Nogmaals poging Ger.Gem.inNed. voor eenheid Ger.Gem.
Zo af en toe hoor je geluiden uit de Ger.Gem.in Ned. voor eenheid met de Ger.Gem.
Nu een poging van de Goudse Geert Jan Rozendaal in een open brief aan de afgevaardigden naar de synode van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland.
Wat denkt u zou er beweging komen? Ik zie er een zwaar hoofd in.
GG en GG in Ned., stel kansel doordeweeks voor elkaar open
„Om te weten of we in de waarheid één zijn, is het in de eerste plaats van belang om écht naar elkaar te luisteren. Luisteren naar elkaar, is luisteren wat de ander nu écht zegt. Daarom stel ik voor om de kansels voor elkaar open te stellen.”
Hier het artikel uit het Reformatorische Dagblad.
Ook de heer J. Rouwendal wil eenheid. Zie hieronder het artikel in het RD:
Theologische scholen
Graag wil ik het pleidooi van de heer De Bode in de krant van zaterdag 1 juni ondersteunen met een meer praktische overweging: de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland is zwaar onderbemand. Er is slechts één docent. Die ene docent, ds. J. Roos, dient de grootste gemeente van het kerkverband, en redigeert daarnaast het kerkelijk orgaan, De Wachter Sions. Bovendien tobt hij al jaren met zware gezondheidsproblemen.
Ook al is er maar één student; die moet toch een volwaardige opleiding ontvangen. Enkele jaren geleden is de duur van de opleiding verlengd van twee tot drie jaar, hetgeen de onderwijslast verzwaart. Ds. J. Roos is als docent onervaren: sinds hij als vervanger van ds. F. Mallan werd aangewezen, werd nog niet eerder een student toegelaten. Het terugtreden van de heer L. M. P. Scholten als tweede docent werd niet gevolgd door de benoeming van een of meer andere docenten. Ook nu er weer een student is toegelaten is daar niets van vernomen.
Het laten voortbestaan van de momenteel bestaande situatie lijkt simpelweg onverantwoord. Voor de student, voor de docent en voor het kerkverband als geheel. De suggestie die de heer De Bode doet, kan door het curatorium van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland worden opgepakt door te overwegen om een deel van het noodzakelijke onderwijs van elders te betrekken. Het ligt dan voor de hand te kijken naar het kerkverband waarmee, ondanks alles wat in het verleden is gebeurd, toch zeer veel verwantschap bestaat en waar men de opleiding tot predikant –voortbouwend op de initiatieven van ds. G. H. Kersten– professioneler heeft georganiseerd.
Een dergelijk verzoek om hulp en samenwerking zal bij de Gereformeerde Gemeenten – eveneens vanwege de last van het verleden– waarschijnlijk wel met enige reserves worden ontvangen. Maar nietsdoen lijkt in ieder geval geen optie.
J. Rouwendal Vulcanusstraat 29 7321 EN Apeldoorn
© Reformatorisch Dagblad | Pagina 15 | 05 juni 2013