Licht of zwaar?
De uitersten kloppen wat mij betreft sowieso niet. Loodzwaar is het wat mij betreft niet. Maar dat lichte, dat is het ook niet.
De zwaarsten zien volgens mij iets over het hoofd. Zoals bijvoorbeeld de beloften van het evangelie. Ze trekken in twijfel of ze wel geroepen zijn. Of het wel zin heeft om zich ergens druk over te maken, want je moet maar net stom toevallig uitverkoren zijn. Als je niet uitverkoren bent, is het einde verhaal en valt er niks te doen. Daarin zijn ze bezijden de waarheid.
Maar het zijn toch niet allemaal leugens? Als je niet uitverkoren bent, kom je er toch niet? Op zich is dat waar, maar dat is niet de héle waarheid. Er is een roeping om het heil in Christus te zoeken. Die roeping komt tot een ieder die onder de prediking zit. En vergeet ook de beloften van het evangelie niet! (Zoals: "Bidt, en u zal gegeven worden.")
En de Bijbel hanteert de uitverkiezing niet op een dergelijke fatalistische wijze, in de oproep tot bekering.
Maar dat lichte van: 'pak maar beet, je hoeft alleen maar dat ene stapje te doen', dat is het ook niet.
Je hoort het wel eens zo zeggen: 'Je moet zelf alleen maar dat ene stapje doen.' Maar dat ontkent de totale doodstaat van de mens. Dan hoeft een mens blijkbaar niet meer wedergeboren te worden.
Als het zo was, als die evangelische zwevers ons willen doen geloven, dan verliep dat gesprek tussen Jezus en Nicodemus waarschijnlijk ook wel heel anders. Die Nicodemus zag echt wel heel wat in Jezus, want hij zei tegen hem:
"Rabbi, wij weten, dat Gij zijt een Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen doen, die Gij doet, zo God met hem niet is." (Joh. 3:2) En toen? Was Jezus toen in zijn sas? Zei hij:
"Tsjonge, Nicodemus! Jij bent al een heel eind!"? Of:
"Nicodemus, je gelooft al!"? Als de opvattingen van de evangelische zwevers waar waren, had Jezus dat waarschijnlijk gezegd. Maar dat zei hij niet. Hij zei:
"Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Tenzij dat iemand wederom geboren worde, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien." Dàt was het probleem! Nicodemus was niet wedergeboren! Hij sprak wel sympathiek - en nog wel meer dan dat ook! zie Joh. 3:2! - over Jezus, maar hij was niet wedergeboren!
Een mens moet wedergeboren worden. Dat mogen we zeer beslist niet bagatelliseren! Daar is de Schrift duidelijk genoeg in. En nee, dat is hij niet bij zijn geboorte. Kaw zet de accenten verkeerd neer. Wedergeboorte wordt ook daadwerkelijk
ervaren! Daarmee zeg ik niet dat je het moment van wedergeboorte per definitie exact kan aanwijzen. Wilhelmus à Brakel schrijft daar het volgende over:
Als iemand aan mij vraagt, waaraan hij het eerste begin van zijn wedergeboorte kan kennen, antwoord ik: Aan de eerste daad van het geloof. Als men verder vraagt, wanneer men de eerste daad van het geloof beoefent en of men de tijd daarvan niet moet of kan weten, antwoord ik: Men hoeft die tijd niet te weten en men kan die ook niet zeker weten.
Stelt men het begin bij de eerste krachtige overtuiging, [dan rekent men te vroeg, want] naar alle waarschijnlijkheid had men toen het geloof nog niet. Stelt men het begin van het geloof bij de eerste daad van het geloof die men met bewust-zijn en bijzondere hartelijkheid deed, dan rekent men te laat, want naar alle waarschijnlijkheid had men het geloof al eerder.
(Redelijke Godsdienst, Wilhelmus à Brakel, uit het hoofdstuk over de wedergeboorte, §13; Deel 1, blz. 756)
Maar het is zeer beslist wel zo, dat de gevolgen van de wedergeboorte te merken zijn! Dat zal een mens merken!
Nee, met dat opgedrongen geloof van de lichten kan ik niks beginnen. Daar heb ik werkelijk nooit rust in kunnen vinden. Een predikant die een beetje staat de verkondigen dat Jezus voor je zonden gestorven is, en dat je dat alleen maar even hoeft te pakken. Of een predikant die het helemaal niet meer over bekering heeft, want we zijn allemaal al bekeerd. (Zeg maar op z'n kuyperiaans, verondersteld wedergeboren.)
