zelf ben ik van veel later stempel. Maar met de grootouders van mijn vrouw heb ik geregeld erover gesproken.
Na de oorlog die HET evenement van hun leven werd schreef oma haar herinneringen op in schrijfsels die schreef ze voor zichzelf en haar eventueel nageslacht. Een kleine greep uit de dingen die mij het meest aanspraken.
Ze zijn jong als de strijd losbarst pas getrouwd en wonen In Den Haag ze wonen in de nabijheid van de Frederikskazerne In een stadsdeel waar tot de dag van vandaag nog vele Ambasades zijn gevestigd.
Al vrij snel raakt Oma betrokken bij wat we het verzet zijn gaan noemen. Door de tijd heen betekend dat voor haar met name dat ze bezig is met smokkel, en oplsag van verboden artikelen. Verspreiding van verboden lectuur en onderduikers naast diverse hand en spandiensten. Ze leert in het geheim schieten met pistool maar is terrecht de rest van haar leven dankbaar dat ze nooit op een mens heeft hoeven vuren.
In het late voorjaar van 41 raakt ook Opa betrokken bij illegale praktijken. Ze zijn beide dermate discreet dat het tot maart 42 duurt voordat ze het van elkaar te weten komen als ze de eerste onderduiker huisvesten. Oma schrijft veel over de mensen die ze opvangen van de meeste zal ze nooit de echte naam weten. Eruit springt een dan man van middelbare leeftijd die zichzelf Lev noemt. een volgens opa luid en duidelijke homosuxuele man van Russiche oorsprong. ¨Lev¨ zou de oorlog overleven en Oma ontvangt tot aan zijn dood eind jaren 60 elk jaar op haar verjaardag bloemen dank en wat lekkers.
Verder schrijft ze over het dagelijks leven, natuurlijk de geboorte van hun 1e kindje over het bombardement op het Bezuidenhout en de raketten die afgeschoten zouden worden vanuit Clingendael en het Haagse bos. ze schrijft uitgebreid over vrienden en bekenden die verdwijnen om nooit meer gezien te worden. Natuurlijk de hongerwinter. Door hun contacten komen ze er relatief goed doorheen er was niet altijd voldoende maar ECHTE honger hebben ze nooit geleden zijn de woorden die ze gebruikt. Voor haar persoonlijk hakt het verdwijnen van bekenden er het hardtste in. De rest van hun leven laat ze met haar man samen regelmatig bloemen en een gebed achter op de Waalsdorper vlakte. Ze heeft een ijzersterk vertrouwen dat God hen er door heen zal slepen. De enige keer dat ze echt benauwd si geweest schrijft ze is als Opa bij een routine controle opgepakt word. Tot beide hun stomme verbazing laten de Duitsers hem vrij snel gaan. Ze denken dat hij niet de man was die ze zochten. Dat kan prima zo zijn maar als ze ook maar ietsjes verder hadden gegraven was mijn vrouw schoonmoeder nooit geboren.
Ze schrijft ook over een duitse onderofficier die ze hadden leren kennen een man van toen middelbare leeftijd. Die vanwege zijn leeftijd en kleine handicap in Den Haag was gestationeerd om een kantoor te bewaken. Bij het losbreken van de vijandigheden met Polen had hij een vrouw en niet minder dan 8 kinderen 6 eigen 2 aangenomen. Hij zou als enige van zijn gezin de oorlog overleven. Deze man was zacht gezegd niet gecharmeert van de nazi´s en aanverwant gespuis. Op zeker moment begint hij dan ook bonnen en voedsel te stelen en door te spelen aan oma en opa. Zonder vragen te stellen of opmerkingen te maken. Na de oorlog is er nog een poosje contact waarin hij door laat schemeren het ernstige vermoeden te hebben dat oma ¨gasten¨ had die moesten eten en dat zijn doel alleen geweest is om het handjevol jongens onder zijn bevel liefst onbeschadigt er doorheen te halen koste wat kost dat is hem grotendeels gelukt.. Als ze een goed jaar niets meer horen gaat opa op onderzoek uit. Uiteindelijk kan hij achterhalen dat deze man door het verlies van zijn hele gezin uiteindelijk geestelijk dusdanig ontspoort is dat hij opgenomen moest worden. Als ze hem besluiten op te zoeken herkent hij hen niet meer oma omschrijft hem als geestelijk en fysiek totaal en volledig verslagen ontspoort uitgeput en gebroken.
Ze hebben de vijand nooit gehaat schrijft ze en drukt haar nageslacht op het hart nooit te hate. Jezus zij hebt uw vijanden lief. Opa omschrijf het iest volkser Je hebt aan haat geen kl*te jongen. Het meisja dat in Hamburg een bomscherf in het hoofd krijgt of ge gehersenpoelde jonden die tegen een Russiche bajonet aan loopt kan er ook niks aan doen.
nijn toen verloofde nu vrouw vroeg eens aan haar oma waarom het risico te vergroten door mmerdere activiteiten te ontplooien. Het antwoord vergeet ik nooit meer. A. het moest gebeuren. b Ze kunnen je maar 1 keer fussilleren. Als je er al tot in je nek in zit maakt een onderduiker meer of minder niets meer uit. Ik vroeg ze eens naar het waarom. Ze haalde een quote aan die ik wel eens eerder gehoord meen te hebben. Niet uit haat voor de gene tegenover ons maar uit liefde voor de gene achter ons.