De feesten des Heeren

De Archiefkast van het Forum. Oude discussies zijn hier nog eens na te lezen.

Moderator: Moderafo's

ereunao

De feesten des Heeren

Berichtdoor ereunao » 26 feb 2015 14:02

Ik wil hier een begin maken met de typologische verklaring van de hoge feesten in Lev.23 ontleend aan C.H.Mackintosh:

De feesten van Israël
Israël is in heel zijn geschiedenis het spiegelbeeld van zijn Messias, het lijden van Israël is het lijden van de Messias. En op gelijke wijze zal Israël ook delen in de heerlijkheid van de Messias als Hij komt in heerlijkheid.
Wij vinden dit duidelijk afgebeeld in de profetische kalender van Lev. 23.
In deze zeven feesttijden wordt ons de hele raad Gods voorgesteld, van het begin tot de vernieuwing van alle dingen. Dit hoofdstuk geeft ons een volkomen inzicht in de wijze waarop God handelt met Israël gedurende de gehele periode van hun gedenkwaardige geschiedenis.

Beschouwen wij de feesten stuk voor stuk, dan vinden wij de sabbat, het pascha, het feest der ongezuurde broden, het feest der eerstelingen, het pinksterfeest, het feest des geklanks, de grote verzoendag en het Loofhuttenfeest. Dat zijn er samen acht.

Lev. 23: 4: ‘Dit nu zijn de feesten des Heren, welke gij als heilige feesten zult uitroepen, en op welke gij zult samenkomen.
5 Op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, is des Heren Pascha’.

Eigenlijk was dus Israëls eerste feest het pascha en het zevende het Loofhuttenfeest. Dat wil zeggen, wanneer wij ze als typen beshouwen: er is allereerst sprake van de verlossing, en het laatste van alles de heerlijkheid van het duizendjarig rijk. Het paaslam stelt de dood van Christus voor 1 Kor. 5:7: Daarom veegt het oude zuurdeeg weg, opdat gij een nieuw deeg moogt zijn, gelijk gij ongezuurd zijt. Want wij hebben ook een Paaslam voor ons geslacht, namelijk Christus.
En het loofhuttefeest de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door den mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw. Hand.3:21.

De feesten openden en besloten het Joodse jaar. De verzoening was de grondslag; de heerlijkheid het toppunt. Tussen deze twee wordt voorgesteld: de opstanding van Christus vs 10-14: 10 Spreek tot de kinderen Israëls en zeg tot hen: Wanneer gij in het land komen zult, hetwelk Ik u geven zal, en den oogst zult inzamelen, zo zult gij ene schoof van de eerstelingen van uwen oogst tot den priester brengen;
11 en hij zal die schoof voor den Heer bewegen, opdat het van u aangenaam zij; dat zal de priester doen des anderen daags na den sabbat.
12 En gij zult op dien dag, als uwe schoof bewogen wordt, den Heer een brandoffer brengen van een lam, dat zonder gebrek en éénjarig is;
13 benevens het spijsoffer van twee tienden meelbloem, met olie gemengd, tot een offer eens liefelijken reuks voor den Heer; alsmede het drankoffer van wijn, een vierde deel van een hin.
14 En gij zult geen nieuw brood, noch gezengde aren, noch koren te voren eten, tot op dien dag, dat gij uwen God het offer brengt. Dit zal ene eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen in al uwe woningen.

De bijeenvergadering van de Gemeente vs 15-21:’ Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn;
16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren.
17 Gijlieden zult uit uw woningen twee beweegbroden brengen, zij zullen van twee tienden meelbloem zijn, gedesemd zullen zij gebakken worden; het zijn de eerstelingen den HEERE.
18 Gij zult ook met het brood zeven volkomen eenjarige lammeren, en een var, het jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den HEERE een brandoffer zijn, met hun spijsoffer en hun drankofferen, een vuuroffer, tot een liefelijken reuk den HEERE.
19 Ook zult gij een geitenbok ten zondoffer, en twee eenjarige lammeren ten dankoffer bereiden.
20 Dan zal de priester dezelve met het brood der eerstelingen ten beweegoffer, voor het aangezicht des HEEREN, met de twee lammeren bewegen; zij zullen den HEERE een heilig ding zijn, voor den priester.
21 En gij zult op dienzelfden dag uitroepen, dat gij een heilige samenroeping zult hebben; geen dienstwerk zult gij doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw geslachten’.

