Lot's dochters / Tamar

[schaapje]

Absoluut niet.

Integendeel.

van Abraham zeggen we toch ook niet dat hij een slecht mens was omdat hij bereid was zijn zoon Isac te offeren?
Lot wilde de engelen beschermen, en had daar op dat moment niets anders voor om aan te bieden dan zijn dochters.
Er was toen nog geen emancipatie, een vrouw had weinig in te brengen

Ja hier geef je dus een menselijk en zondige verklaring voor het gedrag en de keuze van Lot.
Wel een foute keus, had Lot geen vertrouwen in God? Dat is wat we ons ook kunnen afvragen.
En hier zien we ook dat ze zo gewent waren aan het gedrag van al die zondaren om hun heen,
dat dit de keuze werd, je eigen dochters geven, later zien we de dochters hetzelfde doen, door bij hun vader te gaan liggen om een kind te krijgen.
Ik zie een besmetting van de omgeving waarin ze leefden, ze hadden zoveel gruwelen gezien, dat wat zij deden er bij verbleekte.

Wat een genadig God hebben wij dat Hij dit alles heeft verdragen, Hij had een plan en door alles heen
volbrengt Hij dat plan.

[Samanthi]

Boer: er was toen geen wet. Het was wel degelijk heel verkeerd, als de zwangerschap niet van Juda geweest was was ze gestenigd, er was geen wet... dat betekende niet dat alles mocht en kon.
De zonden werd zonden genoemd. Ook Jacob zondigde toen hij zijn eigen vader bedroog, Juda zondigde dat hij (naar hij dacht) naar een hoer ging en ook tamar maakte zich hier schuldig, ook al stond zij volkomen in haar recht.

Wat de dochters van Lot betreft, zij hadden geen respect meer voor hun vader, zij waren, ondanks dat zij in een zondige versekste maatschappij opgroeide nog steeds maagd. Zij werden als hoer aangeboden aan een groep mannen. Cultuur of geen cultuur, zij hadden niet veel vertrouwen in hun vader en ook het respect was verdwenen, hun moraal stond op een laag pitje.
Ik stel me zo voor dat ze zich verkocht en verraden voolde door hun vader.

Lees richteren 19 eens. Daar staat ook een soortgelijk verhaal. In het boek richteren staat steeds dat een ieder deed wat recht was in zijn ogen. Zonder God maken wij er helemaal niets van.