Kreeg gisteren de ingeving om het internet te doorzoeken over de gelijkenis van de talenten uit Mattheüs 25 : 14-30.
Ik vond allerlei uitgebreide verklaringen die me eerst geen verlichting konden bieden, maar toen ineens had ik het:
Vers 19, Na een lange tijd kwam de heer van de dienstknechten en hield afrekening met hen.
* Aangezien het hier een verhouding tussen heer en knechten betreft, duiden dezen op God en gelovigen.
Tenminste dat zou je in eerste instantie denken.
Maar je leest verder...
Vers 24, Maar hij die het ene talent ontvangen had, kwam ook en zei: "Heer, ik wist van u dat gij een hard mens zijt, die maait waar gij niet gezaaid hebt, en vergadert van waar gij niet gestrooid hebt.
* Hieruit blijkt dat de dienstknechten Joden symboliseren aangezien de Heer namelijk ook van plan was om uit de heidenen te gaan oogsten. Deze dienstknecht wist dat van zijn heer en dit verklaart waarom betreffende heer zijn knecht afkeurt.
Hij zegt: "Boze en luie knecht". Hij vind hem afgunstig omdat hij niet wilde helpen om mensen uit de heidenen te gaan oogsten.
Zoals ik het persoonlijk opvat, stelt het talent het sterfelijke leven voor (zie ook Filippensen 1 : 21-26).
Of misschien beter gezegd: Het aantal talenten zegt iets over de duur van ieders leven.
De knecht die 5 talenten ontvangen had, leefde mijns inzien langer dan de knecht met de 2.
De talenten die de goede knechten erbij verdienden, zijn de mensenlevens die door hun werk voor God gewonnen werden.
Dat werk bestaat natuurlijk uit het vergeven van, doch niet iedereen laat zich vergeven.
Het ene talent staat voor een kort leven wat kan duiden op ziekte, ongeval, moord of zelfmoord. Hoe dan ook had hij maling aan zijn eigen leven. Vooral niet te vergeten dat hij dat ook aan dat van anderen had !!!
Wanneer ik me in de heer verplaats, komt de knecht met het ene talent op mij ook een beetje plagerig over. Zo van: Ik heb het leven, maar ik begraaf het. Hij steekt zijn kop in het zand, terwijl het leven bittere ernst is. Hij maakte een sarcastisch spelletje van al de moeilijkheden die zich in de realiteit voordoen en als toppunt op zijn pesterij zegt hij tegen de heer: "Zie, hier hebt gij het uwe" (vers 25), nadat Die hem bij Zijn terugkomst uit de dood had opgewekt.
Daarom werd hem dat talent, dat leven, afgenomen.
Vers 29, Want aan ieder die (iets zinnigs) heeft, zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar van hem die niet heeft, van hem zal (af)genomen worden ook (het onzinnige) wat hij heeft.
* Dat wat tussen haakjes staat, heb ik er ter verduidelijking aan toegevoegd en wordt in de grondtekst niet zo vermeld.
Wat ik hieruit suggereer, is dat sommige mensen zodanig zondigen dat ze uiteindelijk niets zinnigs meer overhouden, zoals vrienden bijvoorbeeld.
Die goede knechten hadden hun leven dusdanig geleden dat zij er nog een paar waardige vrienden hadden bijgemaakt.
Vrienden die hun medeknechten waren geworden in het ondersteunen van een eeuwige geest.
Dit was wat ik jullie wilde meedelen