Het ontwaken van Israël tot het bewustzijn van hun lang ontbeerde heerlijkheid. Vs 24-25:’ Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping.
25 Geen dienstwerk zult gij doen; maar gij zult den HEERE vuuroffer offeren’
Hun berouw en oprechte aanneming van de Messias vs 27-32: 27 ‘Doch op den tienden dezer zevende maand zal de verzoendag zijn, een heilige samenroeping zult gij hebben; dan zult gij uw zielen verootmoedigen, en zult den HEERE een vuuroffer offeren.
( wordt verv. ereunao

ereunao

Re: De feesten des Heeren

Berichtdoor ereunao » 27 feb 2015 15:38

1.Beginnen wij dus met het pascha: vs.5:’ Op den veertienden dag der eerste maand, tussen de twee avonden, is des Heren Pascha’.
Dit is de eerste van de zeven feesttijden- het offer van dat paaslam,waarvan het bloed Israël beschermde tegen het zwaard van de verderfengel in die ontzettende nacht toen de eerstgeborenen van Egypte stierven.
Dit is het erkende type van de dood van Christus. Bijzonder treffend en schoon is het dat er eerst gesproken wordt van de rust van God vs: 3 ‘ Zes dagen zal men het werk doen, maar op den zevenden dag is de sabbat der rust, een heilige samenroeping; geen werk zult gij doen; het is des HEEREN sabbat, in al uw woningen’.
en direct daarna van het bloed van het paaslam Dit wil zoveel zeggen als: ’Daar is de rust, hier uw recht op uw rust’. Daarom vind ik het Goddelijk schoon dat de chr.Gemeente, die na de dood van Christus geboren is, de week begint met de rustdag, ook al heeft dit een heidense achtergrond en is deze beslissing uit puur anti-Joodse sentimenten genomen. Ook het bedrog van Jakob verdient geen schoonheidsprijs, maar het was wel naar Gods raad dat hij en niet Ezau de zegen zou krijgen. De eeuwige Tora van de liefde rust in God Zelf en is als zodanig onveranderlijk, maar Christus staat in het middelpunt van al Gods gedachten. Daarom vereist de Tora telkens een andere toepassing die correspondeert met de stand van de heilsgeschiedenis.Joh.1:17: ‘Want de Wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden’.
De sabbat zal ongetwijfeld in het messiaanse rijk weer gevierd worden, maar dan zal Israël die in het licht van de vervulling door zijn Messias die vieren als een geschenk en niet onderhouden als een gebod.

Ongetwijfeld zal het werk ons bekwamen, maar het bloed alleen geeft ons het recht om die rust te genieten.

2.Het tweede feest is het feest der ongezuurde broden. Het volk is hier vergaderd rondom Jahweh, in die practische heiligheid , die berust op het gebrachte offer. En terwijl zij zo vergaderd zijn stijgt de liefelijke reuk van het altaar van Israël op tot de troon van Israëls God. Dit doet ons duidelijk zien de heiligheid die God in het leven van verlosten verwacht. Zij berust op het offer , en stijgt op in onmiddellijk verband met de liefelijke reuk van de persoon van Christus. ‘Generlei slaafse arbeid zult gij verrichten, gij zult de Heere een vuroffer brengen’.
Wat een tegenstelling! Het werk van mensenhanden en de liefelijke reuk van het offer van Christus! Al het werk stond volkomen stil in de hele vergadering, maar de liefelijke reuk van het brandoffer steeg op tot God. Dit is een beeld van het practische heilige in het leven van de gelovige. Hier wordt het wettische streven aan de ene, en de verkeerde vrijheid aan de andere zijde weerlegd. De wettische door de woorden ‘geen slaafse arbeid’ en wie de vrijheid wil misbruiken door de woorden ‘gij zult een vuuroffer de Heere brengen’.

3. Het derde feest is het feest der eerstelingen, een type van de opstastanding van Christus: 1 Kor.15;20: ‘Maar nu is Christus opgestaan uit de doden, en de eersteling geworden van degenen die ontslapen zijn’.
De schone instelling van de eerstelingsgarf aan te bieden beeldde de opstanding van Christus uit. Zijn opstanding was een opstanding uit de doden’waarin wij zowel het onderpand als het beeld van de opstanding zijnen vinden. Bij de komst van Christus zullen de zijnen, die in Jezus ontslapen zijn, ‘uit de doden’opgewekt worden. Openb. 20:5: ‘ Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding’.

