1 God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon;
2 Welken Hij gesteld heeft tot een Erfgenaam van alles, door Welken Hij ook de wereld gemaakt heeft;
3 Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel Zijner heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter hand der Majesteit in de hoogste hemelen;
4 Zoveel treffelijker geworden dan de engelen, als Hij uitnemender Naam boven hen geerfd heeft. (Hebreën 1:1-4)
De Heere Jezus Christus is gezeten aan de rechterhand Gods, is zoveel treffelijker geworden dan de engelen en heeft uitnemender Naam boven hen geërfd nádat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelf teweeg had gebracht.
En voorts:
8 En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.
9 Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke boven allen naam is;
10 Opdat in den Naam van Jezus zich zou buigen alle knie dergenen, die in den hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn.
11 En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere zij, tot heerlijkheid Gods des Vaders. (Filippensen 2:8-11)
De Heere Jezus heeft Zichzelf vernederd, hetwelk was gehoorzaam te zijn tot in de dood, ja de dood des kruises, waaruit blijkt dat de kruisdood geen verhoging maar een uitermate vernedering is.
Daarom, namelijk Zijn gehoorzaamheid, heeft God Hem uitermate verhoogd, namelijk een Naam gegeven die boven alle naam is (zie Hb1:4)
Resumerend: zijn dood en lijden gingen vooraf aan zijn verhoging.
Voorts:
De Christus, de Gezalfde en dús de Koning werd geen Koning door een oordeel (Ef2:16, Ko2:14) maar door de vervulling van de belofte, namelijk de opstanding (Hd13:37). Want als Losser stierf Hij voor onze zonden, maar als Priester-Koning naar de ordening van Melchisedek is Hij opgewekt om onze rechtvaardigmaking.
Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. (Rm4:25)
Tot slot:
Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht, en is gezeten aan de rechter hand des troons van God. (Hb12:2)
De Heere Jezus zag voorbij aan het lijden en verachtte de schande omwille van de vreugde die Hem was voorgesteld, namelijk Zijn Zoonstelling, Zijn Koningschap, de Troon.
De Heere Jezus werd dus niet de Christus door Zijn lijden en dood, maar door Zijn opstanding.