maken' dus de voorkeur heeft. Alles en iedereen zal dus onderworpen zijn aan God (onder Zijn voeten) en God zal alles worden in allen. Ook voormalige zondaren, want ook die zijn van Christus.
In zoverre ze van Christus zijn door een waar geloof, ja. Anders blijft voor hen de tenietdoening over. Want Paulus begint zijn betoog over de opstanding niet voor niets met een voorwaarde (1 Kor. 15:2). Hij heeft het verder over het in Christus ontslapen zijn (vs. 18 ), anders is er geen toekomst.
Want de profeet Daniel heeft al gezien dat er een tweeerlei opstanding is:
Dan. 12:2 En velen van die, die in het stof der aarde slapen, zullen ontwaken, dezen ten eeuwigen leven, en genen tot versmaadheden, en tot eeuwige afgrijzing.
Dus de opstanding, waar Paulus het hier uitvoerig over heeft in 1 Kor. 15: heeft twee mogelijke bestemmingen.
En Paulus refereert hier wellicht aan als hij in z'n tweede brief aan de Korinthiers verder gaat over de opstanding:
2 Kor. 2:15 Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus, in degenen, die zalig worden, en in degenen, die verloren gaan;
16 Dezen wel een reuk des doods ten dode; maar genen een reuk des levens ten leven.
Collateral schreef:Dat God Zich met alles en iedereen zal verzoenen lezen we ook in Kolossensen 1:16-20:
16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
17 En Hij is voor alle dingen, en alle dingen bestaan te zamen door Hem;
18 En Hij is het Hoofd des lichaams, namelijk der Gemeente, Hij, Die het Begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in allen de Eerste zou zijn.
19 Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou;
20 En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
De alle dingen in vers 20 zijn beperkt tot de Gemeente. En die Gemeente is zowel op de aarde als in de hemel. Dus niet alles en iedereen, maar alles en iedereen die tot die Gemeente behoort is verzoend. En alleen degenen die aan Christus verbonden zijn middels een waar geloof, behoren tot de gemeente.