Marnix schreef:Tja, er is inderdaad veel veranderd. Reformatorische jongeren kijken tegenwoordig vaak ook tv en luisteren popmuziek
Try, je haalt vorm en inhoud door elkaar. Vormen veranderen momenteel inderdaad. Maar het evangelie, het Woord van God houdt stand! Er veranderd niet iets op de bijbelse visie als je opeens naar praiseavonden gaat. Sterker nog, God loven met allerlei instrumenten is heel bijbels. Dat dat in de tijd van de reformatie bijvoorbeeld niet gebeurde had meer met cultuur te maken... en omdat er jarenlang alleen een orgel is gebruikt, daarmee zijn andere instrumenten niet verkeerd. Allerlei andere muziekinstrumenten zijn opgekomen met de komst vab pop-muziek. We mogen deze nieuwe instrumenten en allerlei andere dingen van deze tijd zeker gebruiken tot eer van God!
Ik weet het niet, Marnix. Volgens mij is de inhoud van wat je gelooft ook veranderd ten opzichte van vroeger.
De opkomst van evangelische elementen in de traditionele kerken duidt er op, dat er een verschuiving in de aandacht gekomen is.
Want, met welke praktijk uit de traditionele kerken zou je de praise kunnen vergelijken. Met psalmgezang? OK, het is allebei muziek, allebei zingen. Maar de functie van het zingen is geheel anders. De Psalmen werden ten eerste gezongen, omdat het direkt uit het Woord van God komt (daarom was men ook tegen gezangen). het werd vervolgens gezongen om met name de ups en downs in het persoonlijke leven te bezingen, waarbij alle vreugde en verdriet, zonde en genade, angst en troost met bijbelse woorden werd beleefd. Het was een meditatief en daarom vaak zeer serieus en gedragen (langzaam) en plechtig gezongen lied. Qua muziekstijl ook zeer weinig bedoeld voor de kunstvorm muziek, voor de schoonheid, het prettige gevoel of de perfecte uitvoering. Het was een echte samenzang voor ongeschoolde stemmen. Niet mooi, maar wel diep.
De verschuiving in praise is nu, dat er een element uitgelicht wordt, dat vooral over vreugde, lofprijs en aanbidding gaat. Het stadium van een absoluut geloof en overgave aan God. De hele worsteling, dat God wellicht níet meer naar me omkijkt, dat ik voor God eigenlijk nauwelijks kan verschijnen, dat ik geheel afhankelijk ben van Gods genade, de worsteling met zonde, vergankelijkheid en angst. Het uitzingen van de rampen en slagen, die mensen kunnen treffen, het zingen tegen beter weten in....het krijgt allemaal geen plek in praise. Het is geen meditaie meer, geen gebed, maar een exaltatie, een geestesvervoering zo je wilt, waarbij de realiteit niet meer aan de orde komt, maar juist wordt ontvlucht. het klinkt een beetje cru, maar je zou het een drug kunnen noemen. Daarmee is praise ook voor een deel een vlucht. God is niet meer in de realiteit aan te roepen, temidden van de ellende en de vergankelijkheid; God is alleen nog buiten de realiteit, in een extatische vlucht te vinden. Hij moet als het ware worden opgeroepen. Je kunt praise nou niet bepaald nuchter noemen.
Kortom, met deze kortte uitweiding hoop ik aannemelijk gemaakt te hebben, dat we het niet alleen over een (onbetekenende) vormverandering hebben, maar dat er wel degelijk een ingrijpende inhoudelijke verandering aan ten grondslag ligt.
Waar de worsteling vroeger was of God zich wel wilde ontfermen (gezien de realiteit van ons leven), wordt er nu van uitgegaan, dat God ons reeds, zonder meer, genadig is geweest (we prijzen Hem immers). Echter, die genade is kennelijk nog niet beleefd: er moet nu een weg gevonden worden om die heerlijke belevenis ook te ervaren. Dat kan niet zonder muziek, ritme , praise.
In feite is dit een zeer modern fenomeen. Het valt samen met het ambivalente levensgevoel van nu: we hebben alles, er is geen gebrek: we zijn niet slecht, niet arm, niet dom, maar....toch is er geen geluk: dat moeten we maken, creëren.
Ik denk, dat er (in ieders persoonlijk leven) nog wel eens een tijd komt, dat het echte, harde probleem van de realiteit zich weer aandient na deze dromerijen: dan kunnen de psalmen weer dienst doen. Dan gaat het weer om de bijbelse woorden en niet om de aanstekelijke melodielijn.
try