Maja de Bij schreef:De Heidelberger gaat naar de zondagse eredienst om:
* Gods Woord te horen
* De Sacramenten te gebruiken
* God de Heere openlijk aan te roepen
* De arme Christelijke medemens handreiking te doen
Je doelt op Zondag 38, vraag en antwoord 103:
Vraag 103: Wat gebiedt God in het vierde gebod?
Antwoord: Ten eerste dat gezorgd wordt voor het in stand houden van de dienst des Woords en van de scholen(1), en dat ik vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw tot Gods gemeente zal komen(2) om Gods Woord te horen(3), de sacramenten te gebruiken(4), God de Here publiek aan te roepen(5) en de armen christelijke barmhartigheid te bewijzen(6).
Ten tweede dat ik al de dagen van mijn leven mijn slechte werken nalaat, de Here door zijn Geest in mij laat werken, en zo de eeuwige sabbat in dit leven begin(7).
1) 1Kor. 9:13, 14; 1Tim. 3:15; 2Tim. 2:2; 3:14, 15; Tit. 1:5.
2) Lev. 23:3; Ps. 40:10, 11; Ps. 122:1; Hand. 2:42, 46.
3) 1Kor. 14:1, 3; 1Tim. 4:13; Opb. 1:3.
4) Hand. 20:7; 1Kor. 11:23.
5) 1Kor. 14:16; 1Tim. 2:1-4.
6) Deut. 15:11; 1Kor. 16:1, 2; 1Tim. 5:16.
7) Heb. 4:9, 10.
Het horen van het Woord van God wordt in 1 Kor. 14:1 en 3 benoemd als profetie, heb ik net gezien.
1 Tim 4:13 is in de NBV als volgt vertaald:
In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht.Als ik die punten zo eens overzie, die Maja heeft opgesomd, dan zie ik er dit in:
1-3 gaat over de ontmoeting met God in de eredienst.
4 gaat over het omzien naar de medemens.
De medemens komt dus wel in beeld, maar dan niet in de vorm van 'elkaars mystieke verhalen aanhoren', maar meer in de vorm van: Gods geboden aangaande de naaste uitvoeren. Dus zoals de Torah ons dat leert. Gewoon lekker concreet en praktisch.
Klaas schreef:Da's mooi voor de heidelberger.
Kom op zeg, doe niet zo denigrerend!