Brion schreef:SDG schreef: Het kind wist niet wat het zag, want een bediening van het heilig avondmaal had het nog nooit meegemaakt!!!
(.........)
Een kerkverband waar het heilig avondmaal niet meer bediend wordt, omdat er tòch niemand aangaat, daar is toch geen leven meer?
SDG
Is dit een feit of een veronderstelling? Gewoon een eerlijke vraag, want ik weet het ook niet. Wat ik wèl weet, is dat slechts een paar mensen de vrijmoedigheid hebben om aan het heilig avondmaal deel te nemen, maar heb eigenlijk nog nooit gehoord, dat het daarom ook niet meer bediend wordt. Ik kan het me ook niet zo goed voorstellen dat men van tevoren zeker weet, dat niemand aan zal gaan.
In het verhaal wat ik vertelde, was in elk geval een feit dat dit kind nog nooit een bediening van het heilig avondmaal had meegemaakt, terwijl het wel altijd trouw met de ouders mee ging. Feit is ook dat in de OGG(iN) en ook in de GGiN maar weinig predikanten meer zijn. Wil het avondmaal bediend kunnen worden, dan moet er toch een predikant aanwezig zijn. De weinige predikanten die er nog zijn in dergelijke kerkverbanden, zullen de weinige vrije zondagen die ze hebben ongetwijfeld benutten om in zoveel mogelijk vacante gemeenten de sacramenten te bedienen, maar het is onvermijdelijk dat deze -vaak hoogbejaarde- predikanten niet elke vacante gemeente viermaal per jaar kunnen aandoen voor het bedienen van doop en avondmaal. Dopen gebeurt dan nog weleens tijdens een weekdienst, maar het heilig avondmaal bedient men toch bij voorkeur op de dag des Heeren.
Artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis noemt als kenmerken van de ware kerk: de reine prediking van het Evangelie, de reine bediening der sacramenten en het gebruik van de kerkelijke tucht. Als het avondmaal niet bediend wordt, kan er voor mijn gevoel dus ook geen sprake zijn van een ware, levende kerk.
Over het onwaardiglijk eten en drinken, de angst om zichzelf een oordeel te drinken (1 Kor. 11: 27): die opmerking wordt door Paulus gemaakt omdat er in zijn tijd misstanden heersten. Mensen gebruikten het heilig avondmaal alsof het een gewone maaltijd was, gingen zich te buiten aan de wijn en maakten dus een heel oneerbiedig en slordig gebruik van de dis des Heeren.
Wie echter het leven buiten zichzelf in Jezus Christus zoekt, bekent daarmee dat hij/zij midden in de dood ligt en mag met een biddend hart toetreden. Het avondmaalsformulier zegt niet dat er alleen maar plaats is voor hen die het leven buiten zichzelf in Christus
gevònden hebben. Het avondmaal is ook niet ingesteld om mensen met een verzekerd geloof nog eens van hun verzekerde staat te bevestigen, maar juist ook tot versterking van het zwakke en kleine. "
Komt tot Mij allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven", Matth. 11:28.
Let wel, ik houd geen pleidooi voor een gemakkelijke avondmaalsgang, alsof het allemaal niet zo nauw komt. Lees het avondmaalsformulier maar eens goed, pak er een goed boek bij (bijvoorbeeld C. Harinck "
Ons Avondmaalsformulier" of A. Elshout "
Doet dat tot Mijn gedachtenis").
Wèl zou ik willen waarschuwen voor een houding t.o.v. het avondmaal waarin nog van alles en nog wat wordt toegevoegd aan datgene wat Schrift en belijdenis ons leren. Je moet toch eerst wel dìt hebben meegemaakt en dàt hebben geleerd... Pas toch op voor zo'n voorwaardelijke prediking! Dat is gezelschapstheologie, dat hebben de mènsen er allemaal bijgemaakt in de 19e eeuw. De angst om zich een oordeel te eten en te drinken, is in veel gevallen ongegrond, maar wordt gevoed door een prediking die een eenzijdig, onvolledig beeld schetst van de redenen waartoe het heilig avondmaal is ingesteld.
SDG