Machiavelli schreef:Het lijkt mij duidelijk dat het Sola Scriptura niet houdbaar is, de vraag is dan welke positie de traditie heeft. Gelijkwaardig aan de Schrift of daaraan ondergeschikt?
Mjah, bij ons is het gewoonweg iets anders. Is een appel gelijkwaardig aan een peer? Wij zeggen ook niet dat de Bijbel gezag heeft, omdat een boek geen gezag kan hebben. Dat is meer iets voor personen, of instanties.
Wat ik dan weer ironisch vind, is dat het sola scriptura dan weer nergen in de Bijbel is terug te vinden i.t.t. tot de Traditio. Ik heb ooit zelf nog een stukje van Dave Armstrong hierover vertaald. Wel beroerd vertaald overigens, maar goed. Het is ook tamelijk polemisch, want Amerikaans. Desondanks is het misschien wel interessant om te zien hoe katholieken erover denken:
Bijbel en TraditioHet katholicisme en het Protestantisme verschillen fundamenteel van mening over de relatie tussen de H. Schrift en de H. Traditio: de Bijbel aan de ene kant, en de historische dogma's en doctines van de Christelijke Kerk aan de andere. Het Protestantisme is geneigd een zekere dichotomie te zien tussen het pure Woord van God in de Bijbel en de Traditio van de katholieke Kerk, waarvan men stelt dat deze al te veel is gecorrumpeerd door 'tradities van mensen' (om dit te ondersteunen worden vaak Mat. 15:3-6, Mar. 7:8-13 en Kolossenzen 2:8 geciteerd)1. Voor Protestanten is de Schrift all��n, oftewel Sola Scriptura, de bron en toetsteen voor het Christelijk geloof. Als zodanig is het superieur aan, en beoordeelt het alle Traditio. Het is genoeg in en van zichzelf om een volledige overzicht te geven van het Christendom en voor het verkrijgen van verlossing.2
Opgemerkt dient echter te worden dat het concept 'Sola Scriptura' in principe zich niet keert tegen het belang van de Kerkelijke geschiedenis, de traditie, oecomenische Concilies, of de authoriteit van de Kerkvaderen. Het verschil zit 'm in de relatieve positie van authoriteit die de Schrift heeft, en die Kerkelijke instellingen en uitspraken hebben. In theorie zou de Bijbel dit moeten beoordelen, omdat volgens de Protestant de Bijbel onfeilbaar is, en de Kerk, de Paus en Concilies zijn dat niet.3 In praktijk echter heeft deze leerstelling niet bepaald tot doctrinaire eenheid geleid, zoals de geschiedenis van het Protestantisme, met inmiddels zo'n 30000 denominaties, laat zien. De opkomst van Sola Scriptura heeft, volgens het katholieke denken, geleidt tot een brede onbekendheid met de Kerkhistorie bij Protestanten. Het Protestantisme is duidelijk veel minder historisch geori�nteerd dan het katholicisme, grotendeels vanwege bovenstaande redenen. Recentelijk nog hebben Evangelische Bijbelwetenschappers
of de zwakte van Sola Scriptura zelf5,
of de extreme variant, die men 'Bible-only' (waarbij werkelijk de hele Kerkgeschiedenis wordt buitengesloten) kan noemen, bekritiseerd6. Daar waar het Protestantisme een of/of benadering hanteert bij dit onderwerp (en vele andere theologische ide�en), hanteren wij een en/en benadering. Aldus zijn de H. Schrift en de H. Traditio intrensiek en onlosmakelijk met elkaar verbonden, het zijn twee fontons van dezelfde bron der openbaring7. De Traditio wordt gedefinieert als het doorgeven van leerstellingen en praktijken d.m.v. geschriften en het gesproken woord8. De Bijbel is een onderdeel van een traditie (Traditio) die groter is dan zijzelf, en waarvan ze zogezegd een uitkristallisatie is.9
De eerste Christenen predikten, ze deelden geen exemplaren van het NT uit (veel daarvan was nog niet eens geschreven, laat staan definitief gecanoniseert). Het katholicisme claimt dat haar Traditio niets meer of minder is dan de overgeleverde leringen van Jezus Christus, zoals geopenbaart is aan, en uitgedragen door de Apostelen. Daar hoort ontwikkeling bij, maar alleen in de zin van een toenemend begrijpen van de Traditio, niet in de zin van een essenti�le doctrinaire verandering. Het katholicisme claimt aldus de voogd, of bewaker te zijn van de geloofsschat (depositum fide�) die "voor eens en altijd aan de heiligen is overgeleverd."10
Ook is het goed om er nog eens bij stil te staan dat het geschreven woord en het vermogen om te lezen en schrijven pas na de uitvinding van de verplaatsbare drukpers rond 1440 massaal ingang vond. Dus kon dit per definitie de eerste veertien eeuwen niet de primaire drager zijn van het Evangelie. Christenen van v��r de Reformatie leerden vooral van hun geloof via homilies, sacramenten, de liturgie en de liturgische kalender, Christelijke feestdagen, devotiepraktijken, kerkarchitectuur en andere kunst die Bijbelse thema's afbeeldden. Voor al deze Christenen zou Sola Scriptura een absurde abstractie zijn en een praktische onmogelijkheid.
