Berichtdoor Baltimore » 02 mar 2005 14:36
Laten we eens kijken, in hoeverre wij "staande"zouden kunnen blijven als de tijd daar is dat het ons duidelijk zal zijn, dat we moeten lijden en de kans heel erg groot wordt, dat we alles moeten opgeven, als de Wereldleider ons zal opdragen ons huis te verlaten en have en goed achter ons te laten, omdat we ongeschikt zijn om het grote Babylon en Zijn Leiders alle eer te moeten geven, boven Onze Schepper en Heiland.
Het staat ons nog steeds vrij om het Schriftwoord te overdenken en te bestuderen, zoals uit dit topic zo duidelijk blijkt. Maar beste vrienden, hoe zouden wij reageren als wij onder dezelfde omstandigheden zouden gaan handelen of oordelen. Uit welk perspectief kijkt nu Jezus aan tegen het "verraad" dat Judas heeft gedaan aan het Heil van Jezus.
Want het Schriftwoord wijst ons onverbiddelijk op datgene wat ons allemaal kan overkomen en wat dan met het voorbeeld dat Judas aa ons aat zien in zijn "verraad".
2 Petrus 2:20-22
20 Want indien zij, nadat zij door de kennis van den Heere en Zaligmaker Jezus Christus, de besmettingen der wereld ontvloden zijn, en in dezelve wederom ingewikkeld zijnde, [van] [dezelve] overwonnen worden, zo is hun het laatste erger geworden dan het eerste.
21 Want het ware hun beter, dat zij den weg der gerechtigheid niet gekend hadden, dan dat zij, [dien] gekend hebbende, [weder] afkeren van het heilige gebod, dat hun overgegeven was.
Zo zien we dus dat de Heiland ons er op wijst dat we wellicht met de gebreken en verondestellinhgen van Judas een punt hebben om uit te vinden waarom en hoe Judas zijn plannen uitvoerde en de gevolgen moest dragen, maar beter is om eens na te gaan, op welk punt wij zouden kunnen struikelen, om vervolgens niet meer terug te kunnen keren naar de relatie die we met de Heiland, voordien onderhielden.
Want in 2 Petrus wordt duidelijk omschreven wat er van de mensen is geworden of kan worden, die eerst alsmaar aangaven Jezus trouw na te volgen.
Als het nu voor Judas ook beter zou zijn geweest dat hij het EVangelie alsook de Gerechtigheid niet zou hebben gekend, is dat dan voor ons ook zo! Ik denk van wel.Vanuit die achtergrond, beste broeders en zusters moeten we denk ik -ook- Judas beoordelen.
Jezus had namelijk een grote bewondering voor Judas en deze had een grote indruk gemaakt op de Heiland, die hin altijd zo trouw had nagevolgd.
Judas, de zoon van de "man van Kariot " of te wel Ischkariot duidt er op de plaats (stad) waar Judas oorspronkelijk van daan kwam. Judas nu was zeer getroffen door Jezus, omdat Hij immers "de De Weg, de Waarheid en het Leven "was, in elk opzicht in elke handeling of uitspraak, die de Heiland deed of was.
Dat Judas eerst wel degelijk tot berouw en inzicht kwam kunnen we opmaken van wat in Matheus 27:3-5 staat:
1 Des morgens nu hielden al de Hogepriesters en de Oudsten des volks raad over Jezus, om hem te doden.
2 En zij bonden hem, leidden hem heen, en leverden hem over aan den landvoogd Pontius Pilatus.
3 Toen Judas, die hem verraden had, zag, dat hij ter dood veroordeeld was, berouwde het hem, en hij bracht de dertig zilverlingen aan de Hogepriesters en de Oudsten weder,
4 zeggende: Ik heb gezondigd, dat ik onschuldig bloed verraden heb. Maar zij zeiden: Wat gaat ons dat aan? Zie gij toe!
Dat dat berouw wel degelijk oprecht was, mag tevens blijken uit het feit dat de Hogepriesters noch de Oudsten enig begrip voor Judas uitspraak konden opbrengen. Voor hen was Judas gewoon even de aangereikte persoon geweest, die door de Satan de Duivel was misleid.
