Ik denk dat het voortkomt uit Gal. 3:24; "24 Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden."
Echter, uit de verzen daarna blijkt dat dit niet meer geldt als men tot geloof is gekomen.
Daar ben ik het dik mee eens. Zolang Jezus nog niet gekomen was, stond het volk Israel nog onder "voogden". Nu zijn wij zonen.
Galaten 4: Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld. Nu Christus is gekomen hebben we de Heilige Geest ontvangen (Pinksteren!) en zijn nu "zonen". Daarom zegt Paulus ergens anders dat hem alles "geoorloofd" is - een volwassen zoon staat niet meer onder (direct) gezag van de ouders en hoeft niet alles te vragen. Hij kan doen waar hij zin in heeft, maar een verstandig zoon zal natuurlijk alleen goede dingen doen, en zich niet laten drijven door waar hij zin in heeeft. Zo worden de christenen van nu door de Geest van God geleid.
De tucht is dus de tuchtmeester, de voogd, het voogdijschap van de wet waaronder we waren totdat wij zonen (en dochters!) zijn geworden.
Kijk eens met welke geweldige belofte de wet begint: Ik ben de Heere uw God......
Dat God hen uit Egypte had geleid en hun God was, was op dat moment al zo, dus geen belofte, want het woord belofte leg ik uit als iets wat (ook) in de toekomst ligt.