Bewijs voor de Traditio uit het NT De H. Schrift is doordrongen van de Traditio, zelfs al zou je dit begrip heel ruim nemen. Alleen met een voorafgaand vooroordeel tegen deze vaststelling, of een tunnelvisie op Jezus' verwerping van
gecorrumpeerde menselijke Farizeese tradities kan men de ogen sluiten voor de grote hoeveelheid aan data uit de H. Schrift die deze notie ondersteunt. Anders gezegd; de H. Schrift leert g��n Sola Scriptura, een concept dat het gebruik veronderstelt van een document op een wijze die door dit zelfde document expliciet en impliciet wordt tegengesproken, eigenlijk zou de Schrift all��n de zoekende naar Kerk en Traditio moeten leidden, i.p.v. daarvan weg. G.K. Chesterton noemde de Traditio de 'democratie der doden'. Het is onverstandig voor Christenen om hetgeen God miljoenen andere Christenen door de eeuwen heen heeft geleerd, van zich af te werpen. Het zou niet goed zijn om de H. Schrift te benaderen met een filosofie die van zichzelf niet Bijbels is, en aldus een Christendom te vormen naar onze eigen voorkeuren. De Bijbel zelf heeft genoeg te zeggen over z'n eigen authoriteit en vis-a-vis dat van de Traditio en de Kerk.
De Bijbel is geen 'all-in' documentAllereerst vinden we in het NT duidelijke aanwijzingen dat de H. Schrift niet alle leringen van Jezus Christus bevatten. Waarschijnlijk zal niemand dit onkennen, maar Protestanten ontkennen meestal wel dat het mogelijk is dat de leringen die niet opgetekend staan in de H. Schrift ongeschonden en getrouw zijn overgedragen door de Apostolische Traditio in z'n rudimentaire vorm. Als je stilstaat bij de wijze waarop Jezus dicht bij zijn leerlingen stond en hoe intermenselijke interactie en het geheugen werkt, lijkt dit vrij onwaarschijnlijk. Wie zou kunnen beweren dat de Apostelen niets anders konden herinneren (en overbrengen) dan in de vier Evangeli�n staat opgetekend?
Je kunt de Bijbel enigzins vergelijken met de grondwet, die is ook niet hetzelfde als de constitutionele wetgeving die er uit geabstraheert is, ook is de grondwet niet werkbaar als er geen rechters zijn die deze interpreteren. Deze vergelijking is niet uitputtend, maar het punt is duidelijk. De lezing die hier volgt heeft niet tot doel om de status van de Bijbel naar beneden te halen, maar om haar in de juiste context te plaatsen. Wat verzen om dit duidelijk te maken:
Mar. 4:33 Met zulke en andere gelijkenissen maakte hij hun het goede nieuws bekend, voorzover ze het konden begrijpenMet andere woorden, menig gelijkenis is niet opgenomen in de H. Schrift.
Mar. 6:34b, en hij onderwees hen langdurigNiets van wat Hij hier heeft onderwezen, staat hier vermeldt.
Joh. 16:12 Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragenMisschien heeft Hij deze zaken gezegd tijdens de verschijningen na Zijn Opstanding waar in Hand. 1:2-3 naar wordt verwezen. Erg weinig van deze leringen zijn in de Bijbel terechtgekomen, en de leringen waarbij dat w�l is gebeurt, bevatten weinig details.
Johannes 20:30 Jezus heeft nog veel meer wondertekenen voor zijn leerlingen gedaan, die niet in dit boek staanJohannes 21:25 Jezus heeft nog veel meer gedaan: als al zijn daden, een voor een, opgeschreven zouden worden, zou de wereld, denk ik, te klein zijn voor de boeken die dan geschreven moesten worden.Paradosis (Traditio)Het belangrijkste Griekse woord dat voor overlevering wordt gebruikt in het NT is 'paradosis'. Het wordt vier keer gebruikt om de Christelijke Traditio aan te duiden:
1 Kor. 11:2 Ik vind het prijzenswaardig dat u in alle omstandigheden aan mij blijft denken en u houdt aan de overleveringen die ik u heb doorgegeven.Kol. 2:8 Let op, dat niemand u meesleept door holle en misleidende idee�n die steunen op menselijke tradities, op de machten van de wereld, en niet op Christus.'Paradosis' betekend zoveel als iets dat doorgegeven, danwel overgelevert wordt. Deze overlevering kan slecht zijn (Mat. 15:2, Kol 2:8), tegen de wil van God (Mar. 7:8), of juist geheel goed (1 Kor. 11:2). Dit onderscheid dient men wel steeds in de gaten te houden als men over de Traditio debateert.
2 Tess. 2:15 Wees standvastig, broeders en zusters, en blijf bij de traditie waarin u door ons onderwezen bent, in woord of geschrift.2 Tess 3:6 Broeders en zusters, op gezag van onze Heer Jezus Christus dragen wij u op u niet in te laten met broeders of zusters die hun werk verwaarlozen en niet leven volgens de traditie die wij hebben doorgegeven.De Traditio in de Bijbel kan mondeling of geschreven zijn overgebracht. Het impliceert dat de schrijver (in dit geval St. Paulus) hier niet zijn eigen gezichtspunten overbrengt, maar een boodschap die van een ander afkomstig is (zie bijv. 1 Kor. 11:23). Het belang van de Traditio zit 'm niet in de vorm, maar in de inhoud.
