@Raido: ik ben er even voor gaan zitten.
Raido schreef:Er is op dit punt een dilemma:
1. ofwel beloften gelden alleen voor de uitverkorenen en zij ontvangen ook de vervulling ervan (2 verbonders, Ger.Gem (in Ned))
2. ofwel de beloften zijn voor alle hoorders, maar alleen de uitverkorenen ontvangen de vervulling (3 verbonders en de 2 verbonders die daarmee verwant zijn).
Dat is inderdaad dat waar het omdraait met de verschillende verbondsvisies ik heb ze 'smalstroom' en 'breedstroom' genoemd (en dat heb ik weer van een andere schrijver)..
Dr. v.d. Zwaag?

Raido schreef:Elbert hoe kijk jij aan tegen het idee dat wanneer je zegt dat de beloften van het verbond tot alle gedoopten (of kerkmensen/uiterlijke verbondsleden etc) komt je er niet omheen kunt dat je eigenlijk stelt dat alle gedoopten ook 'bekeerd' zijn? Dit vanuit het idee dat God zijn beloften altijd zal bestendigen?
Ofwel:
1. Je stelt dat de beloften tot alle hoorders komen (en vanuit 'God komt zijn beloften altijd na'), kom je dan niet eigenlijk uit bij een 'algemene verzoening binnen de kerkmuren?'
2. Je stelt dat de beloften pas wezenlijk gelden wanneer iemand door Gods Geest is ingeplant in Christus? Of is het ook mogelijk dat je ingeplant bent in Christus, maar niet deelachtig bent aan de levensappen van de Boom Christus?
Het probleem dat ik heb met deze redeneringen is dat het dat juist zijn: redeneringen. We gaan voordat we gaan preken eens wat logica toepassen op de Bijbel en gaan dan zo preken dat het in onze logica past.
Dan gaan we denken:
"ja maar God zal Zijn beloften toch eigenlijk alleen maar kwijt willen als Hij echt van plan is om ze waar te maken. En aangezien er een verkiezing en verwerping is, zal Hij het bij de uitverkorene wel menen en krijgt de verworpene geen beloften. Dus moeten we tegen de één zus preken en tegen de ander zo." Dat is kortgezegd wat er gebeurt.
Maar ik vraag me af of je dat wel kunt doen. Dat zijn namelijk de verborgen dingen die aan de Heere toebehoren. Daar moet je als gewoon mensenkind niet in wroeten. (n.b. hiermee bedoel ik niet dat je niet onderscheidend/separerend mag preken, maar wel dat je niet de beloften kunt opsplitsen en los kunt maken van de verkondiging aan alle hoorders).
Wij hebben van doen met het geopenbaarde Woord van God en dat is ondubbelzinnig:
Matth. 28:19
Ga dan heen, onderwijs al de volken, doop hen in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest; en leer hen onderhouden alles wat Ik u geboden heb.Mark. 16:15
En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen.
16 Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden.Hand. 10:42
En Hij heeft ons bevolen het volk te prediken en te betuigen dat Hij Degene is Die door God aangesteld is tot een Rechter over levenden en doden.
43 Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam.Het gaat er dus om dat we Jezus geloven; middels het geloof (dat zoals je weet 3 stukken kent) ontvangen we Gods weldaden. Hangt het dan van de mens af of hij/zij gelooft? Nee, maar zowel de eis als de belofte die in de prediking van het Evangelie (er is maar één Evangelie trouwens) doorklinkt is er niet minder waar en niet minder welmenend van Gods kant door. Hij meent wat Hij zegt. Het Woord komt immers tot mensen die van nature op hetzelfde niveau staan: goddelozen. En de enige grond waarop een goddeloze tot Christus mag komen, is de prediking van Gods Woord dat ons beveelt om tot Hem te komen en in Hem te geloven. Het is de prediking gepaard met de Heilige Geest die onderscheid maakt, die hoef je niet op te splitsen in een woord voor uitverkorenen en een woord voor verworpenen. Uitverkorenen zijn verkoren o
pdat (let op de letter p!) ze het Woord zullen aannemen en verworpenen zijn verworpenen o
mdat ze hetzelfde Woord verwerpen. Dat is voor onze logica niet te vatten, maar dat hoeft ook niet. Een wonder is niet te bevatten.
Dat blijkt ook uit deze geschiedenis:
Hand. 13:38
Laat het u dan bekend zijn, mannen broeders, dat door Hem aan u vergeving van de zonden verkondigd wordt
39 en dat ieder die gelooft, door Hem gerechtvaardigd wordt van alles waarvan u door de wet van Mozes niet gerechtvaardigd kon worden.