Dat Judas dus niet een "verrader"was die er beslist alleen en doelbewust er op uit was om de Heiland te verraden, mag dan wel zeer duidelijk blijken uit deze enkele verzen in 2 Petrus. En al zijn onze zonden nog zo zwaar, er is altijd een weg tot berouw en bekering. Behalve voor hen die vasthouden aan het -blijvend- schenden van de Heilige Geest. Hiervoor bestaat geen vergeving.
Nu is het ook zo dat niemand, die zich in de nabijheid van Jezus bevond, lange tijd de zonde lief kon hebben, zonder dat de Heiland het ontdekte. Ook de Heiland hoopte dat zelfs zijn trouwe dienaren, van gedachten zoudenb veranderen. Maar Jezus kan niets voor ons doen, door de Heilige Geest als wij zelf niet willen veranderen naar Zijn beeld
. Ook Judas heeft enige tijd gedacht dat hij wel overgeslagen zou worden bij de voetwassing en het oordeel over zijn werk (voor de Heer). De voetwassing is immers dé handeling die ons bepaald bij het Avondmaal in de oprechtheid van ons geloof en relatie naar onze medemens. Vandaar dat de voetwassing een wezelijk onderdeel is van het Heilige Avondmaal behoort te zijn, in het voorbeeld van Jezus persoonlijk.Maar Jezus antwoord Judas heel direct aan het hart als Hij, aan Judas mededeeld:
Wat gij doet, doe het haastelijk
Terwijl dus Jezus -nog- aan Judas het Avondmaal bedient, spoed deze zich, direct daarna, de nacht in en verdwijnt in de duisternis.
De zonde was een gewoonte geworen van Judas. Zijn eerste stappen in de richting van de Satan zullen gemakkelijker zijn geweest, dan de eerste schreden met Chistus. En juist dat zondige karakter dat Judas, heimelijk had ontwikkeld, kostte hem zijn leven.
Hoe graag zou Jezus. de eens zo trouwe en geliefde navolger van Hem willen redden en bevrijden. Judas heeft dat zeker gedacht. Immers deze had een zo diepe bewondering voor de daadkracht en trouwe navolging van de Hemels wet, dat Judas wel dacht zonder meer vergeven te worden.
Het enig wat in die nmogelijkheid ontbrak, was de wilskracht van Judas zelf. Sommige onder ons gaan niet verloren omdat zij niet kunnen, maar omdat zij niet willen. Velen houden vast aan een werelds beeld van verlossing en blijven (net als Judas) verstrikt in een wereldse wet, menen Jezus na te volgen. Velen onder ons loochenen deze wereld, in plaats van vooruit te zien. Zij kijken voortdurend achterom. En dat is waartoe Satan judas verlokte. Listig en door macht en bezit van een tijdelijke, nietszeggende rijkdom, werd Judas van ee trouw en oprechte volgeling, een bedrieger en verrader. Toch had Jezue hem nog steeds lief. Maar Judas begreep uiteindelijk de heilskracht van Jezus'voorbeeld niet.
Vergeving lag op de lippen van de Heiland, zoals Hij ons allemaal wil vergeven, maar als in ons hart net zoals dat van Judas, oprecht berouw kan ontbreken, dan kan Jezus geen vergeving -meer- schenken.
Judas nu raakte geestelijk zo verstrikt in zijn vreselijke daad, dat hij zich aan een boomtak verhing. Doordat de boomtak brak, viel Judas' lichaam in een diepte en "barstte open". Lucas die ook medicijnmeester was beschrijft het voorval wat nauwkeuriger.
Van het "bloedgeld" dat Judas in een wanhoopsdaad had weggesmeeten werd een graf gekocht opeen akker die voor overleden "vreemdelingen" bdoeld was. Daarom het die akker, tot op de dag van vandag: Akeldama of te wel Bloedakker.
Als nu Judas begraven is, wat dan leert het ons nu verder dat hij op een bepaalde wijze is gestorven. Hij heeft zichzelf van het leven beroofd en dat moet naar mijn idee voldoende zijn om waakzaam te zijn en oprecht proberen te blijven in de relatie met onze Heiland en Verlosser.