Woord van God/Woord van de HeerDe aanduidingen 'Woord van God' of 'Woord van de Heer' refereren in Handelingen en in de Brieven bijna altijd aan mondelinge prediking, niet aan de H. Schrift. Het Griekse woord wat gebruikt wordt is 'logos', dezelfde titel als die voor Jezus wordt gebruikt in Joh. 1:1. Op een bepaalde manier geldt dit ook voor de gehele Bijbel, zij bevat het Woord van God. Veel Protestanten echter, denken bij elke keer dat ze 'woord' tegenkomen in de Bijbel, dat dit pers� het geschreven woord is, maar een beetje common-sense denken leert ons al dat zelfs in het Nederlands 'woord' niet alleen het geschreven woord betreft. In de H. Schrift is dit zelfs veelal niet het geval. De meeste verhalen die men in de H. Schrift aantreft, zijn eerst mondeling verkondigd alvorens ze zijn opgeschreven. Aldus is de mondelinge component niet weg te denken uit het Christendom.
Traditio volgens Jezus Christus en St. PaulusKol. 2:8 (zie boven) wordt vaak door Evangelischen van de fundamentalistische soort, aangehaald om zowel filosofie als de Traditio te veroordelen, maar dit vers ondersteunt geen van beide posities. St. Paulus contrasteert hier de tradities en filosofi�en
van mensen i.t.t. die van Jezus Christus, hij veroordeelt deze zaken dus niet naar hun essentie, maar naar hun gecorrumpeerde verschijningsvorm. We hebben hierboven immers gezien dat St. Paulus hetzelfde woord drie keer op positieve wijze gebruikt. Op dezelfde wijze gebruikt Jezus het woord 'paradosis' om de gecorrumpeerde menselijke tradities van de Farize�en te veroordelen (Mat. 15:3, 6; Mar. 7:8-9, 13), dus niet de Apostolische Traditio an sich, want anders zou dat een tegenspraak met St. Paulus opleveren, net zoals dat een tegenspraak met Zijn eigen Bergrede zou opleveren. Ook is het goed om op te merken dat Jezus hier termen gebruikt als '
uw traditie', of 'tradities
van mensen', net zoals St. Paulus dat doet in Kol. 2:8. Als hij echter over de Apostolische Traditio spreekt, dan verbind hij geen enkele kwalificaties aan dat woord.
Paradidomi 'overbrengen, doorgeven'Een woord dat taaltechnisch verwant is aan paradosis, is paradidomi, en het wordt minstens zeven keer gebruikt i.v.m. de Traditio:
Luc. 1:1-2 Nadat reeds velen zich tot taak hebben gesteld om een verslag te schrijven over de gebeurtenissen die zich in ons midden hebben voltrokken, en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin ooggetuigen zijn geweest en dienaren van het Woord zijn gewordenSt. Lucas vertelt ons hier dat de tradities die hier overgeleverd zijn, geen fabels, mythen of legenden zijn, maar betrouwbare ooggetuigenverslagen, hier hebben we dan ook een melding van zowel mondelinge als schriftelijke bronnen, waarbij de eerste predominant lijken.
1 Kor. 11:23 Want wat ik heb ontvangen en aan u heb doorgegeven, gaat terug op de Heer zelf. In de nacht waarin de Heer Jezus werd uitgeleverd nam hij een brood (zie ook 1 Kor. 11:2 en Rom. 6:17)
1 Kor. 15:3 Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staatHet is opvallend hoe vooral in dit laatste vers de H. Traditio en de H. Schrift in elkaar overvloeien als twee bronnen van ��n openbaring, net zoals dat nu nog het geval is in de katholieke leer. De authentieke Apostolische Traditio spreekt de H. Schrift nooit tegen, maar zet haar juist in de goede context, complementeert het en breidt het uit.
2 Pet. 2:21 Het was beter voor hen geweest de weg van de rechtvaardigheid nooit gekend te hebben dan die weg wel te kennen, en zich vervolgens af te wenden van het heilige gebod dat hun is overgeleverd.[i/]
[i]Jud. 3 Geliefde broeders en zusters, het was mijn vaste voornemen u te schrijven over de redding van ons allen, maar ik zie mij nu genoodzaakt u in deze brief op te roepen om te strijden voor het geloof dat voor eens en altijd aan de heiligen is overgeleverdParalambano 'ontvangen'Het woord Paralambano, dat ontvangen betekent, komt ook minstens zeven keer voor m.b.t. de Traditio. Aldus zijn er drie gerelateerde concepten; de Traditie, of overlevering die gegeven is, en handelingen zoals het overleveren en het ontvangen van de Traditio:
1 Kor. 15:1-2 Broeders en zusters, ik wijs u nog eens op het evangelie dat ik u heb verkondigd, dat u hebt aanvaard, waarop u gegrondvest bent en waardoor u ook gered wordt, tenminste als u zich houdt aan de bewoordingen waarin ik het u verkondigd heb; anders zou u het geloof zonder nadenken hebben aanvaard.Zie ook hoe hij hier refereert aan het onthouden; de kern van dit vers gaat over een mondeling verkondigt evangelie en overlevering dat wordt bewaard middels het herinneren.
