Het volgende schrijven van Johannes de Heer gaat over het selectief gebruik van de wet: aan dit gebod uit de Thora houd ik me wel, aan de andere niet. En dus over de inconsequentie van het toch willen wijzen op de 'jota en de tittel' en de 'kleinste geboden' om anderen onder de Tien Woorden en in het bijzonder onder de letterlijke sabbatsviering (inclusief het tijdstip) te willen dwingen.
Gij, noch uw dienstknecht, noch uw vreemdeling
Met het gebod voor den dienstknecht en vreemdeling leggen ook zij het af. Want geen Z.D.A. is er, die niet profiteert van den arbeid van anderen op Sabbat; hetzij van het brood, dat gebakken; de melk, die gemolken; de groenten, die geplukt; de krant die gedrukt; het gas, dat gestookt; of het leidingswater dat op Sabbat gepompt is.
Gedurende mijne Sabbat-viering heb ik de inconsequentie van deze dingen gevoeld, en ik nam mij daarom ernstig voor de Sabbat-viering in alle opzichten door te voeren. Natuurlijk deed ik geen correspondentie op de post, doch de post bracht ze wel bij mij. Dit mocht natuurlijk ook niet; daarom weigerde ik de post, de besteller nam hem mee en bewaarde ze tot Zondag. Ik natuurlijk in mijn nopjes, dat de post althans voor mij niet op Sabbat werkte; doch later vernam ik, dat de post veel meer werk had gehad aan het achterhouden van mijn post dan door ze eenvoudig in de bus te doen. Ook zorgde ik, dat mijn buitenlandsche post zóóveel dagen vòòr Sabbat wegging, dat ik de volle zekerheid had, dat ze niet op Sabbat in het buitenland besteld werd. Dat was nu wel mooi, doch het resultaat was, dat ik behalve de misère aan al die uitzoekerij verbonden, als gevolg dezer beschikking bijna alle antwoorden en verzendingen uit het buitenland juist op Sabbat plaats vonden.
Mijn muziek-uitgaven mochten niet op Sabbat gedrukt worden; de drukker had mij zulks beloofd. Doch daar krijg ik een pak van den drukker.... op Sabbat. Ik was alzoo verheugd dat mijne uitgaven nu eens vrij van Sabbats-smetten zouden zijn; men begrijpe dus mijne teleurstelling. Natuurlijk schreef ik dIrect aan den drukker, dat hij moest zorgen, dat ik geen zending meer op Sabbat ontving. De drukker was vriendelijk genoeg dit te doen en ik ontving de volgende zending dan ook op Woensdag.
Toevallig kijk ik den vrachtbrief na, en zie dat het pak op Sabbat is afgezonden. Natuurlijk weer er over geschreven met het resultaat: er waren maar twee gelegenheden per boot; òf op Sabbat verzenden, òf op Sabbat ontvangen. Ik heb toen wel de duurdere spoorverzending gekozen, maar de latere zendingen konden immers de Sabbat-smetten van de eerste niet meer uitwisschen.
Een ander geval:
Mijn papier is op. De reiziger bezoekt mij. Ik geef een order, doch onder voorwaarde, dat het papier voor mij op Sabbat noch gemaakt, noch verzonden mag worden. De order wordt geweigerd, onder toelichting, dat de papier-fabricage zoodanig is ingericht, dat het werk dag en nacht doorgaat en er daardoor geen vel papier in de wereld te krijgen is, dat vrij is van Sabbat-schennis.
Ik noem maar een paar gevallen; doch zóó ging het altijd door en ten slotte was het juist de consequentie van mijn Sabbat-viering, die mij van de sabbatviering verlost heeft.
Ik leerde inzien, dat Gods geboden niet willekeurig naar menschelijke opvatting mogen gewijzigd worden; doch dat evenmin geboden mogen aanvaard worden, die voor een ander volk en land, onder andere omstandigheden en in een anderen tijd gegeven waren. In de woestijn en in Palestina toch kon het Sabbats-gebod nauwkeurig gehouden worden; híer kan men er niets van maken dan een caricatuur. Want als een Z.D.A. zich Vrijdagsavonds één minuut na zonsondergang van zijn werk naar huis begeeft, en, om er vlugger te zijn, nog even de tram neemt, dan thuis bij het licht zijn bijbel leest en zijn koude ledematen bij de kachel warmt, om dan onder het genot van een warm hapje zijn medelijden te uiten over de millioenen, die daar buiten bezig zijn door hun werken op Vrijdagavond Gods heiligen dag te ontheiligen.... is híj juist bezig aan zijn 5e letterlijke overtreding van het Sabbats-gebod. Hoeveel overtredingen er op dien Sabbat nog volgen zullen in daden, gedachten en woorden, zullen we maar niet berekenen.
De beste en meest afdoende verlossing van allen twijfel omtrent de viering van den Sabbat in onzen tijd zal zijn, drie maanden lang den Sabbat nauwgezet naar den Bijbel - niet naar het Z.D.A. voorbeeld - te vieren. Deze proef zal de waarheid der apostolische uitspraak uit Hand. 15: 10 bewijzen; n.l. dat het aannemen van de inzettingen van Sinaï een juk is, dat niet is te dragen.
(Uit: HET ZEVENDE-DAGS-ADVENTISME EN DE SABBATVIERING door Johannes de Heer - Uitg. Het Zoeklicht)
En mocht je Handelingen 15:10 opzoeken, lees dan nog een vers verder:
Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij ('onze vaderen' uit vers 10).
De Wet = Liefde. De Wet <> Mozes.