pindas83 schreef:Wat ik me afvraag is waarin de RKK en de OOK verschillen, behalve dat de tweede de paus' onfeilbaarheid niet erkent.
Enkele verschilpunten tussen de Rooms-katholieke Kerk en de Oosters-Orthodoxe kerk :
De universele jurisdictie en onfeilbaarheid van de paus wordt door de orthodoxen niet erkend.
Bisschoppen zijn enkel opvolgers van de apostelen en niet van Christus. Vandaar dat de laat middeleeuwse bewering van de paus van Rome, dat hij de plaatsvervanger van Christus zou zijn, voor de orthodoxen onaanvaardbaar is. De bewering "Plaatsvervanger van Christus" te zijn verdeelt de Hemelse en de aardse Kerk in twee entiteiten. Christus is voor orthodoxen hoofd van beiden.
Een historisch strijdpunt met de westerse kerken is de theologische kwestie over het ontstaan van de Heilige Geest; in het westen heeft men in de 8e eeuw aan de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel het zogenaamde Filioque toegevoegd: vanaf dat moment leerde de Rooms-katholieke Kerk dat de Heilige Geest niet alleen uit de Vader, maar ook uit de Zoon voortkomt.
De Orthodoxe Kerk verwerpt de leer van het Vagevuur, de doop met enkel besprenkeling (= alleen volledige onderdompeling), het niet toestaan van een scheiding tussen man en vrouw (in de Orthodoxe Kerk tot twee keer toe toegestaan) en het gebruik van ongezuurd brood bij de liturgie. De Onbevlekte Ontvangenis van Maria en de Hemelvaart van Maria zijn geen dogma's in de Orthodoxe Kerk.
Kenmerkend is het gebruik van de vele iconen, naast fresco’s en mozaïeken, in de Oosters-Orthodoxe Kerk. In de kerk van het Westen hebben afbeeldingen van Christus, Maria en heiligen een functie in het religieuze onderricht en in het devotieleven, als hulpmiddel om de meditatie en het gebed geconcentreerder en intenser te maken. In de kerken van het oosten vervullen ze samen met de overige kunstwerken, zoals voornoemde mozaïeken en fresco's, ook in de liturgie een functie die gelijkwaardig is aan het luisteren naar de Heilige Schrift. "Zoals de waarheid van het geloof zich aan de oren openbaart, zo openbaart zij zich aan de ogen via de icoon"
De liturgie is anders en wordt als onveranderlijk beschouwd. De mensen staan in plaats van te zitten. Tussen altaar en gelovigen bevindt zich een iconenwand of iconostase. Deze vormt de scheiding tussen de altaarruimte en het schip van de kerk.
In westerse kerken, met hun duidelijke lengte as, worden de gebeurtenissen afgebeeld in hun chronologische volgorde, van west naar oost. Zij vormen als het ware 'een boek aan de wand'. In de grote Byzantijnse kerken zijn de afbeeldingen vanwege de liturgische functie gerangschikt in een cirkel in de koepel.
De 12 grote kerkelijke feestdagen, afgebeeld in de koepel, staan voor een zich steeds herhalende cyclus in de kosmos. De feestdagen komen in het Oosten deels overeen met die in het Westen, maar er zijn ook verschillen in belangrijkheid. Dat zijn: de Geboorte van de Moeder Gods (8 september), de Kruisverheffing (14 september), de Opdracht van de Moeder Gods in de Tempel (21 november), Kerstmis (25 december), de Openbaring (6 januari), Presentatie van onze Heer en God en Verlosser in de Tempel (2 februari), de Verkondiging aan de Moeder Gods (25 maart), Palmzondag, Pasen, Pinksteren, de Transfiguratie (6 augustus) en het Ontslapen van de Moeder Gods (15 augustus). Opvallend is de belangrijke rol van de gedachtenis aan Maria in het verlossingswerk van haar zoon en het ontbreken van Witte Donderdag en Goede Vrijdag in de rij van die Oosterse 12 belangrijkste hoogfeesten.
De oosterse spiritualiteit is sterk beïnvloed door het monnikendom. Het Jezusgebed is een kort gebed dat door de monniken, maar ook door veel leken, voortdurend herhaald wordt bij alle bezigheden.
Priesters (en de lagere clerus) kunnen en mogen gehuwd zijn. Hun priesterwijding bevestigt hun gehuwde of celibataire levensstaat (vergelijkbaar met de diakens in de katholieke Kerk). Bisschoppen worden altijd uit monniken gekozen en zijn altijd ongehuwd.
De orthodoxe gelovigen slaan het kruis andersom. Bij katholieken begint men het slaan van het kruis van boven naar beneden en vervolgens van links naar rechts, terwijl de orthodoxen van boven naar beneden en vervolgens van rechts naar links hun kruis slaan. Ook is het verschil in het slaan van een kruis dat de orthodoxen daarbij hun duim, wijs- en middelvinger tegen elkaar aandrukken.
Een aantal kerken gebruikt de Juliaanse kalender.
De Rooms-katholieke Kerk en de protestantse kerken hebben een meer naar buiten gekeerd karakter dan de Orthodoxe Kerk, die het accent meer legt op mystiek, spiritualiteit en inkeer. Uit deze omstandigheid is de traditionele opvatting voortgekomen dat rooms-katholicisme en protestantisme "dynamischer" zouden zijn en de oosterse orthodoxie "statischer"