Galaten 1:9, 12 Wat wij vroeger hebben gezegd zeg ik nu opnieuw: als iemand u een ander evangelie verkondigt dan u ontvangen hebt: hij zij vervloekt!
...Want ook ik heb het niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door een openbaring van Jezus Christus.Dit klinkt trouwens redelijk hetzelfde als de anathema's die werden verkondigt op het concilie van Trente, die voor menig Protestant zo aanstootgevend zijn. Hier ziet men hoe St. Paulus een duidelijk onderscheid aanbrengt tussen de 'tradities van mensen' en de echte Traditio die van God komt.
Deze Traditio is degene van wie de Kerk al twintig eeuwen de hoeder is. De volgende passage bevestigt dit:
1 Tes. 2:13 En daarom danken wij God dan ook zonder ophouden, omdat u het woord van God, dat u van ons te horen kreeg, hebt ontvangen en het hebt aanvaard; niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God zelf, dat ook werkzaam blijft in u die gelooft.Traditio, evangelie en Woord van God zijn synoniemHet moge nu overduidelijk zijn dat alle voorgaande data uit de H. Schrift laat zien dat de termen 'Traditio' of 'overlevering', 'evangelie' 'Woord van God' en soortgelijke termen in essentie als synoniemen worden gebruikt. Allen zijn over het algemeen mondeling en er wordt aan gerefereerd als zijnde ovegeleverd en ontvangen:
1 Kor. 11:2 ...en dat u zich houdt aan de overleveringen die ik u heb doorgegeven.2 Tes 2:15 ...houd u aan de overleveringen waarin u door ons, mondeling dan wel schriftelijk, bent onderwezen.2 Tes. 3:6 ...volgens de overlevering die u van ons hebt ontvangen.1 Kor 15:1 ...het evangelie dat ik u heb verkondigd...Gal. 1:9 ...een ander evangelie verkondigt dan u ontvangen hebt...1 Tes. 2:9 ...Wij hebben u het evangelie van God verkondigd...Hand. 8:14 ...dat Samaria het woord van God had aanvaard...1 Tes 2:13 ...omdat u het woord van God, dat u van ons te horen kreeg, hebt ontvangen en het hebt aanvaard...2 Pet. 2:21 ...het heilige, overgeleverde gebod...Jud. 3 ...het geloof dat eens en voorgoed aan de heiligen werd overgeleverd...Alleen al in St. Paulus' brieven aan de Tessalonicenzen zien we dat drie van de bovenstaande termen onderling inwisselbaar worden gebruikt. Het is in ieder geval duidelijk dat de term 'Traditio' of 'Overlevering' geen Bijbelsvreemde uitdrukking is vooral bij St. Paulus. Als men zou willen volhouden dat dit wel het geval is, dan geldt dit ook voor termen als 'evangelie' en 'woord van God'. Zo bezien is de aangebrachte dichotomie tussen Bijbel en Traditio zelf onBijbels, en in essentie een 'traditie van mensen'.
Mondelinge Traditio volgens St. PaulusIn zijn twee brieven aan Timotheus plaatst St. Paulus een paar fascinerende opmerkingen over het belang van mondelinge Overlevering:
2 Tim. 1:13-14 Neem als richtsnoer de heilzame woorden die je van mij hebt gehoord, houd vast aan het geloof en aan de liefde die in Christus Jezus zijn. Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd.2 Tim. 2:2 En wat u van mij in het bijzijn van vele getuigen hebt gehoord, geef dat door aan betrouwbare mensen, bekwaam om op hun beurt anderen te onderrichten.St. Paulus zegt dat Timotheus niet alleen de mondelinge boodschap die hij heeft ontvangen als richtsnoer moet gebruiken, maar ook anderen op diezelfde wijze moet onderrichten. De katholieke Kerk doet precies hetzelfde met de geloofsschat, of leringen der Apostelen (Hand. 2:42).
