
Het is wel terzake dunkt me. Het gaat over kleding en ik laat wat weg, dus lees de site als je alles wilt. http://www.wvanvlastuin.nl/nederlands/gemeentevisie/index.html
Wat ik er mee wil zeggen is, dat deze uitleg voor mij net zo plausibel is als de mening van (bijv.) Marnix.
Dat vind ik echt lastig om mee om te gaan. Want als reformatorische christenen geloven we toch ook dat de bijbel zowel duidelijk als eenduidig is in dit soort zaken? Kortom, hoe moeten we de bijbel lezen?
In de eredienst dragen de vrouwen van de gemeente een hoofddeksel. Het is onze overtuiging dat deze aanwijzing van de apostel Paulus in 1 Kor. 11 niet de gang van zaken in die dagen beschrijft, maar waarschuwt tegen het afschaffen van deze bijbelse gewoonte. In het Oude Testament droeg de priester een muts. Het was een teken dat hij nog onverzoend was en dat hij zonder Christus niet voor God kon komen. In het Nieuwe Testament is de verzoening geschied. Christus is nu het hoofd van de man. Dat deksel op het hoofd is meer dan voldoende. De man draagt derhalve geen hoofddeksel meer. Hij staat vrij tegenover God. De vrouw die in het Oude Testament buiten de eredienst stond, neemt er nu geheel aan deel. Onze vertaling kan de verwarring wekken dat het haar van de vrouw haar deksel is. Het grondwoord maakt echter duidelijk dat het hoofddeksel op haar is overgegaan, om tot uitdrukking te brengen dat zij in de man is begrepen. Christus is het hoofd van de man en de man is het hoofd van de vrouw.
Hetzelfde verband van de Schrift leert ons dat het een eer is voor een vrouw om lang haar te dragen. Dit woord "eer" heeft een geweldig diepe inhoud. Het wordt ook wel vertaald met "heerlijkheid". In Luk. 2:14 laten de engelen ons weten dat de volle heerlijkheid van God schittert in de baby Jezus. Zo schittert de heerlijkheid van de man in de vrouw. En de heerlijkheid van de vrouw schittert in haar lange haar. Wat krijgt dit eenvoudige gebruik dan een diepe inhoud.
(...)
Wij doen een beroep op ieder lid van de gemeente om deze identiteit van de reeds eeuwen bestaande gemeente van Opheusden te respecteren. In de kernzaken mogen we ontoegeeflijk zijn, maar waar het de vormgeving betreft, mag er van de christen flexibiliteit en zelfverloochening worden verwacht.