Herr, Du weißt es besser als ich, daß ich älter werde
und mit der Zeit alt sein werde.
Bewahre mich davor, redselig zu werden
oder gar zu denken, ich müsse bei jeder Gelegenheit
und zu jedem Thema etwas sagen.
Erlöse mich von dem Drang, jedermanns Angelegenkeiten
in Ordnung bringen zu müssen.
Befreie meine Rede von unnützer Aufzählung endloser
Einzelheiten, verleihe mir die Gabe ein Ende zu finden.
Gib mir Geduld,
die Klagen anderer über ihre Sorgen anzuhören:
hilf mir, auf sie einzugehen und Teilnahme zu zeigen.
Aber verschließe meine Lippen vor meinen eigenen Nöten
und Schmerzen.
Mit den Jahren nehmen sie zu, ebenso wie die Neigung,
über sie zu reden.
Gib mir die wertvolle Einsicht,
daß es gelegentlich auch vorkommen kann,
daß ich mich im Irrtum befinde.
Erhalte mich umgänglich und freundlich.
Eine Heilige will ich gar nicht werden,
denn diese sind für andere oft schwer zu ertragen:
aber verbitterte alte Leute sind die schlimmste Plage.
Mache mich nachdenklich, aber nicht launenhaft;
hilfreich, aber nicht herrisch.
Es ist oft schwer, nicht immer alle an dem grossen Schatz
meiner Weisheit teilnehmen lassen zu können –
aber DU, HERR, weißt,
daß ich mir noch einige Freunde bis an mein Ende
erhalten möchte.
Voor de niet-Duitslezers onder ons, hierbij de vertaling:
Heere, Gij weet beter dan ik dat ik ouder word
en mettertijd oud zijn zal.
Bewaar mij ervoor een roddelaar te worden
of te denken dat ik bij iedere gelegenheid
en elk onderwerp iets moet zeggen.
Verlos mij van de drang andermans zaken
in orde te brengen.
Bevrijd mijn rede
van een onnuttige opsomming van eindeloze bijzonderheden,
verleen mij de gave een einde te vinden.
Geef mij geduld
het klagen van anderen over hun zorgen aan te horen,
help mij, er op in te gaan en medeleven te tonen.
Maar sluit mijn lippen voor mijn eigen noden en pijnen.
Met de jaren nemen ze toe,
evenals de neiging over ze te praten.
Geef mij het waardevolle inzicht
dat het ook voor kan komen dat ik een vergissing maak.
Maak mij aangenaam in de omgang en vriendelijk.
Een heilige wil ik niet worden
want deze zijn voor andere vaak moeilijk te verdragen,
maar verbitterde oude mensen zijn de ergste plaag.
Maak mij nadenkend, maar niet humeurig,
hulpvaardig, maar niet heerszuchtig.
Het is vaak moeilijk
niet iedereen in de grote schat mijner wijsheid
te kunnen laten delen,
maar Heere, U weet
dat ik graag nog enkele vrienden tot aan mijn
einde zou willen behouden.
