Met een 'vertrouwelijke' correspondentie aan alle gemeenteleden, wordt het positieve effect, wat ongetwijfeld de bedoeling zal zijn, niet of nauwelijks bereikt, en leidt indirect tot polarisatie.
Wie iets in vertrouwen aan een ander vertelt, mag achteraf al geweldig blij zijn als daarvan niets uitlekt. Laat staan als je een brief schrijft aan meer dan 300 leden.
Daarnaast (en ik heb die vraag al eerder gesteld) als je van mening bent dat je brief zeer waardevol en bijbelgetrouw is, waarom zou je er dan moeite mee hebben dat ook anderen daar kennis van nemen. Als JijDaar echt gevaarlijk is voor het zieleheil van mensen, dan moet je dat van de daken schreeuwen en niet alleen voor je eigen groepje willen bewaren.
De brief heeft trouwens zeker een positief effect gehad, lees ik. Er zijn donderdag meer jongeren en ouderen uit Terwolde dan voorheen naar de jongerenavond gekomen en ze hebben moeten constateren dat er voluit Bijbels gesproken werd. Oftewel, zo hoort het: uitspraken van je eigen opzieners tegen het licht van Gods Woord houden om te zien of ze op waarheid berusten. In de praktijk blijkt dus de brief een grote leugen te zijn. En als deze 'opzieners' werkelijk zo zijn als in 1 Tim. 3 wordt gevraagd, dan zullen ze op z'n minst hun verontschuldiging aanbieden aan JijDaar. Maar op grond van de inhoud van de brief verwacht ik eerder het tegenovergestelde. Ik proef in deze geen letter liefde tot de dienst van de Heere, maar hooguit een liefde tot traditie, kerkmuren, kerkleer en heerszucht. Of, zoals evangelist Matthé Schreur zegt: Dat is het verschil tussen relatie enerzijds en religie anderzijds.