Oudvaders

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

Gebruikersavatar
jas
Generaal
Generaal
Berichten: 5439
Lid geworden op: 12 jun 2004 23:16
Locatie: rotterdam
Contacteer:

Berichtdoor jas » 23 apr 2005 22:44

"Hy kusse my met de kussen zynes monds". Hooglied 1:2

"De Verlosser en Heiland van de uitverkore wereld draagt niet t'onregt in Johannes Openbaar-schrift den Naam, dat hij is de Alpha en de Omega, de Eerste en de Laatste, Openb. 1:11. Niet alleen om dat hy na zyne Godheid voor alle dingen is, en blyft tot in een eindelooze eeuwigheid: niet alleen, om dat men van hem ook, als een oorzaak van alles, zeggen moet; Uit hem, door hem, en tot hem zyn alle dingen: maar wel byzonder ook, om dat hy het Begin en het Einde is en zyn moet van al ons Geloove, van alle onze Hoope, van alle onze Liefde, ja van alle de heilige Bewegingen van onze ziele: daar moet hy het Voorste, het Middelste, het Agterste, het eenige Al van wezen. Christus Jesus is die Noordster, daar het Compas van ons herte, daar de naalde van onze gedagten gestadig heen moet draajen: hij is de grootste Wensch, het hoogste Goed van onze Ziele; alle onze begeertens moeten alleen van hem beginnen en in hem eindigen. Hij is de regt Steen, daar de oogen van alle Geloovigen op zien moeten: dat regte Verzoen-deksel, daar zy gedurig met haar hert en gezigt op verheugt zyn. Zo bezit hij de ziel van zyne Gunstgenoten, dat alle de bewegingen van dien de zyne zyn. O Liefde, wonderlyker dan de liefde der wyven.
Is het dan wel vreemd, dat de verliefde Bruid in dit Liefdelied ook geen andere Alpha nog Omega heeft, dan haaren Ziele-bruidegom? Hy is ook daar in haar de Eerste en de Laatste. Niet alleen is Jesus byna in ieder Vers besturven in haren mond en hert: maar haare Liefdezugt tot hem is ook het eerste daar zy dit Hooglied mee begint; en zo is hy haar een Alpha: die zelve begeerte na haren Liefde-vriend zal ook het laatste zyn, daar zy dit Hooglied mee zal besluiten; Komt haastelyk, myn Liefste, en weest gy gelyk een rhee, of gelyk een welp der herten op de bergen der speceryen: En zo zal hy haar ook zyn tot een Omega. Dus is dan hier haar eerste Ziele-wensch; Hy kusse my met de kussen zynes monds.

Nog sprekende, nog aangesprokene Persoonen worden hier genoemd: maar op een zeer afgebroke wyze worden hier Personagien ingevoerd, als of 'er al iet voor af gegaan was. Eene Aardigheid, wegens de opmerkelyke aandoening op den Lezer of hoorder, in konstige Reden- Rym- en Toneel-stukken, van ouds zeer gemeen; gelyk den Letter-kundigen bekend is; het vervolg dan eerst nader opklarende, wie die ingevoerde Personagien zyn. Even zo begint dan ook hier de Schryver dit Godlyk Liefde-stuk; het vervolg zal ze haast ontdekken.
Dat de spreekende Personagie, onder 't woordeken MY inkomende, iemand van de Vrouwelyke Sexe is, vereischt geen ander bewys, dan het enkel inzien van den Grond-text, voor den kundigen. Niemand kan 'er aan twyffelen, of het is Zy, die over al het gansche Lied door, als de eene groote Hoofd-personagie voorkomt, die v. 8 genoemd word, de Schoonste onder de Wyven, en vervolgens, de Vriendinne, de Schoone, de Duive, de Bruid, de Zuster, de Volmaakte, de Sulamith, de Princen Dogter."

