Zijn stuwwallen wel of niet door ijs gevormd?link:
http://www.digibron.nl/search/detail/01 ... gevormd/30Antwoord: stuwwallen zijn niet tijdens de nooit plaatsgevondenhebbende wereldwijde zondvloed gevormd, maar ongeveer 150.000 jaar geleden!
link:
http://www.geologievannederland.nl/land ... en/stuwwalEen stuwwal is een heuvel in het landschap die ontstaan is doordat een gletsjer de grond heeft opgeduwd. In ons land zijn het de meest opvallende overblijfselen uit het Saalien. Vanuit Scandinavië gleed toen een ijskap in zuidelijke richting over Europa. In Nederland kwam dit ijs op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen tot stilstand. Op die lijn, maar ook in noordelijker gebieden in Nederland, zijn stuwwallen te vinden. Het gewicht van het ijs, dat vele honderden meters dik kon zijn, perste de grond onder het ijs weg. Hierdoor ontstonden er aan de voor- en zijkanten van de gletsjer tot tweehonderd meter hoge heuvels. Bekende stuwwallen in Nederland zijn de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug.
Hoe ziet een stuwwal er uit?Ten noorden van de grote rivieren vinden we op verschillende plekken in ons vlakke land stuwwallen: heuvels die soms meer dan honderd meter boven het landschap uitsteken. De stuwwallen zijn langgerekt van vorm en er groeien vaak bossen op, waardoor ze nog eens extra opvallen tussen de landerijen.
Hoe is een stuwwal ontstaan?Stuwwallen zijn gevormd door de kracht en het gewicht van landijs, dat in het Saalien (ongeveer 150.000 jaar geleden), vanuit Scandinavië tot halverwege ons land wist door te dringen. Rivieren hadden de (meestal zand en grind) al eerder afgezet, waarna hij werd opgeduwd door het ijs. Op plaatsen waar de grond weggeduwd was bleven laagten in het landschap achter, die glaciale bekkens genoemd worden
In Noord- en Midden-Nederland is een aantal stuwwalreeksen gevormd. De gletsjers 'gleden' als het ware voort op een dun laagje smeltwater, dat via spleten in het ijs naar beneden sijpelde. Het ijs kon gemakkelijk over de leemgrond in Noord-Nederland glijden omdat het smeltwater niet in de leem doordrong. In Midden-Nederland bereikte het ijs de grove rivierzanden. Het smeltwater onder het ijs drong hier de bodem in, met als resultaat dat het ijs langzamer ging glijden en zich de bodem ingroef. Zo duwde het ijs grote schotsen bevroren land opzij en voor zich uit tot hoge heuvels. In zandgroeves in het stuwwallengebied zijn deze schotsen terug te zien als lagen zand en klei die als dakpannen over elkaar heen geschoven zijn.
link:
http://www.ijstijd.net/ijstijd/sporen.htmlDe vorming van ijskappen had zeer ingrijpende gevolgen voor het landschap. Omdat de laatste ijstijd geologisch gezien nog maar kortgeleden heeft plaats-gevonden, zijn de sporen hiervan in het landschap nog goed te zien. Onder druk van de ijskappen trad bodemdaling op, terwijl de uitbreidende gletsjers rotsbodems verpulverden en grote zwerfkeien duizenden kilometers verplaatsten. Daar waar de ijsmassa's de rivieren tegenhielden, werden rivierlopen verlegd. De julitemperatuur bedroeg hooguit 10 graden waardoor de plantengroei zeer schaars was. Op grote delen van het Noordelijk halfrond was de bodem permanent bevroren, hetgeen diepe sporen in het landschap heeft nagelaten. Enkele van die sporen worden hierna besproken.
Door de grote druk hebben de groeiende ijskappen diepe voren in het landschap gemaakt en zand en grind opgestuwd en afgezet voor de verste uitlopers. Ook in het Nederlandse landschap zijn stuwwallen ontstaan. De Utrechtse heuvelrug, de Hoge Veluwe in Gelderland en de Hondsrug in Drente zijn stuwwallen.
link:
http://www.arknature.nl/ontstaan-van-he ... rengebied/De geschiedenis van onze rivieren gaat miljoenen jaren terug. Al voordat de Rijn en de Maas in opkomst waren, maakte er een grote rivier gebruik van wat nu het noorden van Nederland is. Deze rivier uit het Plioceen heette de Eridanosrivier en stroomde vanuit Denemarken naar de Noordzee.
Door de vorming van Gletsjers in de voorlaatste ijstijd, de Saalien, werd een aantal grote stuwwallen gevormd. Voorbeelden hiervan zijn de Utrechtse heuvelrug, het Rijk van Nijmegen, Montferland en de Veluwe. Door de vorming van deze stuwwallen konden de rivieren de Rijn en de Maas niet anders dan naar het westen.
Door wisselingen in het klimaat, aangestuurd door de ijstijden en de tussenijstijden, veranderden de rivieren hun eigen loop regelmatig. Maar in de laatste duizend jaar heeft de mens daar een systeem achter bedacht van dijken. Sindsdien ligt het Nederlandse rivierenlandschap meer vast in haar huidige vorm.