Toen de Heere Jezus, dadelijk na zijn verheerlijking op de berg, over zijn opstanding uit de doden sprak, vroegen de discipelen onder elkaar wat dat was Mark. 9: 10: ‘En zij behielden dit woord bij zichzelven, vragende onder elkander, wat het was, uit de doden opstaan’.
Iedere rechtzinnige Jood geloofde in de leer van de opstanding ‘der doden’, maar wat de opstanding ‘uit de doden’ was konden de discipelen niet begrijpen. Ook sedert die tijd hebben vele gelovigen grote moeite gehad met dit diepzinnige raadsel.
Als we echter 1 Kor.15 en 1 Thess. 4:13-18 met elkaar vergelijken kunnen wij een schat van kennis van deze belangrijke en practische waarheid verkrijgen. Zie ook Rom. 8:11:’Indien nu de Geest van degene, die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door zijn Geest, die in u woont’.
Uit deze aanhalingen blijkt dat de opstanding van de Gemeente op dezelfde grondslag berust als de opstanding van Christus. Zowel het Hoofd als het lichaam worden opgewekt uit de doden. De eerste garf en al de volgende garven zijn met elkaar verbonden.
Wanneer wij dit onderwerp bij het licht van de Schrift zorgvuldig overdenken, wordt het ons duidelijk dat er een belangrijk verschil bestaat tussen de opstanding der rechtvaardigen en de opstanding van de onrechtvaardigen.Want Openb.20 bewijst dat er duizend jaar ligt tussen de twee opstandingen, zodat die opstandingen zowel in beginsel als in tijd verschillen. Nu zijn er mensen die tegen deze verklaring bezwaar maken omdat de Heiland zegt in Joh.5: 28 ‘Verwondert u niet daarover; want het uur komt, in welke allen, die in de graven zijn, zijn stem zullen horen’. Hoe kan er dan duizend jaar voorbijgaan tussen de twee opstandingen als ze beiden in een uur geschieden?
Het antwoord hierop is echter heel eenvoudig: In vers 25 zegt de Heiland: ‘Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Het uur komt en is nu reeds, dat de doden de stem van de Zoon van God zullen horen, en wie haar horen zullen, zullen leven’. Als de levendmaking van de geestelijk doden in een uur gebeurt dat inmiddels al twee duizend jaar duurt is er geen enkel bezwaar tegen om van een tijdvak van één duizend jaar op dezelfde manier te spreken. En als wij over een eerste opstanding spreken spreekt het dan niet vanzelf dat niet alle doden tegelijk worden opgewekt? Men veronderstelt weleens dat de eerste opstanding betrekking heeft op die van de ziel, maar waar is de tekst te vinden die zo`n veronderstelling bewijst?
ereunao

Julian Brasser
Mineur
Mineur
Berichten: 107
Lid geworden op: 05 aug 2014 18:57
Contacteer:

Re: De feesten des Heeren

Berichtdoor Julian Brasser » 01 mar 2015 13:04

Deze feesten vertellen Gods plan in verleden, heden en toekomst! Samen met een mede-eschatologist heb ik hier een site over gemaakt: vervullingvanfeesten.nl

ereunao

Re: De feesten des Heeren

Berichtdoor ereunao » 04 mar 2015 14:40

4. Het pinksterfeest

.vs 15-21:’ Daarna zult gij u tellen van den anderen dag na den sabbat, van den dag, dat gij de garf des beweegoffers zult gebracht hebben; het zullen zeven volkomen sabbatten zijn;
16 Tot den anderen dag, na den zevenden sabbat, zult gij vijftig dagen tellen, dan zult gij een nieuw spijsoffer den HEERE offeren.
Het pinksterfeest is een type van Gods volk, door de Heilige Geest vergadert en aan God voorgesteld in verband met al de dierbaarheid van Christus. In het pascha wordt ons de dood, en in de eerstelingsgarf de ostanding van Christus voorgesteld. En in het pinksterfeest het neerdalen van de Heilige Geest om de Gemeente te vormen. Dit alles is Goddelijk volmaakt. De dood en de opstanding van Christus moesten eerst plaats hebben, zou de Gemeente kunnen worden gebouwd. De garf werd geofferd en daarna werden de broden gebakken. Maar let wel, ‘gezuurd zullen zij gebakken worden’. Waarom gezuurd? Omdat zij een type moesten zijn van hen in wie de zonde woont, al zijn zij vervuld met de Heilige Geest. Daarom moesten zij zeven eenjarige schapen ten brandoffer en een geitbok ten zondoffer offeren. En dan valt het direct op dat er bij het offeren van de eerstelingsgarven geen sprake van een zondoffer is omdat de Eersteling zonder zonde was.

