Berichtdoor Denkertje21 » 12 okt 2006 09:40
Nu we toch bezig zijn, wil ik je het verhaal van Arjen * ) doorgeven. Hij heeft het verhaal elders al een slaten optekenen...
Een jaar of 15 was Arjen, toen hij zeker wist dat hij 'anders' was. Langzaamaan groeide het besef dat hij meisjes 'gewoon leuk' vond, maar dat het daarbij bleef. Als jongens in zijn omgeving het hadden over meiden, dan voelde hij daar niets bij. Hij praatte wel mee en had ook altijd het idee dat hij zou gaan trouwen later, maar het voelde raar.
Arjen had gewoon contact met jongens, net als iedere andere jongere. Soms voelde hij meer voor een jongen. ,,Toen ik in de bibliotheek een keer een boek over homoseksualiteit las, herkende ik veel dingen. Ook droomde ik er steeds meer over.'' Arjen is een serieuze jongen, uit een net gemiddeld hervormd gezin. Vader ouderling, moeder huisvrouw. ,,Over homoseksualiteit was nog nooit nagedacht. Dat kwam gewoon niet voor. Hun wereld zou helemaal op z'n kop staan, als ze het zouden weten.''
Daarom moest het absoluut geheim blijven, dat hij zich tot jongens aangetrokken voelde. Arjen leerde zich een houding aan, waardoor het niet opviel dat hij homoseksuele gevoelens had. ,,Ik probeerde het zoveel mogelijk te verbloemen, door mee te praten over meiden, door op mijn houding en kledingkeuze te letten. Ik deed er alles aan om mensen niks te laten vermoeden. Het gevolg was een onzeker, krampachtig en angstig leven. Ik dacht ook dat ik er wel vanaf zou komen. Ik kon ook nauwelijks geloven dat een christen homofiel kan zijn. Dat klopte niet. Als ik goed mijn best zou doen, zou het vanzelf weer over gaan. Ik wilde het alleen oplossen.''
Jarenlang hield Arjen het geheim. Hij was druk met school, sport, met vrienden en de jeugdvereniging. ,,Ik voelde me niet depressief, maar wel erg onzeker. Ik was bang dat anderen het aan me zouden zien. Als ik alleen was, dacht ik erover hoe het nu verder moest. Moest ik dan maar gewoon verkering krijgen met een meisje? Er waren best veel meiden gek op me. Ik kreeg regelmatig brieven. Dan dacht ik: jammer dat het niks kan worden. Ook bad ik regelmatig of de Here me wilde veranderen. Maar de gevoelens voor jongens werden alleen maar sterker.'' Toch werd de situatie onhoudbaar. Het probleem was levensgroot. Hij m—est het aan iemand vertellen. Toen Arjen op zijn achttiende met een HGJB-kamp mee was, besloot hij het aan een leidinggevende te vertellen. ,,De hele week liep ik ermee. Ik zag er geweldig tegenop om het te vertellen, maar ik wilde het wel. Toen er de laatste dag een inleiding werd gehouden over dingen die je geloof in de weg kunnen staan, was daar het juiste moment. Ik ging naar de leidinggevende en vroeg of ik met haar kon praten. Toen ik het haar vertelde, ben ik onwijs gaan huilen. Alle frustratie kwam eruit. Gelukkig reageerde ze heel goed. Ze luisterde. Ik voelde me niet afgewezen door haar. Tegelijkertijd was het ook heel confronterend: doordat ik het een ander had verteld, stond het vast dat ik homofiel ben.''
Zijn ouders kwamen het niet lang daarna ook te weten. ,,Ik durfde het zelf niet te zeggen. Toen het meisje van het kamp mij een lange brief schreef over wat de Bijbel zegt over homoseksualiteit, heb ik die brief op mijn kamer bewaard. Als mijn ouders het zouden moeten weten, zouden ze die brief wel vinden, redeneerde ik.''
Inderdaad, Arjens moeder vond de brief. De schok was groot. Nooit was het in hun hoofd opgekomen, dat hun zoon homofiel zou kunnen zijn. ,,Mijn vader adviseerde meteen om naar een hulpverlener te gaan. Ik moest zo snel mogelijk geholpen worden. Ook hij dacht dat het maar tijdelijk was. ÔHet verandert misschien wel als je wat ouder wordt', zei hij.''
Arjen volgde een aantal gesprekken bij het Gliagg. ,,De hulpverleners zeiden na het intakegesprek tegen mij en mijn ouders dat ik een kernhomofiel ben. 'Wij hebben nog nooit iemand meegemaakt die veranderd is', zeiden ze. Dat was best slikken. Altijd had ik nog de hoop gehad dat God me zou veranderen." De gesprekken bij het Gliagg gingen over: ,Wat kom ik allemaal tegen? Hoe ga ik met grappen om over homoseksualiteit? Wie zou ik in vertrouwen moeten nemen?' Arjen moest zichzelf leren accepteren. Al die jaren had hij zichzelf afgewezen. Iedere dag had hij enorme schuldgevoelens als hij verkeerde gedachten had gehad. Hij voelde zich slecht. De hulpverleners drongen erop aan om het anderen ook te vertellen. Dat deed hij. Zijn broers en wat vrienden vertelde hij het verhaal. ,,Vooral tegenover mijn broers vond ik het erg om het te vertellen. Het voelde als een soort van falen. Ons gezin, dat eerst goed was, was ineens een stuk minder goed, omdat ik homofiel ben. Achteraf zie ik dat God me enorm heeft geholpen. Ik vond het vreselijk het te moeten vertellen. Toch kreeg ik nooit een afwijzende reactie. Mensen waren heel verbaasd, ze hadden het nooit van mij verwacht. Maar ze reageerden allemaal heel goed. Ze wezen me niet af.