Ongewijzigd overgenomen uit het Hooglied van ds. A. Hellenbroek.
En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! (Joh. 20:28 )

Gebruikersavatar
jas
Generaal
Generaal
Berichten: 5439
Lid geworden op: 12 jun 2004 23:16
Locatie: rotterdam
Contacteer:

Berichtdoor jas » 21 mei 2005 21:52

BESCHRIJV1NG VAN HET OPRECHT EN ZIEL-ZALIGEND GELOOF

Mijn ware en eigenlijke gevoelen van het oprecht en ziel-
zaligend geloof heeft geen brede voorstelling of verklaring
nodig. Ik belijd geen ander oprecht en zielzaligend geloof te
kennen, dan hetgeen onze Catechismus doorgaans en bijzonder
Zond: 7. uitdrukkelijk leert. Ik weet het ware geloof niet
beter of eigenlijker te beschrijven, dan het daar in de Cate-
chismus beschreven wordt, hoe ook het geloof mag beschreven
worden, ik omhels elke beschrijving, die in de grond akkoord
— stemt met die van de Catech:; maar ik verwerp elke zo-
danige beschrijving, die in de grond of het wezen der zaak
daar mede niet overeenkomt. Ik verklaar geen nieuw of beter
Licht in de Leer des geloofs te hebben. Zoo als de Cathechis-
mus en alle onze symbolische Boeken of formulieren etc: en
de eerste Reformateurs, en genoegzaam
eenparig al onze oudste godgeleerden van het geloof
leren en gevoelen, zo gevoel en leer ik daar ook van,
en wijk geen haarbreed daarvan af.
Ik houd mij hier volkomen aan de oude Paden, en
erken die alleen de rechte weg te zijn. Wat ook in later tijd
(onder voorwendsel van nader en beter Licht, meer onder-
scheiden kennis etc:) van het geloof geleerd is of nog ge-
leerd word, ik houd mij aan de eenvoudige ware oude Leer
des geloofs, zo als die algemeen in onze gereformeerde
kerk is aangenomen uit Gods H. Woord, en met het dierbare
Bloed en Banden van duizend zalige martelaren is bevestigd.
Ik ben in mijn gemoed overtuigt, dat onze oude Rechtzinnige
Theologen, die God gebruikt heeft om de Leer en de kerke
van het Pausdom te reformeren, een zeer grondige en ware
kennis van het zaligmakend geloof gehad hebben; en daar-
om als er in dezen tussen de oude en nieuwe Theologen ver-
schil is, zo verklaar ik zonder enige schroom, dat ik mij
ganselijk bij de oude voeg, en dat ik door Gods genade bij
haar geloof, zoals zij ons genoegzaam allen eenparig dat
in hare schriften beschrijven en leren, altijd wil
leven en sterven.

Th. van der Groe ( uit het oprecht en ziel-zaligend geloof)
En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God! (Joh. 20:28 )

Green

Berichtdoor Green » 13 jun 2005 17:28

Een stukje bevinding bij Boston (uit de 4-voudige staat, de 12 slagen)

10. Daarop gaat de mens tenslotte aan Christus' deur om genade bedelen, maar toch ishij een trotse bedelaar, die op zijn persoonlijke waardigheid staat. Want zoals deRoomsen naast de ene en enige iddelaar, andere middelaars hebben om voor hen tepleiten, zo hebben de ranken van de oude stam altijd wel iets dat zij voor de dagkunnen halen, dat, naar zij denken, hen aan Christus kan aanbevelen en Hem ertoe kan
bewegen Zich met hun zaak te belasten. Zij kunnen er niet aan denken naar degeestelijke markt te komen zonder geld in hun Handelingen Zij zijn als mensen die zelf eens in het bezit waren van een landgoed, maar die tot uiterste armoede zijn vervallen, en zijn gedwongen om te bedelen. Wanneer zij beginnen te bedelen, dan herinneren zij zich hun vroegere positie nog en hoewel zij hun vermogen zijn kwijtgeraakt, hebben zij toch veel van hun vroegere geestesgesteldheid behouden.
Daarom kunnen zij zich niet voorstellen, dat zij als gewone bedelaars behoren behandeld te worden. Zij vinden dat zij een bijzondere achting verdienen en als deze hun niet wordt geschonken, dan komt hun geest in opstand tegen hem tot wie zij zich wenden om in hun noden te voorzien. Zo schenkt God de onvernederde zondaar vele algemene weldaden, en sluit hem niet op in de kuil overeenkomstig naar wat hij verdient. Maar dit alles is niets in zijn ogen. Hij moet aan de tafel van de kinderen gezet worden; anders acht hij zich hard en onrechtvaardig behandeld.
[/i]

Gebruikersavatar
Johnny99
Verkenner
Verkenner
Berichten: 64
Lid geworden op: 22 mei 2004 16:39
Locatie: Wijk en Aalburg

Berichtdoor Johnny99 » 25 jun 2005 13:05

Uit: Verhandeling van eenige Eigenschappen des Zaligmakenden Geloofs - Alexander Comrie

