Beste Klaas
Klaas schreef:Nakdimon haalde een aantal een aantal teksten aan waaruit blijkt dat Paulus de wet erg hoog acht. Ik denk zeker dat dat zo is, maar met hetzelfde gemak kun je even veel teksten geven waarin Paulus het letterlijk houden van de geboden juist weerspreekt. Denk b.v. aan dat wat hij zegt over de besnijdenis in Galaten (Geen wonder dat ze in Jeruzalem een beetje zenuwachtig werden ;-)). Blijkbaar kunnen het hoog achten van de wet en tegelijkertijd je niet laten besnijden samengaan. Hoe leg je dat uit?
Klaas
Hand.15 en 21 zijn bindend. De niet Joden zijn niet verplicht van alles te houden behalve de 4 genoemde onderwerpen in al hun variaties, terwijl de J'hoediem alles hielden en dit bleven doen. Er is verschil tussen de inzettingen der ouden - de overlevering der vaderen - de tora al pee (de mondelinge wet). Deze moet men toetsen maar zijn dus niet altijd bindend, zeker niet als de Torath Mosje erdoor teniet gedaan wordt.
De samenvatting van de Torah is de liefde: Voor G-d, voor de broers en zussen, de naasten, de mensen, de dieren. Uiteindelijk zijn alle andere soorten van liefde naast die voor G-d uiteindelijk gestoeld op de liefde voor G-d, want wie het schepsel smaad, smaad diens Maker.
Sjaoel (Paulos) hield zelf ook ernstigde Torah en week daar nooit van af. De niet Joden leerde hij dat niet aan ook te doen. Dit brengt vaak verwarring bij mensen die niet door hebben welke groep hij benadert. Paulus zegt ook dit over de wet:
"Alzo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig, en rechtvaardig, en goed" (Rom.7:12) en "Want wij weten,
dat de wet geestelijk is" (idem. id.:14).
Nogmaals, men beschrijft in Handelingen 15 en 21 tot drie maal toe dat de niet-Joden dit alles niet behoeven te houden, zo'n beetje conform de zogenaamde Noachidische geboden uit Talmoed. Maar van de Joden die geloven in Jesjoea als Masjiach wordt verwacht dat zij wel alles onderhielden, zie Hand 21:20-25. Paulus zegt dan ook: "Want de besnijdenis is wel nuttig, indien gij de wet doet" (Rom.2:25), WEL NUTTIG staat hier (let wel, Paulus richt zich hier tot de joden in de gemeente te Rome; en even verderop:
"Welk is dan het voordeel van de Jood? Of welk is de nuttigheid der besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de Woorden G-ds zijn toebetrouwd" (Rom.3:1,2).
Kom me dan bijvoorbeeld niet aanzetten met de Galaten brief; spreekt Paulus zichzelf tegen? Nee! De Galaten brief is aan het adres van niet Joden gericht, en gaat erover dat behoudt niet door goede daden kan zijn,
maar alleen door verzoening door het genadig offer. Paulus maakt scheiding tussen de weg die de Jood zou moeten gaan t.a.v. de niet Jood wat betreft de wet, niet wat betreft de genade (conform het besluit in Jeroesjalajiem, Hand.15). Van de besnedenen zegt hij dat die verplicht zijn de gehele wet op zich te nemen (Gal.5:3), zijn Joden dan geen besnedenen? En is een van de geboden dan niet je zoon op achtste dag te besnijden met als gevolg dat ook hij die plicht van onderhouden van de geboden heeft?
Sam