Hein schreef:Oef,
of ik het daarmee eens ben weet ik niet. Ik lees in lukas het verhaal over de feestmaaltijd bij de koning. Velen werden genodigd, ze werden zelfs gedwongen om in te komen (moeten wij trouwens ook doen) IEdereen mocht komen. Komt er trouwens een binnen zonder kleed en die wordt weggestuurd (hij was wel genodig hoor, en oprecht, hij was daar welkom, alleen niet zonder kleed wat ook weer gratis te krijgen was). Over dat verhaal lees ik: velen waren geroepen (wat jij nu over een kam scheert met verkozen) maar weinigen uitverkorenen. dit weinigen slaat niet op weinig mensen, maar daarmee wordt bedoeld dat op wereldniveau het er niet zo heel veel zijn volgens mij.
als ik lees over de verkiezing in de bijbel zie je echt dat God heeft gekozen. Lees bijvoorbeeld de 1e 2 hoofdstukken van efeze eens onbevangen door. Ondanks de verkiezing wil God dat alle mensen zalig worden. Ds. Harinck noemt dat een bijbelse onconsequentie, en ik kan het met hem eens zijn. er zijn er echter ook die zeggen nee God wil niet dat alle mensen zalig worden.
Nu ja, ik praat weer veel te veel. genoeg.
Volgens mij werd er niemand gedwongen om te komen, want toen de genodigden met uitvluchten kwamen, liet de koning hen begaan en gaf hij de opdracht om iedereen die maar wilde uit te nodigen.
Nu heb ik altijd geleerd, dat je heel voorzichtig moet zijn met al te vergaande dogmatische conclusies te verbinden aan gelijkenissen. Je moet je eerst afvragen, waar het in de gelijkenis primair om gaat. Deze gelijkenis staat in Matt. 22 in de context van allerlei tegenwerpingen die de geestelijke leiders (Farizeeën e.d.) hadden tegen Jezus. Op dat moment stonden ze op het punt de Messias te te laten kruisigen. Het is een waarschuwing aan hun adres: eerst vertelt Jezus de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters, daarna van het bruiloftsmaal. De Joodse leiders gingen prat op hun uitverkoren zijn als volk Israël. Dan vertelt Jezus over de genodigden, die toch geen interesse in de Zoon hadden. In hun plaats wordt de bruiloft opengesteld voor
iedereen. Ik denk dat Jezus in deze gelijkenis primair spreekt over het feit, dat na de verwerping van het evangelie door de Joden, het heil aan de heidenen wordt aangeboden, mits zij een wit kleed (=gereinigd op basis van het offer van Jezus) aanhebben (zie ook Rom. 9-11). Dat is toch wel een iets ander onderwerp dan de Calvinistische uitverkiezings leer.
Dan Ds. Harinck. Een bijbelse inconsequentie? Zo'n verwacht ik van een vrijzinnige theoloog. Als de theologie niet in lijn is met de bijbel, dan lijkt het me niet dat de bijbel inconsequent is, maar dan zit de theologie ernaast!