Huwelijk; vorm of inhoud?Recent kwam ik door omstandigheden op het spoor van het bijbelboek Hosea. Echt een heel bijzonder boek waarin prachtige inkijkjes beschreven staan. Inkijkjes in de bedoeling van God met het huwelijk. God laat Hosea symbolisch weergeven wat Hij voelt van de mensheid. Hosea krijgt de opdracht om via het symbool van het huwelijk iets te zeggen over datgene wat het symboliseert; de relatie van God met mensen2 Het begin van het spreken des HEREN door Hosea.
De HERE zeide tot Hosea: Ga heen, neem u een ontuchtige vrouw en kinderen uit een ontuchtige geboren, want het land wendt zich in schandelijke ontucht van de HERE af.
3 Toen ging hij heen en huwde Gomer, de dochter van Diblaïm, en zij werd zwanger en baarde hem een zoon.
Omdat mensen zich van God afwenden moet Hosea een vrouw zoeken die niet trouw aan hem is. Dat huwelijk brengt vruchten (letterlijk; kinderen) voort.
4 De HERE zeide tot hem: Noem hem Jizreël, want het zal niet lang meer duren of Ik zal de bloedschuld van Jizreël bezoeken aan Jehu’s huis, en een einde maken aan het koninkrijk van het huis Israëls. 5 Te dien dage zal het geschieden, dat Ik Israëls boog verbreken zal in het dal van Jizreël.
6 Zij werd wederom zwanger en baarde een dochter; Hij zeide tot hem: Noem haar Lo-Ruchama, want Ik zal Mij voortaan niet meer over het huis Israëls ontfermen, dat Ik hun iets vergeven zou. 7 Doch over het huis van Juda zal Ik mij ontfermen, en hen verlossen als de HERE, hun God. Maar Ik zal hen niet verlossen door boog of zwaard of oorlogstuig, door paarden of door ruiters.
8 Nadat zij Lo-Ruchama gespeend had, werd zij zwanger en baarde een zoon. 9 Toen zeide Hij: Noem hem Lo-Ammi, want gij zijt mijn volk niet en Ik zal de uwe niet zijn.
Die vruchten / kinderen gaan als ze opgroeien een taak krijgen. Ze zeggen iets over waar ze uit voortkwamen. In het geval van Hosea kwamen zijn kinderen uit zijn overspelige vrouw. God geeft aan dat de vrouw zoekt naar de bron van haar geluk. Ze denkt dit te vinden in de situaties waarin ze geweest is: eerdere minnaars of andere mannen etc. De vrouw denkt dat ze toen gelukkiger was. God zegt: het geluk zit niet in de situatie waarin je zit, maar is te vinden bij de bron.
God zelf is verantwoordelijk voor de gift van de liefde.
1 Klaagt uw moeder aan, klaagt haar aan, want zij is mijn vrouw niet, en Ik ben haar man niet. Laat zij haar ontucht van haar gelaat verwijderen en haar overspel van haar boezem, 2 anders zal Ik haar naakt uitkleden en haar laten staan als ten dage toen zij geboren werd, haar maken als een woestijn, haar doen worden als een dor land, en haar doen sterven van dorst; 3 en over haar kinderen zal Ik Mij niet ontfermen, omdat zij uit ontucht geboren zijn. 4 Want hun moeder heeft ontucht bedreven; zij, die van hen zwanger geweest is, heeft schandelijk gehandeld. Want zij zeide: Ik wil achter mijn minnaars aan gaan, die mij mijn brood en water, mijn wol en vlas, mijn olie en drank geven.
5 Daarom, zie, Ik ga uw weg met doornen versperren, Ik ga tegen haar een muur oprichten, zodat zij haar paden niet vinden kan. 6 Dan zal zij haar minnaars nalopen, maar hen niet bereiken; hen zoeken, maar niet vinden. Dan zal zij zeggen: ik wil heengaan en terugkeren tot mijn eerste man, want toen had ik het beter dan nu.
7 Zij echter beseft niet, dat Ik het ben, die haar het koren, de most en de olie heb gegeven, die haar het zilver rijkelijk geschonken heb en het goud, dat zij voor de Baäl gebruikt hebben. 8 Daarom zal Ik mijn koren weer wegnemen in de oogsttijd, en mijn most in zijn seizoen, en wegrukken mijn wol en mijn vlas, die haar naaktheid moeten bedekken. 9 Nu dan, Ik wil haar schaamte ontbloten voor de ogen van haar minnaars en niemand zal haar uit mijn hand redden. 10 Ik zal doen ophouden al haar vreugde, haar feest, haar nieuwemaansdag en haar sabbat, ja, al haar hoogtijden. 11 Dan zal Ik haar wijnstok en haar vijgeboom verwoesten, waarvan zij zeide: Die zijn het loon, dat mijn minnaars mij gaven. Ik zal ze maken tot een woud, en het gedierte des velds zal ze afvreten. 12 Zo zal Ik over haar bezoeken de dagen, waarop zij voor de Baäls het offer ontstak, zich tooide met ring en halssieraad en achter haar minnaars aan ging, maar Mij vergat, luidt het woord des HEREN.
God houd het in zodat de mens tot de realisatie komt dat het geluk niet ligt in een verandering van situatie maar:
geluk ligt in de erkenning van de Gever.13 Daarom zie, Ik zal haar lokken, en haar leiden in de woestijn, en spreken tot haar hart. 14 Ik zal haar aldaar haar wijngaarden geven, en het dal Achor maken tot een deur der hoop. Dan zal zij daar zingen als in de dagen van haar jeugd, als ten dage toen zij trok uit Egypte.
