goofy1978 schreef:Jezus zei: tenzij iemand wederomgeboren word, kan hij het koninkrijk Gods niet ingaan.
nu verteld onze dominee, dat wedergeboorte inhoud dat je het met God eens moet worden naar de hel te gaan.
dat heeft hij meegemaakt zei hij,en hij weet nog precies het plekje aan te wijzen waar het gebeurd is.
de Vader heeft hem in het gericht getrokken.(niemand kan tot Mij komen tezei de vader die Mij gezonden heeft hem trekke)
heeft een welgevallen gekregen aan de straf die hij verdient heeft de hel.
(wie zichzelven zal veroordelen die zal niet veroordeelt worden)
en heeft uit genade vergeving gekregen door Jezus.
als je dat niet meegemaakt hebt zal je aan de linkerhand van Jezus staan.
en je lot zal de vurige oven zijn.
bijbels gezien heeft hij volgens mij wel gelijk.
er is zelfs een gedicht van.
als onder het Heilige recht
de ziele niet meer vecht
maar bilijkt het zondeloon
wat haar ook overkoom
wat eeuwig zij haar lot
als in haar laatste vreugde
de deugd van het recht het wind
al eist zij dood het kind
o stonde vant gericht
o dodelijk tijds gewricht
maar daar word verloren gaan
door God niet toegestaan
en drinkt zij het bloed des lams
o alerzaligst lot
verheerlijkend haar God
Het is natuurlijk wel belangrijk om te beseffen wie wij zijn als zwarte zondaren voor de heilige God. Dat we weten waarover het gaat, als we bijvoorbeeld
Psalm 130 lezen.
En laat dat ook maar aan mensen te merken zijn, want dat kan ze alleen maar sieren.
Maar wat ik hier van die dominee lees komt - terecht of onterecht - op mij over als de sfeer van: daar hèt grote 'issue' van maken waarover het steeds gaat, hèt onderwerp wat de preek beheerst, en de grootste kopzorg voor de mensen in de gemeente. Het gaat dan vooral over mystieke beleving, en je bent een grote held als je de vereiste mystieke belevenissen hebt gehad. En de mensen die dat niet hebben? Ach, voor hen is het afwachten of het nog eens gebeuren mag. (Natuurlijk, wel onder het mom van zoeken en bidden en zo.) En ondertussen leeft menigeen maar wat voor zich uit, zich om Gods geboden niet of nauwelijks bekommerend, want ja, het moet je maar gegeven worden.
Maar de Torah dan? God geeft de mens toch zijn geboden, om die te houden? De Torah is het eerste deel van de Bijbel, en daarmede de basis voor de rest. God zet de mens niet op zijn stoel om te speculeren over zichzelf, en de schijnwerper op zijn innerlijk te richten. Nee, Hij geeft de mens zijn Onderwijs, zijn Instructies! (De betekenis van het woord Torah.) Praktische instructies van hoe te leven, en wat te doen. En het gaat daarin om gehoorzaamheid. Dat loopt als een rode draad door de Bijbel heen!
Het onderwijs van de Torah is niet tot de Torah zelf beperkt, maar gaat tot achterin de Bijbel door. Een beetje 'vroom' gaan lopen doen, maar Gods geboden vergeten, daarmee praktizeer je een waardeloze godsdienst. Dat zegt Jakobus 1:26 zo treffend.
SV:
22 En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende.
23 Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren aangezicht bemerkt in een spiegel;
24 Want hij heeft zichzelven bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond vergeten, hoedanig hij was.
25 Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen.
26 Indien iemand onder u dunkt, dat hij godsdienstig is, en hij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart verleidt, dezes godsdienst is ijdel.
27 De zuivere en onbevlekte godsdienst voor God en den Vader is deze: wezen en weduwen bezoeken in hun verdrukking, en zichzelven onbesmet bewaren van de wereld.
NBG'51:
22 En weest daders des woords en niet alleen hoorders: dan zoudt gij uzelf misleiden. 23 Want wie hoorder is van het woord en niet dader, die gelijkt op een man, die het gelaat, waarmede hij geboren is, in een spiegel beschouwt; 24 want hij heeft zich beschouwd, is heengegaan en heeft terstond vergeten, hoe hij er uitzag. 25 Maar wie zich verdiept in de volmaakte wet, die der vrijheid, en daarbij blijft, niet als een vergeetachtige hoorder, doch als een werkelijk dader, die zal zalig zijn in zijn doen.
26 Indien iemand meent godsdienstig te zijn en daarbij zijn tong niet in toom houdt, maar zijn hart misleidt, diens godsdienst is waardeloos. 27 Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.
NBV:
22 Vergis u niet: alleen horen is niet genoeg, u moet wat u gehoord hebt ook doen. 23 Want wie de boodschap hoort maar er niets mee doet, is net als iemand die het gezicht waarmee hij is geboren in de spiegel bekijkt: 24 hij ziet zichzelf, maar zodra hij wegloopt is hij vergeten hoe hij eruitzag. 25 Wie zich daarentegen spiegelt in de volmaakte wet die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist om wat hij doet. 26 Wie meent dat hij God dient, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen, zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite. 27 Voor God, de Vader, is alleen dit reine, zuivere godsdienst: weduwen en wezen bijstaan in hun nood, en je in acht nemen voor de wereld en onberispelijk blijven.
En waar ontbrak het die mensen aan die wel 'Heere Heere!' roepen? Kwamen ze mystieke belevenissen te kort? Of zo je wilt: bevindingen? Welnee, daar lees ik niks over! Ik lees over het niet doen van de wil van de wil van de Vader. Het niet volgen van de Torah dus, het niet wandelen in Gods wegen. Zie
Mattheüs 7:
13-23.
In de tijd dat ik nog mystiek-bevindelijk dacht kon ik dat totaal niet plaatsen. (Ik had toen het hele fenomeen Torah ook nog lang niet ontdekt!) Maar als je de Bijbel serieus gaat bestuderen en enige kennis van zaken krijgt, en als je daarbij ook nog eens kiest voor eerlijkheid t.o.v. de Bijbel, dan zul je er niet meer om heen kunnen.
Als we het onderwijs van de Torah verachten, kunnen we nog zo christelijk praten. Maar dan zijn we niet anders dan een rebelse sekte, die zich van zijn eigen fundament heeft afgekeerd. Dan zitten we wellicht veel met onze snufferd in het NT, maar met dat gedeelte voorin, de Torah in het OT, daar kunnen we dan niet veel mee, want we snappen er geen snars van. (Hooguit weten er wat fragmentarisch over te zeggen vanuit de brief van Paulus aan de Romeinen... zonder overigens te begrijpen waar hij het over heeft.)