Kolossenzen 2:9-10 onder de microscoop ;)

[Bevlogen]

Vandaag had de dominee het over Kolossenzen 2, waaronder over vers 9 & 10. Daar staat in de NBV het volgende:
9 Want in hem is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, 10 en omdat u één bent met hem, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld.

Volgens de NBV zijn we dus met de volheid van God vervuld, omdat we één zijn met Christus.

De NBG is het daar mee eens:
9 want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; 10 en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht.

Helaas is de Statenvertaling het hier niet mee eens:
9 Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk; 10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd is van alle overheid en macht;

Volgens de SV zijn we 'slechts' in Hem volmaakt en woont de volheid van God niet in ons.

Calvijn is het met de statenvertaling eens:
"Nochtans verstaat Paulus niet, dat de volmaaktheid van Christus in ons uitgestort wordt, maar dat hetgeen waardoor wij volmaakt worden, in Hem is, zoodat ons niets meer ontbreekt."
(Uit: Verklaring van de Bijbel door Johannes Calvijn - uitgeverij De Groot Goudriaan, Kampen 1996).

Ik heb ook even de Blue Letter Bible op internet doorgeneusd en daarin viel het mij op dat eerdere vertalingen dezelfde vertaling als de SV aanhouden, terwijl vertalingen van latere datum dezelfde vertaling aanhouden als de NBG en de NBV.

Na deze lange inleiding, komt nu eindelijk mijn vraag: wie moet ik nu geloven?

[coupe soleil]

Hoe kan je als mens 'vol godheid' zijn? Daar moet je (een) god voor zijn. Je kunt wel vervuld zijn met God. Maar daarmee ben je geen God.

[Bevlogen]

't Gaat erom dat God helemaal in je woont. Overigens vraagt Augustinus zich ook af hoe dat zit: "En daar nu ook ik ben, waartoe vraag ik dan dat Gij komt in mij, die niet zijn zou wanneer Gij niet in mij waart? (...) Ik zou dus niet zijn, mijn God, ik zou ganselijk niet zijn, wanneer Gij niet in mij waart.
(Uit: Augustinus' Belijdenissen)

[Airke]

Ik heb niet het idee dat er een inhoudelijk verschil is tussen de verschillende vertalingen, behalve dat de nadruk misschien anders is.

[elbert]

Ik denk dat Calvijn er het dichtste bij zit. De kern van Col. 2:9-10 is niet dat de volheid van God in ons woont (dat staat er niet), maar dat die in Christus woont (pleroma) en dat wij in Hem volmaakt (pleroo) zijn.
Kortom: onze volmaaktheid is in Hem te vinden.
Je zou het ook zo kunnen zeggen: Hij is onze volmaaktheid.

[Bevlogen]

Ik denk dat Calvijn er het dichtste bij zit. De kern van Col. 2:9-10 is niet dat de volheid van God in ons woont (dat staat er niet), maar dat die in Christus woont (pleroma) en dat wij in Hem volmaakt (pleroo) zijn.
Kortom: onze volmaaktheid is in Hem te vinden.
Je zou het ook zo kunnen zeggen: Hij is onze volmaaktheid.

Hmm... en de NBV en de NBG zeggen dat toch anders: de volheid van God woont in ons omdat Jezus in ons woont en wij één zijn met Hem.

[elbert]

Hmm... en de NBV en de NBG zeggen dat toch anders: de volheid van God woont in ons omdat Jezus in ons woont en wij één zijn met Hem.

Ik zie het er toch echt in de grondtekst zo niet staan. Wat dat betreft is het vooral in de NBV erg vrij vertaald.
Er staat dat wij in Hem volmaakt zijn: in Hem is dus onze volheid. Dat is iets anders dan dat Hij in ons woont. Dat laatste is trouwens ook waar, alleen staat dat in deze tekst niet.
De nadruk ligt op Gods inwoning in Hem.

Om het verschil met een voorbeeld duidelijk te maken: we zijn schatrijk omdat de bank vol met geld is en het allemaal voor ons is.
Dat is wat anders dan dat we schatrijk zijn omdat we het geld allemaal thuis hebben liggen.

In het eerste geval betekent het dat we er in de toekomst nog meer van kunnen genieten wanneer we alles in cash uitgekeerd krijgen.
In het tweede geval moeten we het doen met wat we nu hebben.

Ergens anders zegt Paulus dat de Geest die in ons woont een onderpand is van onze erfenis (Efeze 1:14). Dat betekent dat onze echte erfenis in de hemel is, nl. in en bij Christus.