Maar ik hoor enigen onder u zeggen: O ja! Het is een onbegrijpelijk voorrecht zo nauw met Jezus verenigd te zijn; maar schoon wij niet kunnen ontkennen, dat wij bevindelijke kennis aan enige van de kenmerken hebben, zo zijn er nochtans verscheidene zaken, die ons twijfelmoedig maken omtrent onze genadestaat; en beletten ons de troost, die wij anders uit de ken- en merktekenen zouden hebben, te genieten. Willen wij u dan tegemoet komen en enige gevallen voorstellen? Let maar op de volgende, onder zuchting en inwachting van Gods licht:
Enigen zullen zeggen: dit stuk van de vereniging van de ziel met Christus door het geloof is mij altoos een zeer donker stuk geweest, hetwelk ik niet kan doorzien, en daarom, schoon ik nu en dan enige aangename werkzaamheden heb, word ik evenwel gedurig hiermee bestreden, of de grond en het fundament wel goed is, dewijl geen werkzaamheid of verkwikking goed kan zijn, tenzij deze daaruit voortvloeit. Tot antwoord dient:
1) Dat enige, maar niet alle Christenen, een onderscheiden kennis en een geestelijk geheugen hebben, hoe het werk tussen Jezus en hun ziel toeging; zij weten, hoe de Borg hun voorkwam, en wat zij deden; zij weten, welke geloofsdaden de ontdekking van de Middelaar veroorzaakte, en met welke daden zij Hem omhelsden; maar deze zijn doorgaans zulken, die diepe en zielsindringende overtuigingen, verbrijzelingen en zielsverootmoedigingen gehad hebben. Is nu Gods weg in de overtuiging met u niet alzo geweest, zo kunt gij evenwel met Christus verenigd zijn, schoon gij u de zaak zo onderscheiden niet kunt voorstellen.
2) Gij moet niet over de waarheid van uw aandeel aan en vereniging met de Middelaar twijfelen, omdat gij dat van voren niet kunt opmaken, maar gij moet het van achteren opmaken uit de gevolgen; dit is de weg, die God duidelijk in zijn Woord leert in het geven van zo vele kenmerken, om uit de gevolgen tot de zaak zelf op te klimmen; en waarlijk, de onfeilbaarste bewijzen, dat iemand in Christus is, moeten aan de gevolgen ontleend zijn. Twijfelt hij? Gaat dan naar de kenmerken; zo gij die hebt, weest verzekerd, dat gij in Christus zijt, dewijl niemand de kenmerken van genade kan hebben, of hij moet in Christus zijn. Bijvoorbeeld: vreest gij, of gij in Christus zijt? De Apostel zegt: die in Christus is, is een nieuw schepsel; wanneer gij nu de vernieuwing van uw gemoed bevindt, de inneming van uw genegenheden, wees dan verzekerd, dat gij in Christus zijt, schoon gij van het werk, zoals het in het eerst toeging, dat licht niet hebt.
Een ander zal zeggen: het is zo, men moet het uit de gevolgen opmaken of men met Christus verenigd is of niet; maar dit is juist het stuk, waarover ik bestreden word. Mijn gemoed kan volgens Gods Woord niet ontkennen, dat ik de wezenlijke geloofsdaden tot vereniging geoefend heb; maar, het komt mij voor, dat Jezus een levende, ja ook een levendmakende wijnstok is, en dat ik, indien ik door vereniging in Hem was, ook vruchten zou voortbrengen en in de heiligmaking steeds toenemen; maar ach! Ik zie dat niet, maar integendeel schijnt het, dat de verdorvenheid krachtiger wordt. En ik machtelozer.
Tot antwoord dient:
1) Dat, als men eerst veranderd wordt, de zaak alsdan zo groot is, en de toeneming zo openbaar, dat wij en anderen het zien kunnen; maar naderhand is dat zo zichtbaar niet, schoon men evenwel toeneemt, gelijk met een jonge boom: het eerste jaar of twee is zijn toeneming zichtbaar, maar naderhand wordt het van diegenen die hem dagelijks zien, zo niet vernomen; evenwel groeit hij, en een ander die hem in enige tijd niet gezien heeft, kan dat bespeuren: zo ook in dit geval.
2) in plaats dat gij hierdoor zoudt twijfelen, dient het u te verzekeren, dat gij waarlijk geen tijd-, maar een waar gelovige zijt; want als het ware geloof geoefend wordt, dan komt er licht in de ziel; dat licht ontdekt en beschuldigt de ziel doorgaans van achteren over haar feiten, en dit houdt klein en arm; maar het tijd-geloof vindt weinig strijd, en is ook nooit met een hartgrievende droefheid over zijn ongelijkvormigheid aangedaan.
3) Gij dwaalt dikwijls omtrent de groei en wasdom in de genade, en dus kunt gij de gevolgen, die gij hebben wilt, niet in u zien, schoon gij ware gevolgen hebt. Gij denkt, dat toeneming in kennis, gaven des gebeds, enz. de gevolgen moeten zijn; terwijl deze zonder zaligmakende genade bestaan kunnen. Maar beziet eens, of gij niet bevindelijker leert kennen de kracht van de verdorvenheid, de volkomen machteloosheid, de noodzakelijkheid van de vrije genade tot het allerminste, enz. Dit is groei; de bomen brengen altijd geen knoppen, bladeren, nieuwe ranken en vruchten voort; evenwel groeien zij in de dikte en in wortelen. Besluit derhalve uit uw gebrek niet, dat gij geen groei hebt, maar geloof integendeel, dat het zien en treuren over uw gebrek ware groei is.
- "I have a dream" -
dr. Martin Luther King jr.

