mealybug schreef:Het Griekse woord " ecclesia ", wordt 115 keer gebruikt in het Nieuwe Testament, en in de meeste bijbels, is het altijd verkeerd vertaald als " kerk ", behalve in Handelingen 19: 32,39,41, waar het wel goed is vertaald met "vergadering" .
De HSV heeft het wel goed vertaald.
De eerste complete Engelse bijbel was de Tyndale Bijbel in ongeveer 1524, en deze Bijbel heeft het woord 'kerk' niet, het gebruikt het woord ' gemeente . " Ergens na deze bijbel, begonnen ze het woord "gemeente" met het woord "kerk" te vervangen.
Maar zoals we in de Bijbel lezen, 'woont God niet in tempelen met handen gemaakt " (Handelingen 17: 24,48, 2 Korinthe 5: 1, Hebreeën 9:24)
Want dat is de betekenis van het woord kerk.
"een plaats van verering van een religie als een Joodse of heidense tempel ".
Als de wereld zegt: "Kerk," denken ze aan een gebouw of een structuur , en dit is eigenlijk de oorspronkelijke betekenis van de kerk, maar op een of andere manier veranderd naar het lichaam van Christus
Ik voel me niet erg aangesproken. Ooit was ik lid van de Gereformeerde Gemeenten. Lid van één van de gemeenten die een kerkverband vormden. Was het nu een gemeente of een kerk? In de praktijk zijn het inwisselbare begrippen, als je er niet zo moeilijk over doet, tenminste.
En o ja, die gemeente had ook een gebouw waar ze samenkwamen. Een hele praktische zaak in het regenachtige Nederland, trouwens. Zo'n gebouw wordt ook "kerk" genoemd.
Het lichaam van Christus wordt gevormd door personen. De gemeenschap van die personen kan allerlei namen krijgen. Evangelische gemeente, Kerk van de Nazarener, Gereformeerde Gemeente. Dat is allemaal niet in strijd met het Lichaam van Christus. Sterker nog, dat is zelfs een eenheid tussen christenen, die kerk of gemeente-overstijgend is.
Nu nog even over de organisatie of de structuur van gemeenten of kerken. Je kunt niet zonder. Je zult toch het een en ander moeten regelen. Wie gaat er voor? Wie beheert het geld? Wie onderhoudt het gebouw, wie leidt de gemeente en neemt beslissingen? Hoe gaan we om met onze kinderen? Hoe regelen we diaconale activiteiten? Hoe leiden we onze voorgangers op? Welke doelen steunen we en welke niet? Hoe gaan we om met onze buren in de wijk waar ons gebouw staat? Welke activiteiten ondernemen we om mensen te werven? Hoeveel jaar mag iemand dezelfde belangrijke post bekleden? Wat te doen bij conflicten? Wat geloven we eigenlijk wel en wat niet? Kan iedereen zomaar lid worden? Wat verlangen we van mensen als ze lid willen worden of als ze lid zijn? Hoe gaan we om met mensen die tegen de belangen van de gemeenschap ingaan? Hoe staan we tegenover kritische vragen? Welke contacten houden we met andere christenen? wat te doen als het kerkgebouw te klein blijkt te zijn of juist te groot? Je ziet het: het dagelijkse leven van christenen is heel praktisch, heel concreet en heeft dus met organisatie, taakverdeling, afspraken, ontstane gewoonten en manieren te maken. Kerken en gemeenten zijn hele praktische gevolgen van samen willen optrekken. We kunnen als christenen uit alle landen natuurlijk niet zonder enige organisatie met z'n tienduizenden in het bos gaan zitten. Zelfs de schare rond Jezus kreeg een heel praktisch probleem: ze moesten een keer eten. De discipelen moesten er een mouw aan passen. Kerkelijke instituten doen niet anders.
Echt, als je meer wilt zijn dan een religieuze eendagsvlieg, dat zul je een bepaalde structuur moeten vinden. Een dak boven je hoofd, wat spelregels, enige overeenstemming over vorm en inhoud. En dan ontstaan er vanzelf kostbare momenten, dierbare herinneringen, gekoesterde gewoonten, jubilea, historische beslissingen, gesprekken over de begintijd, de stichters, de grondleggers en verhalen van vroeger.
Kortom, wat begint als een praktische zaak (heel idealistisch, ongestructureerd, vrij en spontaan) wordt uiteindelijk een deel van je identiteit. Het kerkgebouw, de oude liederen, de vurige voorganger die reeds lang overleden is. Ze horen er in de beleving allemaal bij. Structuur wordt identiteit, wordt instituut. Dat hou je niet tegen.
Zeker niet als een Kerk dat 2000 jaar heeft volgehouden. Dan heb je heel wat meegemaakt, is alles wat je wel of niet voor mogelijk houdt al eens langsgekomen in je kerkgeschiedenis en zijn je bibliotheken redelijk gevuld geraakt.
Dat gebeurt in Rome, maar ook bij het Leger des heils, wil ik maar zeggen. Als je maar lang genoeg zoekt, kun je zowel de mooiste als de lelijkste voorvallen uit zo'n lange kerkgeschiedenis vissen.
Het is maar net wat je graag wilt zien. Altijd is er wel een voorbeeld van te vinden.
En toch hoeft dat helemaal geen afbreuk te doen aan de werkelijkheid van het Lichaam van Christenen. Het heeft juist iets moois: zoveel christenen, verspreid over zo veel generaties, levenden en overledenen, de strijdende en de triomferende kerk, ze zijn nog steeds een eenheid. Het Lichaam van Christus heeft zoveel leden. Geen enkel lid kan van een ander lid zeggen dat ie er niet bij hoort of nutteloos is.
gravo