[Wullimpie]

De HSV zegt dit:
9 Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk.

10 En u hebt de volheid ontvangen in Hem, Die het hoofd is van iedere overheid en macht.

Daarbij wordt verwezen naar Johannes 1:16
16 En uit Zijn volheid hebben wij allen ontvangen, en wel genade voor genade.

Omdat Christus de volheid heeft verworven, komt ze ook toe aan allen die aan Christus toebehoren.

[spacy]

maar dit is toch gewoon een logisch gevolg van dat doordat wij met Jezus in gemeenschap zijn, of meer ABN, getrouwd zijn. Wat bij God meer betekend dan alleen in gemeenschap van goederen gevolg daarvan...

Alles wat van Hem is, in Hem is, bij Hem is,
is van ons, is in ons, en bij ons.

Iets duidelijker betekend dat, Hij heeft een Vader, die nu ook onze Vader is.
God woont in Hem dus ook in ons.
Zijn rechtvaardigheid is onze rechtvaardigheid (samen met dat...)
onze zonden als Zijn zonden worden gerekend.

[gerritse]

Dag allemaal,

Ik herhaal nog even deze tekst in de NBV- vertaling:

"Want in hem, (Christus), is de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig, en omdat u éen met hem bent, het hoofd van alle machten en krachten, bent ook u van die volheid vervuld".

Paulus tekent de gelovigen hier in hun rechtspositie. Aangezien in Christus de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig is en wij éen met hem zijn, woont die volheid ook in ons.

Jullie kennen ongetwijfeld de term 'positionele gerechtigheid'. Maar jullie kennen allen ook deze tekst: 2 Petrus 1 v 10:
"Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters".

Er is een spanningsveld tussen:
- een bevoegdheid hébben
- ...en: die bevoegheid wáar maken.

Een en ander belicht ik met een voorbeeld:

Toen ik in 1957 voor het eerst als rijksaccountant op pad ging, kreeg ik het volgende toespraakje van mijn ' hoofd van dienst' mee:
" Meneer Gerritse; u gaat vandaag voor het eerst op pad met alle bevoegdheden van 'rijksaccountant'. U ként die. ,maar nu moet u ze ook nog leren gebrúiken. U zult zeker vier jaar nodig hebben om er in te groeien en geen grove blunders meer te maken, want u weet al: het is een moeilijk vak.
Uw oudere collega's en ook ikzelf staan klaar om u te begeleiden, wanneer u op moelijkheden stuit. Maar uzélf zult het voornaamste moeten doen: u wáar maken; tonen, dat u waardig bent voor dit ambt".

En nu de geestelijk pendant:
Met berouw, bekering, diepe bekering, wedergeboorte, doop in de Heilige Geest, Geestesgaven, Geestesvrucht, hebben wij- geestelijk gezien- zulk een grote schat in aarden vaten, ( 2 Corinthe 4 v 7). Eigenlijk zijn wij in theorie volledig bevoegd voor de strijd in de hemelse gewesten, (Ef 6 v 12).
Maar bevoegd....bevoegd..... evenals ik dat was, toen ik met een maximum aan theoretische kennis, maar met een minimum aan practische ervaring bij mijn eerste adres aanbelde.

( Nu ja; in was al 35 en had al controlewerk gedaan. Ik was niet helemáal een groentje).

Wat wás ik blij, dat ik op mijn collega's, die al decennia meeliepen,kon terugvallen, wanneer de nood aan de man kwam.

En zo is het nu ook in de wereld van ons geloof in onze Heer Jezus Christus.
Maak je opleiding eerst helemaal af, werk er althans aan, want klaar kom je nooit. Er is altijd weer méer te leren en -volgens mij- gaat dat zelfs in de eeuwigheid door.
Word vervuld met de Heilige Geest, ( Ef 5 v 18), dan ben je in principe goed voorbereid om althans te starten.

En doe dan veel practijk. Die is altijd weer afwisselend. Vandaag moest ik in het Engels aan iemand uitleggen, wat eigenlijk 'grafting', enten, was, dit naar aanleiding van Rom 11 v 17. Die persoon had nog nooit gehoord van het enten van een olijftak en wilde allereerst weten, hoe dat ging.

En daarna dat principieel andere: geënt worden op Christus:
- niet: de goede tak op de neutrale stam
- maar: de wilde tak op de edele stam
Ga er maar aan staan. Ik heb elke dag nieuwe ervaringen.
En jullie, gelukkigen hebben die ook en gaan die nog meer krijgen.

Daag
Ger