Kwebbel schreef:Als je het zo bekijkt....... er zijn een aantal mensen (breed begrip natuurlijk) die stellen dat het Heilig Avondmaal voor uitverkorenen zijn. Die stelling heeft me eigenlijk best lang bezig gehouden. Want je weet immers niet of je wel uitverkoren bent! Je gaat niet over jezelf zeggen dat je uitverkoren bent !!
Mensen die zeggen: "Je moet je voorbereiding nemen, die week is er niet voor niets, je moet je uitgebreid bezig houden met of je wel aan mag gaan, of je denkt dat je aan kan gaan. Heb je bijv. iets gedaan of leef je nog in zonden/onmin met iemand? Dan mag je bijv. niet aangaan. Dan vind ik (persoonlijk) dat die beslissing weer een heel stuk moeilijker wordt. Als ik jouw antwoordt dan weer bekijk denk ik: Ja, het is eigenlijk weer niet zo moeilijk !!
Moeilijk denk ik he.
Nee, niet moeilijk dus

De vraag is overigens niet allereerst of je nog in zonde leeft of in onmin met iemand... Zoals ik al zei, het avondmaal is voor zondaars. De vraag is: Wat wil je er aan doen. Neem je je voor om naar Gods wil te leven? Dat komt er in de praktijk dan natuurlijk ook wel uit, al gaat dat met vallen en opstaan.
Of je uitverkoren bent, daar hoef je je niet te druk om te maken... Dat is Gods kant van het werk. Uitverkiezing en geloof gaan samen... en Paulus noemt hen die geloven uitverkorenen. Als je gelooft in Hem en je afhankelijk weet van het offer van Christus, mag je je uitverkoren weten. En aangaan!
Vooral deze zin: "Want wie eet en drinkt, eet en drinkt tot zijn eigen oordeel, als hij het lichaam niet onderscheidt." wordt er in de gereformeerde gezindte (is ook verschillend, ik praat uit ervaring binnen mijn familiekring) vaak mee 'gesmeten' en als het ware toch een beetje bang wordt om aan te gaan...
Deze tekst hoeft je niet bang te maken als je in Hem gelooft. Deze tekst komt ook in het avondmaalsformulier naar voren. Maar let daarbij even op de context. (even uit de losse pols): Eerst wordt genoemd wie niet aan mogen gaan... Allen die tegen Gods geboden zondigen. Die moeten niet aangaan, dan maken ze hun schuld alleen maar groter. Maar dan komt het bevrijdende vervolg: Dit staat er niet om ons, verslagen van hart als we zijn, alle hoop en moed te ontnemen. We gaan namelijk niet aan het avondmaal om daarmee te kennen te geven dat we uit onszelf zonder zonde zijn, maar erkennen dat we midden in de dood liggen en daarom ons behoud buiten onszelf, in Christus zoeken en dat we ondanks al onze zonden en gebreken verlangen om naar Gods geboden te leven en tegen de zonde te strijd... Zodat we zeker mogen zijn dat zijn zonde of zwakheid God genade in de weg kan staan en we zodoende waardig zijn om deel te nemen aan de maaltijd van onze Heer. Lees het formulier er maar eens op na.
Paulus schrijft het vers wat je noemt in 1 Kor 11 aan de Korinthiers, omdat daar mensen waren die van het avondmaal een vreet- en zuipfestijn maakten omdat ze op zichzelf gericht waren en niet op het lichaam van Christus. (lees het hofodstuk er maar op na, heb je gelijk een goede voorbereiding)
We zingen met het avondmaal vaak een lied waarvan het laatste vers zo gaat:
Daar Ge U voor mij hebt in de dood gegeven,
Hoe zou ik naar mijn eigen wil nog leven?
Zou ik aan U voor zulk een bitter lijden
Mijn hart niet wijden?
Sta je daar achter? Ga dan aan. Hij roept je, nodigt je uit.