Er zijn weer een aantal postings, die voornamelijk tot doel lijken te hebben om ons ervan te overtuigen dat er maar weinig mensen zalig zullen worden, dat het verkrijgen van het heil sowieso een moeilijke en diepe, lange weg is, die vervolgens ook nog eens langs een min of meer vast stramien moet worden afgelegd. In het algemeen past die reactie bij een geïsoleerd christendom dat een eigen voorstelling heeft van de heilsweg en daar ook een eigen taal voor gebruikt. Lees de vorige postings nog maar eens door en ontdek in welke hoge mate men zich bedient van archaïsch taalgebruik vol termen en zinswendigen uit één specifieke christelijke traditie; het duidt erop dat men nooit zelf heeft leren nadenken over de inhoud die wordt nagepraat, laat staan dat men het in begrijpelijk Nederlands kan verwoorden; het is één van de onvrijheden in die kleine kerkgemeenschappen die ik zo betreur.
Eén van de zaken die men andere christenen altijd weer verwijt is het gemak waarmee die lijken te kunnen geloven. Onverholen afgunst leidt tot reacties als de bovenstaande, de inhoud is weer: bij ons gaat het gelukkig niet zo gemakkelijk. Ik denk dan: over welk geluk heb je het, wanneer mensen van zichzelf en van elkaar niet durven veronderstellen dat zij een waarachtig kind van God zijn? De twijfel, de worsteling, de onzekerheid en een levenlang beheerst worden door angst en vrees worden bijna als een deugd gezien.
Horeb wil niet in verleiding worden gebracht. Nu ga ik niet in de verdediging schieten, maar ik wil een ieder wel laten weten waarom het zo verleidelijk is om Jezus' weg te volgen. de belangrijkste reden is namelijk, dat het inderdaad zo eenvoudig is (stomverbaasde blikken?) Bedenk dan het volgende nog eens:
De boodschap van de Bijbel is dat God de mens zoekt totdat Hij hem vindt. Alle obstakels die mensen hebben opgeworpen om hem van het lijf te houden, dat zijn alle zonden van ongehoorzaamheid, afkerigheid, zelfingenomenheid, goddeloosheid, kwaad denken, spreken en handelen, liefdeloosheid ongerechtigheid, haat, geweld en verder alles wat het leven tot een hel maakt, hebben God niet afgebracht van Zijn vaste voornemen om de mens te vinden. Het bijzondere is, dat de God van de Bijbel zich zeer menselijk vertoont. Hij spreekt, Hij toornt, Hij fluistert, Hij roept. Vergeleken met alle andere goden, die zich afstandelijk en in stilte hulden, terwijl zij de rampen op de mensen deden neerregenen, is de God van de Bijbel veel emotioneler, veel dichter op de mensen betrokken. Dat levert soms ingrijpende worstelingen op met de zondaars die niets van hem moeten weten, maar het principiele punt is, dat het God niet koud laat. Daarin is Hij geen sphinx, geen tiran, geen stille kracht, maar Vader. Sterker nog, dit vaderschap is een uiting van Zijn wezen en die is Liefde.
Alles wat God heeft gedaan in schepping, het geven van de Thora, het bevrijden uit ballingschap en het zenden van Zijn Zoon zijn terug te voeren op deze zelfde eigenschap: God laat de mens niet omkomen in zijn eigen ellende. Hij daalt af. Eerst individueel, aan de aartsvaders, dan collectief aan het volk Israël, maar uiteindelijk universeel in het zenden van Zijn Zoon, die de verlossing voor eens en vooral bereid heeft, voor alle volken.
De vorm waarin God met de mens omgaat is dus steeds die geweest van de hardnekkige poging om mensen weer terug te roepen. Er zit een sterke wil achter. God wil dat alle mensen zalig worden. het mooist en ontroerends is deze eeuwige wil van God, waarop al Zijn handelen in de menselijke geschiedenis is gebaseerd duidelijk geworden in de manier waarop Jezus met de mensen omging. Niemand heeft ooit God gezien, maar Hij, Jezus heeft alles over God duidelijk gemaakt. Voor eens en voor al weten we hoe Hij het wil. Niet door kracht, noch door geweld, maar door de Geest van Christus.
wat houdt dat in? Hoe worden mensen benaderd? Hoe krijgt God Zijn mensen weer terug? Je kent het antwoord al, wanneer je de Evangeliën een beetje kent: door liefdevol optreden, door aandacht, door genezing en heling, door hulp te bieden, door eenvoudige mensen hoop en geloof te geven. Eén en al goedheid.
En dat vind ik nu verleidelijk. Kijk, ik weet beste wel (en velen met mij) wat ellende is, De wereld is er vol van. En dat gaat echt niet alleen over ellende van buiten. Elk mens weet dat hij van binnen ook meedoet aan het kwaad in deze wereld. Elk mens kent diep van binnen zijn neigingen. Maar die ellende-kennis leidt echter nauwelijks tot een reactie op Gods niet aflatende pogingen om mensen weer naar Zich terug te roepen.
Weet je wat werkt? het feit dat de genade nooit op is. Dat een Petrus zijn meester kon verloochenen zodat hij zichzelf schuldig mocht achten aan de onrechtmatige kruisiging van Jezus, maar dat Jezus hem na de Opstanding toch weer persoonlijk Zijn liefde verklaart. Tot het bittere eind houdt God het vol: Hij blijft de mensen met liefde benaderen. Niemand kan daar tegenop, denk ik. Dat is de ware kracht van de christelijke boodschap.
Al ben je nog zo'n zondaar, Gods liefde wordt er niet door aangetast. Zo verleidt God de mens.
Het is geen somber gelaat, dat ons vraagt om ja te zeggen. Nee, het is een vriendelijk gelaat, een stralend gelaat, het is een gelaat van een Vader, die altijd maar op de uitkijk stond naar zijn geliefde kind. Ja zeggen wordt dan gemakkelijk. Ja, zeker, er is altijd nog die oudste broer, die mokkend achter de boerderij staat. Moet dat nou, het gemeste kalf...moet dat nou dat grote feest...het gaat allemaal zo gemakkelijk...van Hallelujah en zo. Maar ik denk dat de Vader Zich daar ook niet door laat afschrikken. Hij trekt ook die zoon mee. Hij duwt hem met de schouders het feest op. Hij zal wel moeten. Zeg eens nee tegen je Vader, dat kan toch niet?
gravo
Gravo bedankt voor deze woorden deze zijn tot eer en glorie van onze God de Vader.