De Kerk en niet de H. Schrift 'fundament en pijler van de waarheid'Als je de gemiddelde Protestant vraagt wat het fundament is onder z'n geloof, dan zal hij/zij al snel uitkomen op de Bijbel, alleen zegt de H. Schrift dat nergens zo uitdrukkelijk van zichzelf, integendeel, volgens 1 tim. 3:15 is de Kerk dat:
1 Tim. 3:15 ...de kerk van de levende God, fundament en pijler van de waarheid.Twee Sola Scriptura bewijsteksten onder de loep2 Tim. 3:16-17 Elke schrifttekst is door God ge�nspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.Deze verzen worden het meest aangehaald om Sola Scriptura te ondersteunen, John Henry kardinaal Newman heeft echter een sterk argument gegeven waarom zo'n redenering uiteindelijk faalt:
"Het is nogal evident, dat deze passage in het geheel geen bewijs levert dat de heilige Schrift, zonder Traditie, de enige regel van het geloof is. Want: ook al is de heilige schrift daar nuttig voor, dat wil nog niet zeggen dat ze genoeg is. De Apostel vereist de hulp van de Traditie (2 Thess. 2:15). Verder verwijst de Apostel hier naar de Schriften die Timote�s heeft leren kennen als kind. Echter, een groot deel van het Nieuwe Testament was nog niet geschreven in diens kindertijd. Sommige van de Katholieke Brieven waren nog niet eens geschreven toen St. Paulus dit opschreef, en geen enkel van de boeken van het Nieuwe Testament was toen al in de canon van de boeken van de Schrift geplaatst. Hij verwijst dan ook naar de Geschriften van het Oude Testament. Als het argument uit deze passage al iets zou aantonen, dan zou het te v��l zijn, namelijk: dat de Geschriften van het Nieuwe Testament niet nodig waren voor een geloofsregel. Onnodig te zeggen dat deze passage geen bewijs levert over de inspiratie van de diverse boeken van de heilige Schrift, zelfs niet van diegene waarvan dat werd aangenomen.... Want er wordt niet verteld ... wat de boeken of onderdelen van de ge�nspireerde Schrift zijn"
12
Naast deze historische en logische argumenten, kan men ook op contextuele, analogische en exegetische gronden met de Protestantse interpretatie verschillen. In 2 Timotheus alleen al (context) refereert St. Paulus drie keer aan een mondeling overgedragen Overlevering (1:13-14; 2:2; 3:14) In het laatste geval zegt St. Paulus over de Overlevering: "U weet wie u onderricht hebben.". Deze persoonlijke noot laat zien dat hij het niet had over de H.Schrift, maar zichzelf als drager van de Overlevering zag. Op andere Schriftplaatsen (exegese) kan men zien dat hij de mondelijke Traditio omarmt (Rom. 6:17; 1 Kor. 11:2, 23, 15:1-3; Gal. 1:9, 12; Kol. 2:8; 1 Tes. 2:13; 2 Tes 2:15, 3,6) Het aanbrengen van dichtomie�n hier door sommige Protestantse apologeten is fundamenteel verkeerd. Laten we eens bijvoorbeeld Ef. 4:11-15 op dezelfde manier ontleden (analogie):
Ef. 4:11-15 Hij ook heeft gaven uitgedeeld. Sommigen maakte Hij apostel, anderen profeet, anderen evangelist, weer anderen herder en leraar, om de heiligen toe te rusten voor het werk van de bediening, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen tezamen komen tot de eenheid in het geloof en de kennis van Gods Zoon, tot de volmaakte man, tot de gehele omvang van de volkomenheid van Christus. Dan zullen wij niet langer onmondig zijn, heen en weer geslingerd en meegesleurd door elke windvlaag. Ik doel op elke leer die door het valse spel van sluwe mensen tot dwaling verleidt. Nee, laten wij de waarheid spreken in liefde en zo volledig naar Christus toe groeien. Hij is het hoofd.Als het Griekse
artios in 2 Tim. 3:16-17 (SV volmaakt, WV95 volkomen) zou bewijzen dat de H. Schrift all��n genoeg is, dan zou
teleios (SV volkomen, WV95 volmaakt) in deze verzen bewijzen dat pastors, leraren enz. voldoende zijn om tot de volheid in Christus te komen. Zie bijvoorbeeld hoe in Ef. 4:11-15 de Christen wordt 'toegerust', 'opgebouwt', 'in de eenheid van het geloof gebracht' enz. en zelfs worden bewaard voor doctrinaire verwarring, en dat allemaal door de leer-authoriteit van de Kerk, ook wel magisterium genoemd. Dit is een veel krachtiger statement dan dat in 2 Tim. 3:16-17.
Zodoende bewijst de Protestantse interpretatie eigenlijk teveel, want als alle niet-Bijbelse elementen zouden worden uitgesloten in 2 Timotheus, dan zou analoog aan deze redenering, de H. Schrift worden uitgesloten door Efezi�rs. Het is natuurlijk veel redelijker om deze twee citaten met elkaar te harmoniseren in een complementaire lezing van de H. Schrift door te erkennen dat een schijnbare afwezigheid van een element in een citaat, niet hoeft te betekenen dat het non-existent is. Zodoende zijn Kerk en H. Schrift beide even nodig voor het onderwijzen van de gelovige, en dit is precies de katholieke visie, geen van beide passages dient verabsoluteert te worden.
