janneman83 schreef:Ik denk niet dat ik je helemaal begrijp wat je bedoelt... Ik heb natuurlijk wel bepaaldse doelen in mijn leven. zoals vorderingen op me werk maken me rijbewijs halen enz... Maarja als je daar diep over na gaat denken en je afvraagt wat voor een nut het allemaal heeft dan kom ik tot de conclusie dat allemaal weinig nut heeft. het maakt je even wat gelukkiger en daar houd het meestal bij op.. soms wordt het door bepaalde doelen te behalen het leven voor een langere tijd wat makkelijker. Maar uiteindelijk is en blijft het geen doelen om voor te leven.
Je leeft wat, je bent af en toe vrolijk en af en toe depri en daarna is je leven weer voorbij. Wat voor nut heeft het dan om te leven??? Als ik het heel qru mag benaderen. dan kan ik eigenlijk net zo goed zeggen maak zoveel mogelijk lol en als je depresief wordt of het leven niet meer ziet zitten kan je net zo goed een eind aan me leven kan maken want het heeft allemaal uiteindelijk toch geen nut. Het maakt toch verder niet uit of je nu wel of niet op de aardbol rond loopt. Je kan toch toch geen dingen berijken die het leven zinvol kunnen maken. Tja dan kom ik idd weer bij het punt van het geloof die voor mijn (probleem) een oplossing aan bied... (alleen heb ik daar zo giganties veel moeite mee om er echt in te kunnen geloven )
Ik heb ff snel je geschreven stukje door gelezen en ik denk dat ik je wel begrijp. Heb zelf ook vaak van die gedachten van: waar leef ik eigenlijk voor? etc.
Voor mij verwoorde het boek: Prediker (
http://www.coas.com/bijbel/pr1.htm ) eigenlijk precies wat ik de afgelopen tijd vaak denk. Het is gewoon een feit dat de wereld onder de vloek (van de ijdelheid) ligt. Zoals Romeinen 8 dat zegt: vs.20 "Want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft; ". En die prediker in het boek Prediker weet dit ook. Hij mag het leven recht in de ogen kijken. Zijn ogen zijn er voor geopend en hij verstaat dat alles ijdelheid is. 'IJdelheid der ijdelheden het is al ijdelheid.' Het leven is een zeepbel. Je leeft het even en pats het is weer weg. Alles 'in zich zelf' is volkomen zinloos. Je werk, studie, ontspanning, plezier etc.
Prediker 1
1 De woorden van den prediker, den zoon van David, den koning te Jeruzalem.
2 Ijdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.
3 Wat voordeel heeft de mens van al zijn arbeid, dien hij arbeidt onder de zon?
4 Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.
5 Ook rijst de zon op, en de zon gaat onder, en zij hijgt naar haar plaats, waar zij oprees.
6 Zij gaat naar het zuiden, en zij gaat om naar het noorden; de wind gaat steeds omgaande, en de wind keert weder tot zijn omgangen.
7 Al de beken gaan in de zee, nochtans wordt de zee niet vol; naar de plaats, waar de beken heengaan, derwaarts gaande keren zij weder.
8 Al deze dingen worden zo moede, dat het niemand zou kunnen uitspreken; het oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet vervuld van horen.
9 Hetgeen er geweest is, hetzelve zal er zijn, en hetgeen er gedaan is, hetzelve zal er gedaan worden; zodat er niets nieuws is onder de zon.
10 Is er enig ding, waarvan men zou kunnen zeggen: Ziet dat, het is nieuw? Het is alreeds geweest in de eeuwen, die voor ons geweest zijn.
11 Er is geen gedachtenis van de voorgaande dingen; en van de navolgende dingen, die zijn zullen, van dezelve zal ook geen gedachtenis zijn bij degenen, die namaals wezen zullen.
12 Ik, prediker, was koning over Israel te Jeruzalem.
13 En ik begaf mijn hart om met wijsheid te onderzoeken, en na te speuren al wat er geschiedt onder den hemel. Deze moeilijke bezigheid heeft God den kinderen der mensen gegeven, om zich daarin te bekommeren.
14 Ik zag al de werken aan, die onder de zon geschieden; en ziet, het was al ijdelheid en kwelling des geestes.
15 Het kromme kan niet recht gemaakt worden; en hetgeen ontbreekt, kan niet geteld worden.
16 Ik sprak met mijn hart, zeggende: Zie, ik heb wijsheid vergroot en vermeerderd, boven allen, die voor mij te Jeruzalem geweest zijn; en mijn hart heeft veel wijsheid en wetenschap gezien.
17 En ik begaf mijn hart om wijsheid en wetenschap te weten, onzinnigheden en dwaasheid; ik ben gewaar geworden, dat ook dit een kwelling des geestes is.