Tot zover het pinksterfeest. Hierna verstrijkt een lange tijd voor wij enige beweging onder het volk bespeuren.”

De 4 1e feesten hebben een (voorlopige ) vervulling bij de 1e komst van de Messias; de 3 laatste bij Zijn 2e komst.zie o.a. Luk.22:16; 13:35 Zach 12:10; Jes.27:13.

5. het feest der bazuinen: Het ontwaken van Israël tot het bewustzijn van hun lang ontbeerde heerlijkheid.
vs 24-25:’ Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: In de zevende maand, op den eersten der maand, zult gij een rust hebben, een gedachtenis des geklanks, een heilige samenroeping. Dit feest wijst ons naar de tijd die nu spoedig zal komen, waarin het overblijfsel van Israël de bazuinen zal doen schallen om te herinneren aan de lang vergeten heerlijkheid, en om aan te sporen de Heere te zoeken. staat in nauw verband met de andere grote plechtigheid, namelijk de grote verzoendag.



Wij moeten echter niet denken dat de geestelijke zegeningen waarmede de Gemeente van Christus in de hemelse gewesten gezegend is, Ef.1, worden bedoeld als er sprake is van de vreemdeling die op Israëls velden aren las. Deze zegeningen zijn voor het zaad van Abraham even nieuw als voor de volken. Zij bestaan niet uit de nalezingen van Kanaän, maar uit de hemelse heerlijkheid-de heerlijkheid van Christus. De Gemeente wordt niet alleen door Christus, maar met en in Christus gezegend. De bruid van Christus zal niet komen om als een vreemde de schoven op de rand van de velden en de overblijvende trossen uit de wijngaarden der Israëlieten bijeen te zamelen .Nee, zij deelt in hogere zegeningen, rijkere blijdschap en edeler waardigheden dan Israël ooit gekend heeft. Want zij zal niet als een vreemde op aarde aren lezen, maar haar eigen, rijke en gelukkige zegeningen in de hemel genieten. ereunao

ereunao

Re: De feesten des Heeren

Berichtdoor ereunao » 07 mar 2015 17:38

6. De grote verzoendag

Lev.23:26: En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:
27 ‘ Op den tienden dag van deze zevende maand is de Verzoendag. Die zal bij u heilig zijn en gij zult op dien dag samenkomen; alsdan zult gij uwe lichamen kastijden en den Heer een offer offeren.
28 En gij zult geen arbeid doen op dien dag; want het is de Verzoendag, waarop gij verzoend wordt voor den Heer, uwen God.
29 En wie zijn lichaam niet kastijdt op dien dag, zal uit zijn volk uitgeroeid worden.
30 En wie op dien dag enigen arbeid doet, dien zal Ik uit zijn volk verdelgen.
31 Daarom zult gij geen arbeid doen. Dit zal een eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen in al uwe woningen.
32 Het is uw grote sabbat, opdat gij uwe lichamen kastijdt. Op den negenden dag der maand, des avonds, zult gij dezen sabbat houden, van den avond af tot den anderen avond’.
Zo verlopen er dus na het feest des geklanks acht dagen, en daarns komt de verzoendag, waarmee in verband staan: verootmoediging, verzoening en rust van alle werk.Al deze dingen zullen weldra werkelijk beleefd worden door het overblijfsel van het volk van God: Jer.8:20: ‘De oogst is voorbij, de zomer is ten einde, en wij zijn niet verlost!’Dit zal het droevig klaaglied zijn van het overblijfsel van het volk, wanneer de Geest van God eindelijk hun hart en geweten zal beginnen te treffen: Zach.12:10-14: en zij zullen Mij aanzien, dien zij doorstoken hebben, en zullen rouw over hem bedrijven gelijk men rouw bedrijft over een enig kind, en zullen zich over hem bedroeven gelijk men zich bedroeft over een eerstgeborene.
11 In dien tijd zal er ene grote rouw zijn te Jeruzalem, gelijk de rouw van Hadad-Rimmon in het veld van Megiddon;
12 en het land zal rouw bedrijven, elk geslacht afzonderlijk: het geslacht van Davids huis afzonderlijk en hunne vrouwen afzonderlijk, het geslacht van Nathans huis afzonderlijk en hunne vrouwen afzonderlijk,
13 het geslacht van Levi afzonderlijk en hunne vrouwen afzonderlijk, het geslacht van Simeï afzonderlijk en hunne vrouwen afzonderlijk;
14 alzo alle overige geslachten, elk afzonderlijk en hunne vrouwen ook afzonderlijk
Wat een diepe smart, bittere droefheid en oprecht berouw zal er ontstaan wanneer het geweten van het overblijfsel, onder de machtige werking van de Heilige Geest, zich zijn vroegere zonden bewust wordt; het verbreken van de sabbat, het schenden van de wet, het stenigen van de profeten, het doorsteken van de Zoon van God, het tegenstaan van de Geest! Al deze dingen zullen gevoeld worden door een verlicht en ontwaakt geweten en ze zullen een diepe verootmoediging teweeg brengen. Maar het verzoeningsbloed zal in alles voorzien. ‘Te dien dage zal er een Fontein geopend zijn voor het huis Davids, en voor de inwoners van Jeruzalem, tegen de zonde en tegen de onreinigheid’.