1. Kor 4:6 ...U moet namelijk uit ons voorbeeld deze regel leren: houd u aan wat geschreven staat. U mag uzelf niet belangrijk maken door de een te verheerlijken boven de ander. Deze passage, die ook wordt gebruikt om Sola Scriptura te bewijzen, wordt als vrij moeilijk te vertalen beschouwt, en wel zodanig dat de Protestantse vertaler James Moffat het zag als niet meer te achterhalen en het weigerde te vertalen. Toch lijkt de bedoeling redelijk duidelijk te zijn, zeker als men rekening houdt met de context (op z'n minst de verzen 3-6). Dit principe van contextuele interpretatie wordt al gauw verlaten, ook door zeer gerespecteerde Bijbelvorsers als er persoonlijke voorkeuren in het spel zijn. De grote Evangelische theoloog G. C. Berkouwer, die toch menig inzichtelijk en diepzinnigs heeft geschreven over de H. Schrift, valt ten prooi aan deze presuppositie door dit gedeelte van het vers te gebruiken om Sola Scriptura te impliceren in zijn magnum opus over de H. Schrift.13 Men hoeft alleen maar simpelweg de zinnen na de bewuste passage te lezen om te zien waar St. Paulus op doelt. Het is in feite een ethische uiteenzetting over hoe misplaatste trots en arrogantie te voorkomen, en heeft als zodanig niets van doen met het idee dat de Bijbel een alomvattende standaard van authoriteit los van de Kerk is. De leer die door St. Paulus werd verbreidt, sluit zo'n interpretatie trouwens sowieso uit, zoals we hierboven hebben gezien. Een van de grondslagen van de Protestantse hermeneutiek is juist het verhelderen van obscure passages van de H. Schrift door ze in overeenstemming te brengen met meer duidelijke gerelateerde passages.14 St. Paulus vertelt de Korinthi�rs dat ze zich binnen de bredere ethische richtlijnen van het OT moeten blijven (sommige vertalers maken er 'houdt de regels' van, de Naardense vertaling heeft het kennelijk zelfs niet vertaalt). wat wordt verduidelijkt door de zin 'wat geschreven staat', wat bij hem vaak een soort aankondiging vormt van een citaat uit het OT in z'n brieven. Als we er vanuit gaan dat hij inderdaad het OT bedoelt, wat de meest voor de hand liggende interpretatie is, dan zou dit alweer teveel bewijzen, want dat zou dan betekenen dat hij het gehele NT, van welke de canon pas definitief in het jaar 397 is vastgesteld, niet mee zou rekenen. Om het nog eens op een rijtje te zetten; het gebruik van 1. Kor. 4:6 als bewijs voor Sola Scriptura faalt om drie redenen:
* De context is etisch van aard; we kunnen niet voorbij gaan aan de etische richtlijnen die het OT geeft v.w.b. intermenselijke relaties. Dit verbied overigens niet het bediscusi�ren van ethiek buiten de H. Schrift, daar deze per definitie niet elk etisch dilemma kan bevatten, dat zou een logische onmogelijkheid zijn.
* Het vers hoeft niet eens noodzakelijkerwijs te slaan op het OT, al lijkt dit wel de heersende opinie te zijn onder Bijbelonderzoekers, en is dit geenzins uitgesloten.
* Als 'het staat geschreven' refereert aan de H. Schrift, dan wordt er altijd het OT mee bedoelt, en dat valt toch niet samen met de Protestantse leringen. Op deze manier bewijst het dus zowel teveel �n te weinig.
Alle 'bewijsteksten' voor Sola Scriptura zijn aantoonbaar inadequaat en gaan in tegen Bijbelse (en katholieke) leringen over Traditio en Kerk en het levert ook moeilijkheden op in verband met de vaststelling van de canon van het NT, en hoe dit is gebeurt (door de katholieke Kerk). Kardinaal Newman, wiens inzichten na honderd jaar nog steeds even verfrissend zijn, dringt meteen door naar de kern:
"Dat de Schrift de Regel van het Geloof is, is eigenlijk een aanname die zo verwant is met de wijze waarop Protestanten gewend zijn om te denken en te redeneren, dat het voor hen eerder een vanzelfsprekendheid dan een waarheid is. Als ze met Katholieken in discussie zijn over ��n of ander geloofspunt, vragen ze direct: 'Waar staat dat dan in de Bijbel?'. De Katholieken in kwestie antwoorden dan, zoals ze moeten doen, dat het niet per se in de Schrift hoeft te staan om waar te zijn. En dan denken de Protestanten, dat zo'n antwoord een ontwijkingsmanoeuvre is en een overwinning voor henzelf. Echter, het is helemaal niet zo vanzelfsprekend, dat de hele religieuze waarheid in een aantal werken gevonden kan worden - hoe heilig die ook zijn - die geschreven zijn in verschillende tijd en niet altijd ��n boek vormden. Dat is zelfs een doctrine die heel erg moeilijk te bewijzen is. ... Het [is] ... een aanname die zo onlosmakelijk deel uitmaakt van de gangbare gedachte, dat het ontzettend moeilijk is om degenen die haar aanhangen, ervan te overtuigen, dat het �berhaupt een aanname �s."
15
De canon van het Nieuwe Testament16
Alhoewel de kwestie van de samenstelling van het NT canon strikt genomen een historisch vraagstuk is, zullen we het toch nader bekijken, zeker ook omdat het nogal wat invloed heeft op de veronderstelde notie van Sola Scriptura en Bijbelse authoriteit.
