Chaya schreef:Dan heb ik nog iets anders voor je:
In De Gereformeerde Dogmatiek van ds.Kersten is op te maken, dat de beloften van de doop als toezegging alleen de uitverkorenen
gelden (deel II, blz. 274-275). Wat aan de gemeente wordt gezegd, is wel het aanbod van genade.
dat de HERE God zegt: ‘U komt de belofte toe en uw
kinderen’ èn dat in het gebed voor de doop wordt gevraagd, of God door de Heilige Geest de
gedoopte kinderen ‘in Uw Zoon Jezus Christus wil inlijven; opdat zij met Hem in zijn dood
begraven worden, en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven’. Zicht hebben op de
beloften betekent dat begrepen wordt, dat de vervulling van de beloften niet hetzelfde is als de
belofte zelf! Daarom juist het gebed. Daarom de prediking van de beloften. Daarom het
pleiten op de beloften.
Dat betekent dat in de gemeente niet vanzelf spreekt dat allen wedergeboren zijn. Dat
betekent dus onderscheid in de prediking!
Hier valt nog wel iets op af te dingen, Chaya.
Je citeert het gebed voor de doop.
Na de doop klinkt het dankgebed ;
Almachtige, barmhartige God en Vader, wij danken en loven U, dat Gij ons en onze kinderen, door het bloed van uw lieven Zoon Jezus Christus, al onze zonden vergeven, en ons door uw Heiligen Geest tot lidmaten van uw eniggeboren Zoon, en alzo tot uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met den Heiligen Doop bezegelt en bekrachtigt.
Tot uw kinderen aangenomen heeft en zonden vergeven heeft - dus niet "mocht dit nog eens komen staan te gebeuren".