40 Let dan op dat u niet overkomt wat er gezegd is in de profeten:
41 Zie, verachters, verwonder u en verdwijn, want Ik verricht een werk in uw dagen, een werk dat u niet zult geloven als iemand het u vertelt.
42 En toen de Joden weggegaan waren uit de synagoge, drongen de heidenen erop aan dat op de volgende sabbat dezelfde woorden tot hen gesproken zouden worden.
43 En toen de synagoge uitgegaan was, volgden velen van de Joden en van de godvrezende proselieten Paulus en Barnabas. Die spraken tot hen en spoorden hen aan om bij de genade van God te blijven.
44 En op de volgende sabbat kwam bijna heel de stad samen om het Woord van God te horen.
45 Maar de Joden, die de menigten zagen, werden met afgunst vervuld en spraken tegen wat er door Paulus gezegd werd; zij spraken niet alleen tegen, maar lasterden ook.
46 Maar Paulus en Barnabas zeiden vrijmoedig: Het was nodig dat het Woord van God eerst tot u gesproken zou worden, maar aangezien u het verwerpt en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie, wij wenden ons tot de heidenen.
47 Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u gesteld tot een licht voor de heidenen, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde.
48 Toen nu de heidenen dit hoorden, verblijdden zij zich en prezen het Woord van de Heere, en er geloofden er zovelen als er bestemd waren voor het eeuwige leven.Let wel dat het hetzelfde Woord Gods is dat door de één verworpen wordt en door de ander wordt aangenomen. En de verkiezing is iets wat je alleen achteraf kunt constateren, nl. uit het geloof aan het Woord van God en de vruchten die daarbij horen.
Of zoals Paulus het zegt in 2 Kor. 2:
15 Want wij zijn voor God een aangename geur van Christus, in hen die zalig worden, en in hen die verloren gaan;
16 voor de laatsten een doodsgeur die leidt tot de dood; maar voor de eersten een levensgeur die leidt tot het leven. En wie is tot deze dingen bekwaam?Daarvoor hoeven we zelf niet allerlei onderscheidingen (zoals de beloften) te gaan maken. God maakt Zelf wel onderscheid in mensenlevens.
Goed, dat gezegd hebbend, wil ik wel wat nader ingaan op wat je schreef.
Elbert hoe kijk jij aan tegen het idee dat wanneer je zegt dat de beloften van het verbond tot alle gedoopten (of kerkmensen/uiterlijke verbondsleden etc) komt je er niet omheen kunt dat je eigenlijk stelt dat alle gedoopten ook 'bekeerd' zijn? Dit vanuit het idee dat God zijn beloften altijd zal bestendigen?
Ofwel:
1. Je stelt dat de beloften tot alle hoorders komen (en vanuit 'God komt zijn beloften altijd na'), kom je dan niet eigenlijk uit bij een 'algemene verzoening binnen de kerkmuren?'
Ik geloof niet dat alle gedoopten ook bekeerd zijn/worden. Maar daarmee zijn de beloften niet minder waar. Ik geloof namelijk niet dat de beloften voorzeggingen zijn, maar toezeggingen. Of zoals prof. de Reuver het zegt:
"De belofte is geen voorspelling die vanzelfsprekend uitkomt. Ze is een toezegging met de aard van een liefdesaanzoek, dat het hart wil veroveren en in ootmoedige verwondering biddenderwijs geloofd wil zijn.". De catechismus spreekt in dit verband ook van een toezegging (vr. en antw. 69, 71 en 74, dus alle gedoopten). We moeten dus onderscheid maken tussen de belofte, die vast en zeker is, en het effect (de vrucht) ervan.
Raido schreef:2. Je stelt dat de beloften pas wezenlijk gelden wanneer iemand door Gods Geest is ingeplant in Christus? Of is het ook mogelijk dat je ingeplant bent in Christus, maar niet deelachtig bent aan de levensappen van de Boom Christus?
De beloften gelden altijd, maar hebben niet altijd hetzelfde effect. Ik geloof daarbij dat er mensen ingeplant zijn, maar geen vrucht dragen. Die mensen worden weggenomen van de Wijnstok, worden buitengeworpen en verbrand.
Joh. 15:1
Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier.
2 Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt.
3 U bent al rein vanwege het woord dat Ik tot u gesproken heb.
4 Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.
5 Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt u niets doen.
6 Als iemand in Mij niet blijft, wordt hij buitengeworpen zoals de rank, en verdort; en men verzamelt ze en werpt ze in het vuur, en ze worden verbrand.
Ook deze geschiedenis bevat pure verbondstaal. Het is dus niet zo dat men God kan verwijten dat Hij hen niet ingeplant heeft, het is omgekeerd wel zo dat God hen kan verwijten dat ze geen vrucht dragen.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)