Vreze des Heeren, dat is geen slaafse vreze, geen bangheid. Vreze des Heeren, dat is de kinderlijke vreze. Hem erkennen als de souvereine Beschikker over ons leven, en dat niet al morrend en mokkend, maar in onderworpenheid aan Hem, dat is vreze. Vragen naar des Heeren wil ; Hem kennen en erkennen ...