Gebruikersavatar
Elladan
Mineur
Mineur
Berichten: 206
Lid geworden op: 09 jun 2005 13:06
Locatie: Gouda / Leiden
Contacteer:

Berichtdoor Elladan » 25 jun 2005 13:09

Hm? Kan iemand mij dat laatste stuk uitleggen? 't ziet er hatelijk uit...
"For it was not into my ear you whispered, but into my heart. It was not my lips you kissed, but my soul."

caprice

Berichtdoor caprice » 25 jun 2005 14:11

Elladan schreef:Hm? Kan iemand mij dat laatste stuk uitleggen? 't ziet er hatelijk uit...

Hatelijk...????

Leg dat eerst maar eens uit...

Green

Berichtdoor Green » 25 jun 2005 14:54

Hatelijk? Liefelijk zul je bedoelen. Aangevochten zielen worden vertroost.
Waar is het stuk dan hatelijk?

Gebruikersavatar
Elladan
Mineur
Mineur
Berichten: 206
Lid geworden op: 09 jun 2005 13:06
Locatie: Gouda / Leiden
Contacteer:

Berichtdoor Elladan » 25 jun 2005 15:21

Aha, op die manier. :)
Ik las het met de verkeerde gedachte in m'n achterhoofd... je m'excuse.

:oops: :oops: :oops:
"For it was not into my ear you whispered, but into my heart. It was not my lips you kissed, but my soul."

caprice

Berichtdoor caprice » 25 jun 2005 18:24

Bemerkt de verschrikkelijke ondankbaarheid die er is in een verwaarlozen of weigeren om tot Christus te komen op Zijn uitnodiging, met het droevige, eeuwige verderf dat daarop volgt. 'Hoe zullen wij ontvlieden, indien wij op zo'n grote zaligheid geen acht geven?' Onboetvaardige ongelovigen onder de prediking van het evan­gelie zijn de slechtste en meest ondankbare wezens van Gods hele schepping. De duivelen zelf, zo goddeloos als zij zijn, staan niet schuldig aan deze zonde, want Christus is hen nooit aangeboden zij hebben nooit een aanbieding tot zaligheid op geloof en bekering ge­had. Het ongeloof is een bijzonder grote zonde en het zal de ellende van degenen die eraan schuldig zijn, eeuwiglijk bijzonder verzwaren. 'Hoort dit gij verachters, verwondert u en verdwijn.' De zonde van de duivel is in boosheid en tegenstand tegen een kennis, die boven de natuur van de mens is in deze wereld. De mens moet daarom eniger­wijze erger dan de duivel zondigen, of God zou hen hun eeuwig deel met de duivel en zijn engelen niet geven dit is de natuur van het ongeloof.

Sommigen zullen mogelijk zeggen: 'Wat zullen wij dan doen? Waar zullen wij ons op toeleggen? Wat wordt er van ons vereist?'

Volgt de raad van de apostel, Heb. 3:7, 8, 13. 'Heden, indien gij Zijn stemme hoort, zo verhardt uw harte niet, gelijk het geschied is in de verbittering, ten dage van de verzoeking in de woestijn.' 'Maar vermaant elkander te allen dage, zolang als het heden genaamd wordt, opdat niet iemand van u verhard worde door de verleiding der zonde.'