Wat staat er dus te wachten als het eenmaal zo ver zal zijn dat Israël dit alles doorleefd zal hebben? De heerlijkheid. Als de blindheid weggenomen en het deksel weggedaan zal zijn, als het hart van het overblijfsel zich tot Jahweh gewend zal hebben zullen de heldere stralen van ‘de Zon der gerechtigheid’met genezende, versterkende en verlossende kracht een werkelijk boetvaardig, treurend en ellendig volk beschijnen. De beproeving, de ervatingen, de strijd en de moeilijkheden en de uiteindelijke zegeningen van het overblijfsel van het Joodse volk worden allle uitvoerig beschreven in de psalmen en de profeten. Maar men moet wel begrijpen dat er zo`n overblijfsel is wil men de psalmen en de profeten met vrucht onderzoeken. Wanneer wij van een gedeelte van Gods Woord het meeste nut willen hebben, moeten wij wij verstaan waarop dat gedeelte in de eerste plaats betrekking heeft. Want als wij op de Gemeente van Christus, het hemelse lichaam, die Schriftgedeelten toepassen die, strikt genomen betrekking hebben op het joodse overblijfsel of het aardse volk, vervallen wij tot grove dwaling, omtrent zowel het een als het ander. Want het gebeurt dikwijls dat men met het bestaan van het overblijfsel volstrekt onbekend is en dat men de ware positie en verwachting van de Gemeente ui het oog heeft verloren. Denk nu niet dat dit beschouwingen zijn die geen enkel praktisch nut hebben, die alleen die alleen de opmerkzaamheid van nieuwsgierigen trekken. Of heeft het voor ons geen praktische waarde te weten of wij tot de aarde of tot de hemel behoren? Is het voor ons niet van het uiterste belang te weten of wij zullen rusten in de woningen daarboven of dat wij het oordeel beschreven in de Openbaring zullen ondergaan? Wie zou zoiets onredelijks kunnen aannemen ereunao

ereunao

Re: De feesten des Heeren

Berichtdoor ereunao » 10 mar 2015 19:13

Het 7e en laatste feest is het loofhuttenfeest:

