gml schreef:@gravo, je verwoordt het helder, vind ik.
Maar wat ik wel me weleens afvroeg, is het feit hoe betrouwbaar de nieuwe handschriften zijn, die na de Textus Receptus gevonden zijn. Velen binnen de gereformeerde gezindte zeggen namelijk dat de nieuw gevonden handschriften afkomstig zijn uit streken waar dwalingen, ketterijen, afwijkende meningen waren. En dat daarom die handschriften niet beter zijn en dus ook niet de tekst zoals Nestle-Aland die weergeeft. Nestle-Aland baseert zich voor het merendeel op de Alexandrijnse handschriften. Maar die handschriften zouden dus corrupt zijn. Westcott en Hort, die de voorlopers zijn van Nestle en Aland, zouden ketters zijn. De TR, die zich baseert op Byzantijnse manuscripten, zou derhalve beter zijn. Klopt deze argumentatie?
Ik denk dat het een bepaalde vooronderstelling is die velen binnen de geref. gezindte hebben. Een tekst als het Comma Johanneum die wel in de TR voorkomt is natuurlijk gewoon een latere toevoeging, dat is (wetenschappelijk) aangetoond. Maar er zijn er binnen de behoudende kerken die dit tegenspreken en dat het geen toevoeging zou zijn. Vaak ook aangevuurd door mensen die denken dat een vertaling als de Statenvertaling onaantastbaar is, vermoed ik.
gml,
De studie van nieuwtestamentische teksten is buitengewoon lastig en ingewikkeld, juist omdat er zoveel meer teksten beschikbaar zijn gekomen, die ouder zijn dan de zgn. Byzantijnse geschriften waarop de
Textus Receptus voor een groot deel is gebaseerd. Als universitair geschoold theoloog weet ik wel iets van deze materie, ook omdat mijn afstudeerscriptie over een 2e eeuws onderwerp ging dat veel tekststudie bevatte, maar de echte vakkennis en finesses van de tekstkritische bestudering ontgaan mij ook.
Een belangrijke stelregel bij de bestudering van teksten is dat een tekst in de schriftelijke overlevering vaak wel langer, maar zelden korter wordt gemaakt. Een korte brontekst (met toevoegingen in de loop der tijd) is altijd aannemelijker dan een zeer uitgebreide brontekst, waar dingen uit geschrapt zouden zijn. je moet dus in sommige gevallen, als er wel 20 uitgebreide teksten liggen, misschien toch de voorkeur geven aan die ene kortere tekst. Die zou wel eens ouder kun zijn en dichter op het origineel. Kwaliteit gaat dan dus boven kwantiteit. De achtergrond van deze regel is ook, dat religieuzen bijna nooit iets willen schrappen, dat ze kennen.
Er is een bepaalde gewenning, liefde, voorkeur, herkenning en verknochtheid aan bestaande teksten gegroeid. Maar dat kan in de tekstkritische studie dus juist een tegen-argument zijn. De tekst wordt dan beoordeeld op de mate waarin ik, de kerk, of de gelovige, het eens is met de inhoud.
Maar als die inhoud bijvoorbeeld uit de 5e eeuw blijkt te stammen (veel teksten van de Textus Receptus zijn van later datum) dan zal er toch grote moeite ontstaan bij gelovigen, wanneer een oudere tekst, bijvoorbeeld uit de 3e of 4e eeuw wordt gevonden, die een kortere, minder uitgebreide inhoud heeft. Men wil dan niet meer van het 'aloude' geloofsgoed af, terwijl er toch nog ouder geloofsgoed wordt ontdekt. Helemaal bont wordt het natuurlijk, wanneer die onvrede leidt tot verdachtmakingen van die oudere tekst ("het komt uit ketterse tijden"). Dan wordt de verknochtheid aan eigen overtuiging een vrij dom obstakel die de feiten, die ook in de bijbelwetenschap gewoon tellen, ontkent.
Helaas is het in de gereformeerde gezindte ook zo dat vastomlijnde gezichtspunten zo heilig en goddelijk worden gemaakt (de Statenvertaling lijkt bijvoorbeeld wel via Erasmus, Luther en Dordrecht direct uit de hemel te zijn afgedaald) dat geen enkel argument, wetenschappelijk aantoonbaar, logisch of voor de hand liggend, dit idee kan doorbreken. De visie is onderdeel van de belijdenis geworden, daarmee onaantastbaar, onveranderlijk en vast. Op zo'n moment botsen de realiteit, ook de wetenschappelijke gegevens echt met geloofsgoed.
De fout is denk ik, dat er dan teveel aan de christelijke belijdenis wordt toegevoegd. De 12 artikelen worden niet alleen uitgebreid met 3 formulieren, dat ik nog kan voorstellen en billijken, maar ook allerlei materiele zaken, waarover het denken nooit stil zal komen te staan (o.a. zoeken en onderzoeken van oude en nieuwe bijbelse teksten) worden dan deel van die belijdenis. Dat kan even, maar niet al te lang. De ontwikkelingen gaan gewoon door, de inzichten verdiepen en verbreden zich en als je die niet wilt zien of horen , dan blijf je op den duur zitten met volstrekt achterhaald wetenschappelijke opvattingen. Komt erg dom en stug over. Lees "Textus Receptus" op Wikipedia Nederlands.
gravo