Als Protestanten het concept van Sola Scriptura willen uitoefenen, dan zal men eerst moeten accepteren welke boeken er �berhaupt tot de H. Schrift behoren, en dan met name de boeken van het NT. Dit is niet zo eenvoudig als dat het lijkt, zeker niet omdat we vandaag de dag de canon zien als een vanzelfsprekendheid. Hoewel er in de vroege Kerk op hoofdlijnen een brede consensus bestond over de meeste boeken, was er nog genoeg verschil van mening om te twijfelen aan het aspect van zelfbewijzende en zeluitleggende aspect van de Bijbel dat vaak gepaard gaat met de Sola Scriptura gedachte. Het volgende overzicht van historische acceptatie van NT Bijbelboeken (alsook niet- Bijbelse boeken) zal de lezer helpen om het proces van canonisering niet al te versimpelt voor te stellen.
Uitleg van symbolen:
* boek geaccepteerd (of geciteerd)
? boek persoonlijk in twijfel getrokken (of genoemd als zodanig)
x boek verworpen, niet bekend of niet geciteerd.
Tijdperk van het NT en Apostolische vaderen (30-160)
Overzicht: Het NT is nog niet duidelijk onderscheiden van andere Christelijke schrijfselen.
Evangeli�n: Algemeen geaccepteerd rond 130.
Handelingen: Haast niet bekend of geaccepteerd.
Paulinische brieven: Algemeen geaccepteerd rond 130, maar citaten worden zelden als Schriftuurlijk beschouwd.
Filippenzen, 1 Timotheus: x Justinus de martelaar.
2 Timotheus, Titus, Filemon: x Polycarpus, Justinus de martelaar.
Hebre�en: Niet beschouwt als canoniek.
? paus Clemens I
x Polycarpus, Justinus de martelaar.
Jakobus: Niet beschouwt als canoniek, wordt ook niet eens geciteerd.
x Polycarpus, Justinus de martelaar.
1 Petrus: Niet beschouwt als canoniek.
2 Petrus: Niet beschouwt als canoniek, wordt ook niet geciteerd.
1,2,3 Johannes: Niet beschouwt als canoniek.
x Justinus de martelaar
1 Johannes: ? Polycarpus
3 Johannes x Polycarpus
Judas: Niet beschouwt als canoniek
x Polycarpus, Justinus de martelaar.
Openbaringen: Niet beschouwt als canoniek
x Polycarpus.
Irenaeus tot Origenes (160-250)
Overzicht: De note van een canon ontstaat tegen het einde van de 2e eeuw, Tertullianus en Clemens van Alexandri� zijn de eersten die de woorden 'Nieuw Testament' gebruiken.
Evangeli�n: Geaccepteerd.
Handelingen: Geleidelijk aan geaccepteerd.
Paulinische brieven: Geaccepteerd met enige uitzonderingen:
2 Timotheus: x Clemens van Alexandri�.
Filemon: x Irenaeus, Origenes, Tertullianus, Clemens van Alexandri�.
Hebre�en: Niet canoniek tot de 4e eeuw in het westen.
? Origenes.
* Als eerste geaccepteerd door Clemens van Alexandri�.
Jakobus: Niet canoniek.
? Als eerste genoemd door Origenes.
x Irenaeus, Tertullianus, Clemens van Alexandri�.
1 Petrus: Geleidelijk aan geaccepteerd.
* Als eerste geaccepteerd door Irenaeus, Clemens van Alexandri�
2 Petrus: Niet canoniek.
? Als eerste genoemd door Origenes.
x Irenaeus, Tertullianus, Clemens van Alexandri�.
1 Johannes: Geleidelijk aan geaccepteerd.
* Als eerste geaccepteerd door Irenaeus.
x Origenes
2 Johannes: Niet canoniek.
? Origenes
x Tertullianus, Clemens van Alexandri�.
3 Johannes: Niet canoniek
? Origenes
x Irenaeus, Tertullianus, Clemens van Alexandri�.
Judas: Geleidelijk aan geaccepteerd.
* Clemens van Alexandri�.
x Origenes.
Openbaringen: Geleidelijk aan geaccepteerd.
* Als eerste geaccepteerd door Clemens van Alexandri�.
x Canon van Barococcio (206)
Brief van Barnabas: *Clemens van Alexandri�, Origenes.
Herder van Hermas: *Irenaeus, Origenes, Clemens van Alexandri�, Tertullianus.
Didache: *Clemens van Alexandri�, Origenes.
Openbaringen van Petrus: * Clemens van Alexandri�.
Handelingen van Paulus: *Origenes.
* Komt voor in Griekse, Latijnse Syrische, Armeense en Arabische vertalingen.
Evangelie van de Hebre�en: *Clemens van Alexandri�
De Muratorische canon (190) zonder: Hebre�en, Jakobus, 1 Petrus, 2 Petrus. Met: Openbaringen van Petrus, Wijsheid van Salomon.
Origenes tot Nicea
Overzicht: De 'katholieke brieven' en Openbaringen nog steeds niet algemeen geaccepteerd.
Evangeli�n, Handelingen en de Paulinische brieven: Geaccepteerd.
Hebre�en: * Geaccepteerd in het oosten.
x,? Nog steeds betwist het westen.
Jakobus: x,? Nog steeds betwist in het oosten.
x Niet geaccepteerd in het westen.