7.Het Loofhuttenfeest:
En de Heer sprak tot Mozes, zeggende:
Lev.23:34 Spreek tot de kinderen Israëls, zeggende: Op den vijftienden dag dezer zevende maand is het feest der Loofhutten voor den Heer, zeven dagen.
35 De eerste dag zal heilig zijn, op welken gij samenkomt; geen dienstwerk zult gij doen.
36 Zeven dagen zult gij aan den Heer offeren; de achtste dag zal ook heilig zijn, op welken gij samenkomt, en gij zult uw offer den Heer brengen, want het is de dag der vergadering; geen dienstwerk zult gij doen.
37 Dit zijn de feesten des Heren, welke gij voor heilig zult houden en op welke gij zult samenkomen, om aan den Heer te offeren brandoffer, spijsoffer, drankoffer, slachtoffer en andere offers, elk op zijnen dag;
38 behalve de sabbatten des Heren, en uwe gaven, en alle geloften en vrijwillige gaven, welke gij den Heer geven zult.
39 Maar op den vijftiende dag der zevende maand, als gij de opbrengst van het land hebt ingezameld, zult gij het feest des Heren houden zeven dagen lang; op den eersten dag is het sabbat, en op den achtsten dag is het ook sabbat.
40 En gij zult op den eersten dag nemen vruchtdragende takken van schone bomen, palmtakken en twijgen van dichte bomen, alsook beekwilgen; en zeven dagen zult gij vrolijk zijn voor den Heer, uwen God.
41 En alzo zult gij den Heer dat feest jaarlijks houden, zeven dagen. Dit zal ene eeuwige inzetting zijn voor uwe nakomelingen, om het in de zevende maand zo te vieren.
42 Zeven dagen zult gij in loofhutten wonen; wie een inboorling in Israël is, zal in loofhutten wonen,
43 opdat uwe nakomelingen weten, dat Ik de kinderen Israëls heb laten wonen in hutten, toen Ik hen uit Egypteland voerde, Ik, de Heer, uw God’.

Dit feest wijst op de tijd van Israëls heerlijkheid in de laatste dagen en vormt een passend en schoon besluit van de feestencyclus. De oogst was binnen, het werk gedaan en de voorraadschuren waren ruim voorzien en Jahweh wilde dat Zijn volk aan hun blijdschap uiting zou geven. Van de dagen van Jozua tot Nehemia werd het Loofhuttenfeest geen enkele maal gevierd Neh. ( 8:18 ). Welk een verkwikking moet het geweest zijn voor de teruggekeerde ballingen die hun harpen aan de wilgen van Babel gehangen hadden om zich nu weer in de schaduw van de wilgen van Kanaän te bevinden. Het Loofhuttenfeest is een type van de tijd wanneer de herstelde stammen van Israël zullen rusten in die loofhutten in het duizendjarig rijk. Jahweh, de God van Israël, zal dit voor hen tot stand brengen in het land dat Hij gezworen heeft voor eeuwig naan Abraham en zijn zaad te zullen geven. Zalig ogenblik wanneer zij die op de aarde zijn en zij die in de hemel zijn elkaar zullen ontmoeten zoals aangeduid wordt door de ‘eerste dag’en de ‘achtste dag’ van het loofhutten feest: (Hos.2:20,21) ‘In dien tijd, spreekt de Heer, zal Ik verhoren; Ik zal den hemel verhoren, en de hemel zal de aarde verhoren; en de aarde zal het koren, den most en de olie verhoren, en die zullen Jizreël verhoren’.

Er is een tekst in het laatste hoofdstuk van Zacharia, die heel duidelijk bewijst dat de ware viering van het Loofhuttenfeest tot de laatste dagen behoort: Zach.14: 16: ‘En het zal geschieden, dat al de overgeblevenen van alle heidenen, die tegen Jeruzalem zullen gekomen zijn, die zullen van jaar tot jaar optrekken om aan te bidden den Koning, den HEERE der heirscharen, en om te vieren het feest der loofhutten’.

Wat een schouwspel! En dat wil men geheel ten onrechte van zijn bijzondere schoonheid beroven door het te verklaren met behulp van z.g.n.’vergeestelijken’! Jeruzalem betekent Jeruzalem, volken betekenen volken, en het Loofhuttenfeest het Loofhuttenfeest. En het loofhuttenfeest zal nog eens in Kanaän worden gevierd, en de verloste volken zullen daarheen trekken om aan de heerlijke en heilige feestelijkheden deel te nemen. De lijdenstijd van Jeruzalem zal dan ten einde zijn, het krijgsrumoer zal verstommen. De zwaarden en speren zullen omgesmeed woerden tot vreedzame landbouwwerktuigen. De Israëlieten zullen rusten onder de schaduw van hun wijnstokken en vijgebomen, en de gehele aarde zal zich verblijden in de heerschappij van de ‘Vredevorst’.De onfeilbare bladzijden van de Schrift stellen dit in het vooruitzicht; de typen schaduwen het af , de profeten voorzeggen het, het geloof neemt het aan, en de hoop ziet er naar uit.

Bronvermelding: C.H.Mackintosh aant.op Leviticus

ereunao


Terug naar “Archief”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 60 gasten