Christen zijn en homofiel, dat is niet makkelijk. Arjen vindt dat een homoseksuele relatie niet past bij zijn relatie met God. Maar dat betekent niet dat hij niet het verlangen heeft zijn leven met iemand te delen. ,,Het is een dilemma tussen gevoel en verstand. Als mensen van me horen dat ik homofiel ben, zeggen ze soms direct: je mag het niet praktiseren, hoor! Dat irriteert me. Ik denk dan: Weet je wel wat dat inhoudt? Het zou kunnen betekenen dat ik mijn hele leven alleen blijf en dat ik ook steeds met mijn gevoelens geconfronteerd wordt. Veel van mijn vrienden krijgen verkering en trouwen. Dat voelt soms erg oneerlijk. Maar ik moet niet gaan kniezen, dat is een valkuil. God leidt mij wel."
Arjen heeft via christelijke homo-werkgroepen ook andere homo's ontmoet. Dat vond hij vooral in het begin confronterend. ,,Ineens zat ik daar tussen andere mensen die al heel ver waren in het accepteren van hun homoseksuele geaardheid. Ze maakten er grappen over. Veel van hen vinden dat een homo-relatie wel kan als christen, omdat volgens hen de liefde boven alles gaat.
Ik was benieuwd naar hoe ze hun homoseksuele relatie kunnen combineren met een leven met God. Soms ben ik jaloers op hen, omdat ze alles op een rijtje hebben: we bidden samen en als we trouw zijn aan elkaar, mag het wel. Maar toch kan ik het zelf niet combineren: Žn God dienen, Žn een homoseksuele relatie. Maar terwijl ik dit zeg, voel ik me schijnheilig. Want mijn gevoelens zijn er wel en ik kijk ook om me heen.''
In de media wordt vaak een bepaalde groep homo's naar buiten gebracht: de mannen met leren broeken en rose shirtjes. Arjen merkt dat veel mensen dit beeld hebben als het gaat over homoseksualiteit. Zelf staat dit beeld hem erg tegen, omdat hij zelf weet dat er ook 'andere homo's' zijn, bij wie het er niet duimendik bovenop ligt. ,,Er worden veel grappen over homo's gemaakt, ook onder christenen. Ook in mijn omgeving. Mensen hadden niet in de gaten dat ik ook bij die categorie hoorde.''
Met vrienden praat hij heel open over zijn homoseksuele gevoelens. Toch vertelt hij het niet aan iedereen, omdat hij bang is dat mensen hem dan als 'homo' gaan zien en niet als 'Arjen'. ,,Vriendschappen worden hechter als je over elkaars problemen kunt praten. Eerst vond ik mezelf de zieligste mens op aarde, maar door mijn vriendschappen ben ik er achter gekomen dat iedereen wel problemen heeft. Het lucht vaak erg op als ik anderen kan vertellen, waar ik mee zit. Als ik dat niet doe, ga ik me frustreren.''
Arjen heeft ook gesprekken gehad bij de Evangelische Hulp aan Homofielen (EHAH, nu Different) in Amsterdam. Daar leerde hij dat God bovenaan moet staan in het leven en niet homoseksualiteit. ,,Zij geloven dat God je geaardheid kan veranderen. Dat wil niet zeggen dat Hij dat altijd doet. Maar Hij kan er ook voor zorgen dat homoseksuele gevoelens op de achtergrond raken. De hulpverlening van deze organisatie richt zich op zelfaanvaarding. Je leert erkennen en accepteren dat je homosekten, gevoelens en gedrag. Ze gaan uit van 2 Korinti‘rs 5, waar staat: 'Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping: het oude is voorbij gegaan, zie, het nieuwe is gekomen.' Ook leer je op een goede manier met jezelf en anderen om te gaan: kwetsbaar durven zijn, vriendschappen ontwikkelen en je inzetten in de kerk. Het is niet de bedoeling dat ik krampachtig ga strijden tegen mijn gevoelens. Maar ik betrek God erbij.''
Hoe zijn leven gaat lopen, weet Arjen niet. Het vooruitzicht dat er later niemand op hem wacht, als hij uit zijn werk komt, maakt hem niet blij. ,,Ik geloof dat God het wel zal leiden. Hij kan veel. Ik sta ervoor open dat ik verander, maar ik denk niet dat ik later met een meisje ga trouwen. Dat is op dit moment niet realistisch.''
* ) Arjen is uiteraard niet zijn echte naam...