1 Petrus: Redelijk geaccepteerd.
2 Petrus: Nog steeds betwist.
1 Johannes: Redelijk geaccepteerd.
2, 3 Johanes, Judas: Nog steeds betwist
Openbaringen: Betwist, zeker nog in het oosten.
x Dionysius
Concilie van Nicea (325)
Betwijfelt de canoniciteit van Jakobus, 2 Petrus, 2 en 3 Johannes en Judas.
Concilie van Nicea tot het Concilie van Carthago (397)
Overzicht: Athanasius is de eerste die alle 27 boeken als canoniek presenteerd (397). Toch blijven sommige boeken betwist, bijna tot aan 397, toen de Canon definitief werd gesloten.
Evangeli�n, Handelingen, Paulinische brieven, 1 Petrus en 1 Johannes: Geaccepteerd.
Hebre�en: Geleidelijk aan geaccepteerd in het Westen.
Jakobus[i]: Moeizaam geaccepteerd
Wordt niet geciteerd in het westen tot aan 350.
[i]2 Petrus: Uiteindelijk geaccepteerd.
2, 3 Johannes: Uiteindelijk geaccepteerd.
Openbaringen: Uiteindelijk geaccepteerd.
x Cyrillius van Jeruzalem, Johannes Chrysostomus, Gregorius van Nyssa.
Brief van Barnabas: * Codex Sinaiticus (laat vierde eeuw).
Herder van Hermas: * Codex Sinaiticus (laat vierde eeuw).
Wordt volgens Athanasius als catechesatiemateriaal voor catechumenen gebruikt.
1 Clemens, 2 Clemens: * Codex Alexandrinus (vroeg vijfde eeuw!)
Protestanten accepteren uiteraard de traditionele canon van het NT. Door dit te doen, accepteren ze automatisch ook de authoriteit van de katholieke Kerk op dit punt. Zouden ze dit niet hrebben gedaan, dan was er een grote kans geweest dat het Protestantisme net zo snel was verdwenen als de oude sectes uit de eerste eeuwen van het Christendom.
Noten:
1 John Calvin, Institutes of the Christian Religion, Bk. 4, eh. 10; G. C. Berkouwer, Studies in Dogmatics: Holy ScriPture, trans. Jack B. Rogers (Grand Rapids, Michigan: Eerdmans, 1975), 299-300, 306; Martin, Marty, A Short History of Christianity (New York: Meridian, 1959),216.
2 John Calvin, Institutes of the Christian Religion, Bk. 1, chs. 6-9; Clark Pinnock, Biblical Revelation (Chicago: Moody Press, 1971),113-17.
3 Martin Luther, On the Councils and the Churches, 1539; R. C.
Sproul, "Sola Scriptura: Crucial to Evangelicalism," in James Montgomery Boice, ed., The Foundation of Biblical Authority (Grand Rapids, Michigan: Zondervan, 1978), 109; Robert McAfee Brown, The Spirit of Protestantism (Oxford: Oxford University Press, 1961),67.
4 Pinnock, Biblical Revelation, 118-119; Brown, The Spirit of Protestantism, 215-216.
Berkouwer, Studies in Dogmatics, 268-271,286,305; Brown, The Spirit of Protestantism, 171; Marty, A Short History of Christianity, 206.
6 Bernard Ramm, "Is 'Scripture Alone' the Essence of Chris�rianity?" in Jack B. Rogers, ed., Biblical Authority (Waco, Texas: Word Books, 1977), 116-117, 119, 121-122.
7 Catechism of the Catholic Church (CCC), par. 80; John A.
Hardon, The Catholic Catechism (CC) (Garden City, New York: Doubleday, 1975),47-48.
8 CCC, pars. 81, 83; John A. Hardon, Pocket Catholic Dictio�nary (PCD) (New York: Doubleday Image, 1980),437.
9 CCC, par. 82.
10 Jude 3; CCC, par. 84; Hardon, CC, 41-43.
11 Dave Armstrong, A biblical defense of catholicism, 58
12 John Henry Cardinal Newman, "Essay on Inspiration in lts Relation to Revelation," London, 1884, Essay 1, section 29, in Newman, On the Inspiration of Scripture, J. Derek Holmes and Robert Murray, ed. (Washington: Corpus Books, 1967), 131 (emphasis in original).
13 Berkouwer, Studies in Dogmatics, 17, 104-105, 148.
14 See, e.g., Bernard Ramm, Protestant Biblical Interpretations (Grand Rapids, Michigan: Baker Book House, 1970), 104�106.
15 John Henry Cardinal Newman, An Essay in Aid of a GrammaT of Assent (Garden City, New York: Doubleday Image, 1955), 296.
16 Sources for New Testament Canon chart (all Protestant):
J. D. Douglas, ed., New Bible Dictionary (Grand Rapids, Mich�igan: Eerdmans, 196), 194-198; F. L. Cross and E. A. Living�stane, ed., The Oxford Dictionary of the Christian Church (Oxford: Oxford University Press, 1983),232,300,309-310,626,641, 724, 1049, 1069; Norman L. Geisler and William E. Nix, From God to Us: How We Got Our Bible (Chicago: Moody Press, 1974), 109-112, 117-125.