Het Christendom is voortgekomen uit het Jodendom, dat zij wel helder.
Echter, het Jodendom verwacht Iemand die allang gekomen is en daarna weer opgevaren is. Het Jodendom is dus eigenlijk een groep mensen op een station die staat te wachten op een Trein die allang weg is - terwijl de Trein Zich jarenlang bij de Joden heeft opgehouden.
Ik moet dezer dagen denken aan de Improporia voor Goede Vrijdag:
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Omdat Ik u uit het land van Egypte heb gevoerd:
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Omdat Ik u gedurende veertig jaren
door de woestijn heb geleid, met manna
gespijzigd, en een heerlijk land binnengeleid:
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Wat meer had Ik voor u moeten doen dat Ik niet gedaan heb
Ik immers heb u geplant als mijn allerschoonste wijngaard:
en gij zijt Mij zeer bitter geworden:
want met azijn hebt gij mijn dorst gelest en
met een lans hebt hij de zijde van uw Verlosser doorboord.
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Heilige God
Heilige Sterke
Heilige Onsterfelijke
ontferm U over ons.
Ik heb om u Egypte en zijn eerstgeborenen gegeseld:
en gij hebt Mij gegeseld en overgeleverd.
hebt gij voor uw Verlosser een Kruis bereid
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u uit Egypte gevoerd
en Pharao in de Rode Zee verdronken:
en gij hebt Mij overgeleverd aan de hogepriesters.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb voor u de zee geopend:
en gij hebt met een lans mijn zijde geopend.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik ben voor u uitgegaan in de wolkkolom:
en gij hebt Mij naar het rechthuis van Pilatus gevoerd.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u in de woestijn met manna gespijzigd:
en gij hebt Mij met vuist en gesel geslagen.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u gelaafd met heilzaam water uit de rots:
en gij hebt Mij gelaafd met gal en azijn.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb om u de koningen der Kanaänieten geslagen:
en gij hebt Mij met een rietstok op het hoofd geslagen.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u een koninklijke scepter gegeven:
en gij hebt mijn hoofd met doornen gekroond.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ik heb u verheven met grote kracht:
en gij hebt Mij gehangen aan het Kruishout.
Mijn volk, wat heb Ik u gedaan?
of waarmee heb Ik u bedroefd?
Antwoord Mij.
Ook hierin geldt dus weer: "Vest op prinsen geen betrouwen".
Niet de leer en de architecten van die leer, maar uitsluitend de Heer en het Woord van de Heer.
En de Sacramenten dan?
Ceterum censeo imperium putinis delendum esse.