18 Want in veel wijsheid is veel verdriet; en die wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart.
En zo behandeld ie eigenlijk in dit boek alle kanten van het leven. Maar ja, eigenlijk willen ik en jij dat ten diepste te niet onderstrepen. Je zou er eigenlijk (een beetje) depressief van worden. En dat werd ik ook eigenlijk een beetje. Het boek Prediker helemaal begrijpen deed ik ook niet, dus toen ben ik een gaan zoeken naar een preek over dit boek. Erg! weinig preken over te vinden, naar mijn mening. Maar heb er toen toch 1 over gevonden en daardoor werd me toch wel veel meer duidelijk.
http://www.kerkaandelek.nl/
Ds. de Jong, uit Krimpen aan de Lek
Schriftlezing: Prediker 1:1-11 en Romeinen 8:18-25
http://www.kerkaandelek.nl/audio/Pr20040704.mp3 (doel opslaan...)
een mooie preek over dit boek.... conclusie v/d preek: Zoek het Leven buiten jezelf in Christus! Want Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven!
Ik raad het je aan om eens deze preek te luisteren. Het is niet mijn kerk en ook niet richting, maar toch gaf het me veel onderwijs en veel om over na te denken. En het was een van de weinige preken die ik over prediker kon vinden.
Over het boek Prediker (Groot Nieuws Bijbel):
Dit boek heet Prediker omdat de denker die hier aan het woord is, zo wordt aangeduid. Hij geeft zich uit voor koning Salomo zonder diens naam te noemen. Salomo was volgens de traditie een bijzonder wijs man en iemand die veel heeft gedaan voor de beoefening van de wijsheid. Daarom werd zijn gezag ook aan dit boek verbonden. Het is echter zoals o.a. uit de taal blijkt, uit veel latere tijd afkomstig. Met de boeken Job en Spreuken maakt Prediker deel uit van de wijsheidsliteratuur van het Oude Testament.
Prediker bevat de overwegingen van een man , die diep heeft nagedacht over de zin van het leven, over de tegenstrijdigheden erin, de vergankelijkheid ervan, over het onbegrijpeliijke onrecht in de wereld en over al het gezwoeg van mensen dat nergens toe leidt. Slotsom lijkt dat alles zinloos is, een 'najagen van wind'. Hij gelooft wel dat alles in Gods hand is, maar hij kan God niet volgen in de manier waarop Hij het leven van de mensen bepaalt. Daarom zegt hij dat de mens bescheiden moet zijn. De nietige mens weet immers heel weinig van God, van de wereld en van het leven. De schrijver is iemand die overal het betrekkelijke van inziet. Toch staat hij positief tegenover het leven. De raad die hij geeft, is : pak flink aan, ondanks alles, en geniet tegelijkertijd van de gaven van God, zoveel en zolang je kunt.
Het boek eindigt met het advies: heb ontzag voor God en onderhoud zijn geboden. Binnen die opdracht moet het leven geleefd worden, met al zijn moeite, verdriet en vreugde.
Ja eigenlijk komt het er op neer dat alleen een leven voor God zinvol is. Tot zijn eer leven, dat is ons doel. Hem verheerlijken op de aarde dat is ons doel, daartoe heeft God ons geschapen. En dat heeft de mens , maar kort volgehouden. De zondeval kwam er tussen. We hebben gekozen om niet naar God te luisteren. En nu is God een rechtvaardig God die handelt met geslachten en zo vervloekte Hij rechtvaardig het gehele menselijke geslacht. En nu leven we allemaal onder die vloek. En we kunnen niet meer tot Gods eer leven, dat is onmogelijk. We leven allemaal naar het goeddunken van ons eigen hart (naar ons vlees): Rom8vs7: "want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet."
Zelfs onze beste werken zijn met zonden bevlekt. Maar toch hebben we die verplichting om dat doel te vervullen waarvoor wij mensen zijn geschapen, nml. God verheerlijken op de aarde.
Maar nu is er een Ander, Christus die bidt: Joh. 17 vs4: 'Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen;' Hij hield de wet, Hij die geen zonde gedaan heeft. En liet zich offeren als het Lam Gods om Borg te zijn voor zondaren (mensen). En nu vraagt Hij om ons hart om je er een nieuw hart voor in de plaatst te geven. een hart vervuld met een vasten Geest om door Hem te Leven en tot Zijn eer te Leven (Ezechiël 36). Maar dat is onmogelijk dat wij ons slechte hart geven, wij kiezen altijd het verkeerde. Wat een dwaasheid dat we onze eigen dwaasheid niet zien. Openb. 3vs17´Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.´ Maar gelukkig is hetgeen dat onmogelijk is bij de mens, mogelijk bij God. Lukas18vs27 ´De dingen, die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God.´
Bidt, en u zal gegeven worden...
Dat is in het kort waar het in dit leven om draait, denk ik...