Maar Paulus dan? Die spreekt de gemeenten toch ook heel collectief aan? Hij spreekt heel veel in de wij-vorm. Ja, dat is zo, maar wie bedoelt hij precies met die 'wij'? Kijk eens in Galaten 3: (1)...
denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde? (4)
Hebt gij zoveel tevergeefs ervaren?* (5)
Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt...Die Galaten hebben het werk van Gods Geest ervaren. Dat is wel heel erg duidelijk uit deze teksten. Daarom concludeer ik, dat het spreken van Paulus ligt in de sfeer zoals die omschreven wordt door artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis:
"Wij spreken hier niet van het gezelschap der hypocrieten, welke in de Kerk onder de goeden vermengd zijn, en intussen van de Kerk niet zijn, hoewel zij naar het lichaam in haar zijn."* Ik heb het woord 'geleden' hier opzettelijk vervangen door 'ervaren'. Het griekse werkwoord 'paschein' betekent niet alleen maar 'lijden', maar ook 'ervaren, ondergaan'. Er zijn een paar goede argumenten voor om hier bewust te kiezen voor 'ervaren', en niet voor 'lijden':
- In dit stukje spreekt Paulus over geestelijke ervaringen, die de Galaten gekend hebben. Dat blijkt heel duidelijk. Daarom past de vertaling 'ervaren' dus beter binnen de context.
- In de hele verdere brief wordt niet gesproken over geloofsvervolging waaronder de Galaten te lijden zouden hebben gehad. Daarom krijgt dit vers met de vertaling 'lijden' een nogal uit de lucht gegrepen situatie.
Op precies dezelfde manier als dat ik nu hier argumenteer, argumenteert prof. dr. S. Greijdanus in zijn verklaring van dit vers, zie Korte Verklaring der Heilige Schrift, Galaten, blz. 81, 82.Als ik moet kiezen tussen licht of zwaar, dan ben ik blijkbaar zwaar. Want ik leer dat de mens wedergeboren moet worden, en dat de mens zichzelf niet kan wederbaren. En ik leer dat de wedergeboorte bevindelijk ervaren wordt. Daar ben ik heel diep van overtuigd. Al schiet ik dan niet door naar het fatalisme. (Dat fatalisme komt meer voort uit het bedorven verstand, dan dat de Schrift het zou leren.)
Ik wou Wilhelmus à Brakel maar weer citeren, die het zo prachtig kan zeggen in de Redelijke Godsdienst:
Omdat nu Christus allen die onder de bediening zijn, aangeboden wordt, màg dus niet alleen ieder komen en hoeft niemand achter te blijven uit vrees of hij wel geroepen wordt, maar ieder mòet tot Christus komen en Hem aannemen om door Hem gerechtvaardigd, geheiligd, bewaard en verheerlijkt te worden. Dit moet men niet zo opvatten, alsof ieder verplicht zou zijn te geloven, dat Christus voor hem gestorven en zijn Zaligmaker zou zijn. Dat zij verre. Dat is het geloof niet. Het geloof is niet de verzekering. De verzekering is een gevolg van het geloof.
Het geloof bestaat in het uitgaan van een ziel die verlegen is over zijn ellendige staat en begerig naar verzoening, vrede, heiligheid en heerlijkheid; in het overgaan in Christus en in het aannemen van Hem, Die Zichzelf aanbiedt en Die iedereen tot Zich roept en nodigt met de belofte dat degenen die komen, niet uitgeworpen zullen worden; in het verlaten van zijn ziel op Hem als de almachtige, waarachtige en getrouwe Zaligmaker. Wanneer iemand nu levendig is in de beoefening, en als hij die waarlijk in zich bevindt, dan volgt de verzekering, dat Jezus voor hem gestorven is.
Wie onder de bediening leeft, is [wel] verplicht om in Christus te geloven, maar niet om te geloven en zich ervan verzekerd te houden, dat Christus voor hem gestorven is. Want dan zou iemand een leugen kunnen geloven, terwijl het geloof immers niet dan waarheid als voorwerp hebben kan.
(Redelijke Godsdienst, Wilhelmus à Brakel, uit het hoofdstuk over de roeping, § 13; deel 1, blz. 720)