alex leusink schreef:in de doop kom je, zoals men dat pleegt te zeggen, te staan in de uitwendige vorm van het genadeverbond, je staat dus in een bijzondere plaats voor de Heere. Op die plaats roept God je toe: wend u naar Mij toe, en wordt behouden! Wanneer die bekering dan plaatsheeft, dan sta je in de inwendige vorm van het genadeverbond.
Waar vind ik dat in de Bijbel?
De enige voorwaarde voor de doop die mij bekend is, is het volgende: geloof.
De Ethiopiër vroeg aan Filippus: ''Heeft Jesaja het hier over zichzelf of over iemand anders?'' Filippus antwoorde dat Jesaja over de Christus prak. Hij vertelde hem dat Jezus de Christus is, waarbij hij uitging van wat zij zojuist hadden gelezen.
Op een gegeven ogenblik reden zij langs een water. "Kijk'', zei de Ethiopiër, ''daar is water. Wat is erop tegen mij te dopen?''
Filippus antwoordde: ''Als u met uw hele hart in Jezus gelooft, is er niets op tegen.'' Hij zei daarop: ''Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.''
Handelingen 8:34-38, Het Boek
(helaas geen andere vertaling bij de hand).
In Deuteronomium 6:5 lezen we: "Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht". Jezus haalt dit woord van Mozes aan (Mattheüs 22:37): "Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand".
Ik kan geloven en dopen echt niet los van elkaar zien. Wat kan bijvoorbeeld een reden zijn voor een gelovige om zich niet te laten dopen? Dopen lijkt me geen voorwaarde, maar een
gevolg van geloof.
EQ.