Kabbalah kent niet zijn oorsprong in Baäl, maar in het "licht". De Joodse dogmatiek is vrij theoretisch en staat een beetje los van enige beleving. Nu waren er Rabbi's die meer bevindelijk het geloof wilden beleven en gingen in meditatie het eeuwige licht, de oorsprong van alles zoeken. In het boek Henoch staat een verhaal dat ik aardig kaballistisch vind over komen. Via meditaties daalden ze af tot het diepste duister, of stegen ze op tot de zevende hemel om het licht maar te kunnen aanschouwen. Kaballah (of geheime leer) kent ook wel bezweringen en zelfs vervloekingen, maar het was van oorsprong vooral om de gaten in de bijbel op te vullen door dingen die de Rabbi's in meditaties hebben gezien. Nu is de kaballah toch redelijk geaccepteerd in de Joodse wereld. Het heeft vergeleken met de Tenach (en de dogma's erom heen) niet zo veel invloed, maar kent zelfs in Orthodox Joodse kringen wel een plaatsje.
Meer over Kabbalah kun je lezen in het boek van het licht van Chaim Potok.
Ik trok de prikkelende vergelijking met de bevindelijkheid in de ger. gem. om een discussie aan te roeren over de zucht naar mystiek en beleving in ons geloof. Een roep om naast het kale geloof een zekerheid te vinden in beleving van bepaalde emoties of zelfs dromen en visioenen.