15 En het zal te dien dage geschieden, luidt het woord des HEREN, dat gij Mij noemen zult: mijn man, en niet meer: mijn Baäl. 16 Ja, Ik zal de namen der Baäls verwijderen uit haar mond; hun naam zal niet meer genoemd worden. 17 Te dien dage zal Ik voor hen een verbond sluiten met het gedierte des velds, het gevogelte des hemels en het kruipend gedierte der aarde. Dan zal Ik boog en zwaard en oorlogstuig in het land verbreken, en hen veilig doen wonen.
18 Ik zal u Mij tot bruid werven voor eeuwig: Ik zal u Mij tot bruid werven door gerechtigheid en recht, door goedertierenheid en ontferming; 19 Ik zal u Mij tot bruid werven door trouw; en gij zult de HERE kennen.
20 Het zal te dien dage geschieden, dat Ik verhoren zal, luidt het woord des HEREN: Ik zal de hemel verhoren, en die zal de aarde verhoren, 21 en de aarde zal het koren, de most en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren. 22 Dan zal Ik haar voor Mij zaaien in het land, en Mij ontfermen over Lo-Ruchama, en tot Lo-Ammi zeggen: Gij zijt mijn volk. En hij zal zeggen: Mijn God!
Daarna moet Hosea op zoek naar een vrouw die regelmatig vreemd gaat. Hij krijgt de opdracht om haar aan zich te binden:
1 De HERE zeide tot mij: Ga weder heen, bemin een vrouw, die zich door een ander laat beminnen en overspelig is, gelijk de HERE de Israëlieten bemint, die zich tot andere goden wenden en minnaars zijn van druivenkoeken.
2 Toen kocht ik haar voor vijftien zilverstukken en anderhalve homer gerst. 3 En ik zeide tot haar: Vele dagen zult gij blijven zitten; gij zult geen ontucht bedrijven, geen man toebehoren; en ook ik zal tot u niet komen.
4 Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. 5 Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot de HERE en tot zijn heil – in de dagen der toekomst.
Hier zie je weer dat het huwelijk tot uitting brengt wat God in petto heeft voor de mensheid. Het woordje WANT geeft de verbinding aan tussen de vorm en de inhoud.
in hoofdstuk vier wordt stilgestaan bij de diepe val van Het volk. Niemand houd meer rekening met God. Iedereen doet waar hijzelf zin in heeft. Niemand denkt na over hoe de liefde van God gesymboliseerd kan worden in het praktische leven.
1 Hoort het woord des HEREN, gij Israëlieten, want de HERE heeft een rechtsgeding met de bewoners van het land, omdat er geen trouw, geen liefde en geen kennis Gods is in het land. 2 Vloeken, liegen, moorden, stelen en echtbreken! Men pleegt geweld, bloedbad volgt op bloedbad. 3 Daarom treurt het land, en al wat erin woont verkwijnt, zowel het gedierte des velds als het gevogelte des hemels; ja, zelfs de vissen der zee komen om.
4 Laat maar niemand een aanklacht inbrengen en laat maar niemand een terechtwijzing uiten, aangezien mijn aanklacht u geldt, o priester! 5 Gij zult struikelen bij dag, en met u zal ook de profeet struikelen bij nacht, en verdelgen zal Ik uw moeder. 6 Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis. Omdat gij de kennis verworpen hebt, verwerp Ik u, dat gij geen priester meer voor Mij zult zijn; daar gij de wet van uw God vergeten hebt, zal ook Ik uw zonen vergeten.
Trouw, liefde, kennis van God.... Dat is wat werkelijk een prachtsymbool is. Dat is de onderliggende basis van een goed huwelijk. Niet de vorm; maar de inhoud. God houdt soms de gift van zijn liefde en trouw en kennis in om de mensen te laten realiseren dat ze het missen!
Ik zal heengaan, Ik wil wederkeren naar mijn plaats, totdat zij zich schuldig gevoelen en mijn aangezicht zoeken; wanneer het hun bang te moede is, zullen zij verlangend naar Mij uitzien.
Dan komt de kerntekst: een soort hartekreet waarvan ik hoop dat we die allemaal kunnen uitspreken. Niet de symboliek in het middelpunt zetten maar datgene waar het symbool naar wijst. Iedereen die vanuit dat principe eenheid zoekt met medemensen kan deze woorden in mond nemen: zowel homo als hetero:
1 Komt, laat ons wederkeren tot de HERE! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden. 2 Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derden dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht. 3 Ja, wij willen de HERE kennen, ernaar jagen Hem te kennen. Zo zeker als de dageraad is zijn opgang. Dan komt Hij tot ons als de regen, als de late regen, die het land besproeit.
4 Wat zal Ik u aandoen, o Efraïm? Wat zal Ik u aandoen, o Juda? Immers uw liefde is als een morgenwolk, en als een dauw die in de vroegte vergaat. 5 Daarom heb Ik er door de profeten op ingehouwen, heb Ik hen gedood door de woorden mijns monds. De oordelen over u waren een doorbrekend licht. 6 Want in liefde heb Ik behagen en niet in slachtoffer, in kennis van God en niet in brandoffers.
Neem dat nu eens héél letterlijk:
want in liefde heb ik behagen en niet in slachtoffer(s) In kennis van God en niet in loze brandoffers. Wat kan het huwelijk een brandoffer zijn waarvan we denken dat het God behaagd, zonder dat we ons druk maken over datgene wat we moeten bedoelen met het huwelijk.