Deze dag, zelfs deze, is voor u in het aanbod van genade de aangename tijd dit is de dag der zaligheid. Anderen hebben deze dag zowel als u gehad en hebben deze gelegenheid voorbij la­ten gaan; neemt u in acht opdat het u niet alzo verga. Nu indien iemand zou schrijven of bijzonderlijk in gedachtenis houden, dat 'deze dag aan mijn ziel een aanbod van Christus en de zaligheid in Hem gedaan is van nu af aan wil ik besluiten om mijzelf aan Hem te geven' en als u uw besluiten neemt, belast dan uw geweten met waartoe gij u verbonden hebt en prent uzelf wel in dat indien u daarvan afkeert, dat het dan een teken is dat gij ten verderve gaat.

John Owen


Zie http://cbw.life.de/oudvaders/html/Owen_Opwekking.html

Gebruikersavatar
essieee
Generaal
Generaal
Berichten: 5107
Lid geworden op: 14 apr 2003 23:47
Locatie: Barneveld
Contacteer:

Berichtdoor essieee » 26 jun 2005 11:17

Bijzondere liefdevolle vermanig!

Afgewezen

Berichtdoor Afgewezen » 15 jul 2005 07:50

'k Heb deze topic is even doorgelopen. Bij OSW vinden ze me 'zwaar', maar als ik hier zo rondkijk, ben ik geloof ik superlicht. :(
Ik ben twaalf jaar lang geabonneerd geweest op de preekjes uit de Réveilserie, maar ik moet eerlijk zeggen dat er niet één bij mij was die me echt boeide.
De taal en de manier waarop naar problemen gekeken wordt, zijn gewoon heel anders dan in onze tijd. Hoe dat precies zit, snap ik ook niet, maar ik constateer het wel.

Gebruikersavatar
elbert
Moderator
Berichten: 8749
Lid geworden op: 26 mei 2004 13:00

Berichtdoor elbert » 15 jul 2005 08:50

Afgewezen schreef:'k Heb deze topic is even doorgelopen. Bij OSW vinden ze me 'zwaar', maar als ik hier zo rondkijk, ben ik geloof ik superlicht. :(
Ik ben twaalf jaar lang geabonneerd geweest op de preekjes uit de Réveilserie, maar ik moet eerlijk zeggen dat er niet één bij mij was die me echt boeide.
De taal en de manier waarop naar problemen gekeken wordt, zijn gewoon heel anders dan in onze tijd. Hoe dat precies zit, snap ik ook niet, maar ik constateer het wel.


Allereerst van harte welkom op refoweb en veel forumplezier hier toegewenst. :)
Ik zeg je karakterisering van OSW en refoweb (als licht en zwaar) overigens niet direkt na. Eerlijk gezegd denk ik dat de meningen hier op refoweb meer uiteenlopen dan op OSW, mede door de ruimere forumregels.

Nu ontopic een stukje uit de catechismus van Geneve, die Calvijn in 1536 schreef:

Over de uitverkiezing en predestinatie (Voorbeschikking).

