Laatst las ik in de Bijbel de tekst dat God een arm en ellendig volk over zou houden. Echter, de nadruk die er dan vanuit een zeer rechtzinnige hoek op gelegd wordt is vaak in de trant van: “je moet bijna je hele leven huilen en je ellenden belijden.” Dat is volgens mij ook niet de strekking van het Evangelie.
Toch wordt er ook vaak gezegd dat je juist in de diepte moet zitten, zodat Gods genade juist op zijn heerlijkst is. Dat de macht van de zonde nog heel groot is, en dat je daar niet zomaar uit komt. Echter, vaak vind ik de mensen die zo denken een beetje slecht naar de buitenwereld overkomen. Ze leggen vaak de nadruk op de ellendekennis die men wel moet hebben “want anders is het niet echt hoor!”
Echter als ik mij zelf ellendig ‘voel’, dan kan ik ook niet anders dan ermee naar God gaan. Maar ik heb dan geen enkele kracht meer om dan een zoutend zout en een lichtend licht te zijn. Dan lukt gewoon niet meer, ik heb dan eigenlijk hard gezegd genoeg aan mijzelf.
Voel ik mij echter vol van Zijn liefde, dan lijkt het wel eens alsof ik de hele wereld aankan, en dan kan ik mijn geloof ook afstralen (hoewel dat ook lang niet altijd lukt). Juist als ik die liefde voel, krijg ik ook de kracht om met God bezig te zijn.
Daarom heb ik een vraag. Wat is het doel van het ellendig, arm en naakt zijn voor God? Houdt dat niet alleen maar van God af?