Riska, er zijn twee punten die je goed voor ogen moet houden. als we elkaar vermanen doen we dat niet omdat we zelf beter zijn. Nee we zijn geen haar beter, sterker nog als de Heilige Geest ontdekking geeft in je hart wie je zelf bent dan leer je met Paulus de ergste zondaar te zijn (ik ellendig mens...).
Elkaar vermanen is dus geen kwestie van tonen hoe goed ik toch wel niet ben. Maar je doet dat omdat je het zielsbehoud van de ander op het oog hebt. Je wilt dat de ander niet verloren gaat en daarom vermaan je hem of haar. En als je dit als ouderling doet doe je dat bovendien niet alleen als een gewoon lid maar in je ambt, je koninklijk ambt van Christus. Achter jou staat dan Christus. En zoals Christus met alle gevallen bijzonder omging moet een ambstdrager dat ook doen. Zo sprak Christus streng en veroordelend naar de Farizeeers en liefdevol maar toch ook vermanend naar de vrouw waar je het over hebt. Ik vraag me af of vermanen ook iets is wat je "zo maar terloops" doet. Een gesprek onder vier ogen is daarvoor geschikter denk ik. Bij vermanen denk ik dus niet aan: ik zie iemand oversteken zonder te kijken en zeg hem dat het gevaarlijk is.
En het tweede punt is dat niet de kerkenraad bepaald dat er een openbare schuldbelijdenis moet plaats vinden. Dat zit verbonden aan de aard van de zonde. Als je mij persoonlijk iets gedaan zou hebben dan heb ik er toch niets aan als jij in het verborgen schuldbelijdenis doet? Dat maakt toch het probleem niet "recht". Daarom moet er soms openbare schuldbelijdenis gedaan worden om zo recht te doen aan de ontstane situatie.
Uiteraard moet de gemeente (en iedereen) wel zo vergevingsgezind zijn dat of er nu wel of niet schuldbelijdenis gedaan wordt er geen gevoelens van animositeit zijn onderling hierover. Want wij zijn veel meer vergeven! Schuldbelijdenis doe je dus niet omdat je zo weer de "gunst" van iemand terug kan winnen maar je doet het voor jezelf t.o.v. God en omdat je de relatie met je mede gemeenteleden, broeders en zusters in Christus waardevol vindt en spijt hebt hun zo diep gekwetst te hebben. Ik denk aan de tollenaar Zacheus die heeft het met iedereen weer goed gemaakt en zo ook zijn schuld beleden.
Je kunt niemand pressen om openbare schuldbelijdenis te doen. Als het onder druk moet is het in feite maar de vraag of het waarlijk schuldbelijdenis is. Maar wat de praktijk laat zien is dat degene die hiervoor staat graag iets van de gemeente wil (approbatie voor het huwelijk bijvoorbeeld). En wat ze dan in feite vragen is: ja... ik wil graag dat heel de gemeente toestemming geeft dat ik een meineed ga plegen door te trouwen zonder eerst schuldbelijdenis te doen. De oplossing voor die is eenvoudig: trouw dan alleen voor de burgerlijke wet en vraag er geen zegen over van de Heere als je Zijn wetten niet belangrijk genoeg vindt om te houden. Maar vraag niet aan de gemeente of ze mee willen participeren in het uitspreken van een meineed.
Wat betreft de ambtsdrager die uit het ambt gezet is die moet ook gewoon openbare schuldbelijdenis doen als dit een zonde is die openbaar is gekomen. Een ander hoeft zich niet bitter te voelen. Ambtsdragers zijn mensen en ze zijn een geliefde prooi van de satan want daarmee kan hij de kerk een flinke klap toedienen. Het is niet voor niets dat Paulus zo'n lijst met kwalificaties voor een ambtsdrager tot tweemaal toe in Gods Woord schrijft.
In iedergeval Gods zegen toegewenst in je ambtelijke taak. En ik zou in liefde willen aanbevelen om de Spreuken er nog eens op na te lezen hoe de roede (tucht) een goed instrument is om een gezonde jongen (gemeente) te kweken. Goed gebruik van de tucht op een Bijbelse manier (vol van liefde, en volgens Mat. 18) verminderd mogelijk wel het aantal kerkgangers (denk aan hoe er velen vertrokken bij de Heere Jezus), maar die overblijven (12 discipelen) zijn degene die willen buigen onder Gods Woord en die antwoord kunnen geven uit hun hart op de vraag: wie zegt gij dat Ik ben!