Bij zulk een verscheidenheid van mensen moet noodzakelijk over het grote geheim van het Goddelijke raadsbesluit worden nagedacht, want het zaad van het Woord schiet alleen wortel en draagt vruchten in degenen, die de Heere door Zijn in de eeuwigheid besloten verkiezing tot Zijn kinderen en tot erfgenamen van Zijn hemels Koninkrijk bestemde.
Alle anderen, die reeds vóór de schepping van de wereld door hetzelfde raadsbesluit van God zijn verworpen, kan de zuivere en ware verkondiging van de Goddelijke waarheid slechts "een reuke des doods ten dode zijn" (2 Kor. 2:16).
Waarom nu de Heere zich over de ene ontfermt en met de ander handelt naar de gestrengheid van Zijn oordeel, moeten wij aan Zijn wijsheid overlaten, want Hij heeft gewild dat het voor ons allen verborgen zou zijn, en dit niet zonder een goede grond. Enerzijds zou onze onvolmaaktheid van geest een zo grote helderheid niet verdragen en anderzijds zou onze nietigheid zo grote wijsheid niet verstaan. Werkelijk, wie het zou wagen daarin door te dringen, zal niet in staat zijn de vermetelheid van zijn geest in te tomen, die zal de waarheid ondervinden van wat Salomo zegt: "Wie de majesteit van God wil doorgronden, zal door haar glans worden verpletterd."*
Het moet ons genoeg zijn vastberaden te belijden, dat de uitdeling der genade heilig en rechtvaardig is, hoewel haar gronden ons verborgen zijn. Want als God het gehele menselijke geslacht wilde verderven, dan had Hij daartoe het recht. Aan allen, die Hij aan de verdoemenis ontrukt, kan men alleen maar Zijn omvangrijke goedheid afmeten.
Wij erkennen aldus in de uitverkoren vaten van Zijn ontferming - wat zij in waarheid zijn - en in de verworpenen de vaten van Zijn toorn, wat alleen maar rechtvaardig is (Rom. 9:22,23). Het ene zowel als het andere moet ons aanleiding zijn om Zijn roem te prijzen.
Laat ons niet pogen - zoals velen doen - tot in de hemel door te dringen, om ons te vergewissen van de zaligheid en om datgene te doorgronden, wat God van eeuwigheid over ons heeft besloten, want dit onderzoeken kan ons slechts met angst en jammerlijke verwarring vervullen. Vergenoegen we ons daarentegen met het getuigenis, waardoor God ons voldoende de zekerheid van deze zaligheid heeft verzekerd.
Want omdat al degenen, die reeds vóór de schepping van de wereld tot het leven waren voorbestemd, in Christus zijn uitverkoren, zo is ons in Christus, - wanneer wij Hem in het geloof aannemen en omhelzen - het Pand van onze uitverkiezing gegeven.
Want wat anders zien wij in de uitverkiezing, dan de zekerheid deel te hebben aan het eeuwige leven? En in Christus hebben wij dit eeuwige leven in Hem, Die vanaf het begin het leven is en ons als het Leven werd gegeven, opdat al degenen, die geloven in Hem, niet verloren zijn, maar het eeuwige leven vinden (Joh. 3:16).
Wanneer wij Christus aldus bezitten in het geloof, zo bezitten wij in Hem ook het Leven en behoeven nu niet meer naar het eeuwige raadsbesluit van God te vorsen. Want Christus is ons niet alleen de spiegel, waardoor ons de wil van God wordt voorgehouden, maar tegelijk ook een Pand, waardoor dit ons wordt bevestigd en verzegeld.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)

Afgewezen

Berichtdoor Afgewezen » 15 jul 2005 09:08

Ik zeg je karakterisering van OSW en refoweb (als licht en zwaar) overigens niet direkt na. Eerlijk gezegd denk ik dat de meningen hier op refoweb meer uiteenlopen dan op OSW, mede door de ruimere forumregels.

't Was ook maar een eerste indruk. Maar ik 'ontmoet' hier toch mensen, die ik op OSW node mis. Vandaar.

Roberto_75
Verkenner
Verkenner
Berichten: 1
Lid geworden op: 07 aug 2005 13:12
Locatie: Rotterdam

Berichtdoor Roberto_75 » 08 aug 2005 09:39

Optimatus schreef:Ik probeer mij al een tijdje door Augustinus "De Civitate Dei" te worstelen. Mijn Latijn laat echter nogal wat te wensen over, heb ik gemerkt, maar het gaat wel langzaam sneller.


En is het boek inmiddels uit? Ik wil het ook gaan lezen, maar dan gewoon in de Nederlandse vertaling. Mijn latijn is daar veel te slecht voor. Ik heb er geeneens examen in gedaan. Maar Augustinus is een briljant man geweest lijkt me zo. Ik ben me nu aan het verdiepen in zijn gedachtegoed.

caprice

Berichtdoor caprice » 09 aug 2005 05:31

Uit 'Opweckingen voor de trage', door Simon Simonides, over het Heilig Avondmaal:

blz 342: 'Beproevinge der Christenen
Nadert niet / o waerde siele! tot dit Hemelsch Bruylofts-bancket, eer ghy u wel beproeft en ondersocht hebt. Laet u herte u niet bedriegen en vervoeren/ siet of ghy al een rechte vrient Iesu Christi, en niet een bedrieger zijt. De Heere Iesus verklaert datter aen sijn Tafel oock wel een verrader in sluypt, ghelijck hy eens in het Pascha voor sijn Discipulen deed / och dan geen noodiger vraghe onse siele voor te houden / als dese / siele, zijt ghy 't oock? Als de Discipulen aen haren Heere deden / seggende Heere ben icket?
1 Cor. 11.29 Ps. 139.24.'


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 16 gasten