GKN'er schreef:Tot mijn verbazing las ik onderstaand stukje tekst in een RD-artikel over het boek "Nederlandse religiegeschiedenis" van de bekende kerkhistorici J. van Eijnatten en F. van Lieburg:Reformatorisch Dagblad schreef:De typering van Kersten als een kleine Kuyper is zo gek nog niet. Het is echter niet juist hem als een gewezen gereformeerde onderwijzer aan te duiden. Als kind heeft hij korte tijd behoort tot de Gereformeerde Kerken, maar toen hij onderwijzer werd behoorde hij al lang tot de Kruisgemeenten.
Zoals jullie begrijpen, vind ik dit hoogst interessant. Ik heb nooit geweten dat Kersten tot de Gereformeerde Kerken heeft behoord (ik dacht dat zijn ouders van oorsprong hervormd waren), maar zou er graag meer over willen weten. Heeft iemand hier meer informatie over? Of weet iemand misschien waar ik die informatie zou kunnen vinden (biografie)?
Beste GKN'er,
Ds. G.H. Kersten werd in Deventer geboren op 6 augustus 1882. Zijn ouders behoorden tot de plaatselijke Christelijke Gereformeerde Gemeente, die vanaf 1892 de naam van Gereformeerde Kerk-A.
De vader is het jaar voor de geboorte van de jonge G.H. Kersten overgekomen naar deze gemeente vanuit de Nederlandse Hervormde Kerk. Dit hangt samen met zijn huwelijk, daar zijn vrouw afkomstig is uit de Christelijke Gereformeerde Gemeente te Haarlem. Op 3 september 1882 wordt het Woord en sacrament bediend door ds. L.M.A. Scheps (1843-1932, diende de gemeente van Deventer van 1873-1917, toen hij met emeritaat ging).
De familie Kersten woonde in Deventer, omdat vader Kersten opperwachtmeester is bij de cavalerie in het stadje. Zijn vrouw is daar niet zo mee ingenomen. Na enkele jaren neemt vader Kersten zijn ontslag, en verhuizen naar Den Haag, omdat daar veel familie woont. Daar wordt hij boekhouder. Ook moet hij zich daar vrijwel onmiddelijk bij de Gereformeerde Gemeente onder 't kruis hebben gevoegd, die ook wel als Oud Gereformeerde Gemeente wordt aangegduid. Daar komt het gezin onder het gehoor van de jonggestorven ds. G. Maliepaard Czn. Het behaagt de Heere om deze prediking te gebruiken om Henri Kersten door Zijn Heilige Geest te overtuigen van zonde.
Zelf zegt hij over deze periode dat er in de IJsselstad geen predikanten waren die spraken over bekering, dood en eeuwigheid. 'Toen kwam ik als kind van tien jaar onder de preek van een leraar, die in de toepassing begon te zeggen: 'Een mens moet tot God bekeerd worden, en wat zal het zijn om onverzoend met God te moeten sterven.'
Ds. Pieneman was de predikant die na ds. Maliepaard de Haagse gemeente diende.
Meer is er te lezen in het boek 'Ds. G.H. Kersten; Facetten van zijn leven en werk', door ds. M. Golverdingen.