Mortlach schreef:(...)
Voor sommigen is dat idee juist een bevrijding. Geen dreiging met de eeuwigheid; geen zorgen of je wel de juiste god aanbidt en zo ja, dat je die dan ook goed aanbidt; geen sociale druk vermomd als dogma; heerlijk!
Je reageert nu teveel vanuit de oppervlakte van een voor jou bekende religie en vergeet bij de terechte veroordeling van de negatieve kanten van die religie de denk-excercitie te maken omtrent de vraag waarom religiositeit al zo'n oud fenomeen is en nog immer springlevend blijkt te zijn. Er zijn ook veel verhalen die op het eerste gezicht niet lijken op de bekende religieuze voorbeelden, maar die ten diepste dezelfde functie vervullen.
Steeds is het een reactie op de bittere werkelijkheid. Of het nu de raadselachtige maar daarom niet minder bedreigende ontberingen van natuurvolken betreft of de huidige schokkende ontdekkingen met betrekking tot de positie en de toekomst van de aarde, met het leven en de mensen, in het heelal.
Kenmerk van de "religieuze" reactie is altijd dat er een nieuw, creatief, scheppend element wordt toegevoegd aan wat men weet en ziet. Dit gaat altijd gepaard met schoonheid, troost en vervoering. Daarom zijn religieuze overblijfselen altijd kunstschatten. Van totempalen tot kathedralen. Daarom zijn er tempels, gewaden, zang, versieringen en kunstvoorwerpen. Daarom is er ook wierook, extase en inwijding. Daarom is er proza en poëzie.
Om iets buiten de deur te houden dat ons constant bedreigt, dat constant loert. Wij zijn in gevaar. Daarom vertellen wij verhalen, hopen wij op beter, geloven wij het onmogelijke en klampen wij ons vol overgave vast aan het enige dat ons kan redden, onze verbeelding.
De kern van elke godsdienst is de mystiek. En de kern van de mystiek is het geheimenis. En het geheimenis zou wellicht mogen zijn dat de werkelijkheid die we in onze verbeelding scheppen op datzelfde moment een schepping blijkt te zijn die niet door ons wordt verricht. In ons roepen roepen wij iets op. Wij ontvangen het zoals een dichter een gedicht kan ontvangen. Waarvandaan?
Een Bijbelschrijver zegt tegen God: "
Gij geeft het uw beminden als in de slaap". Het is een droom.
Dichterbij komen we niet. De mysticus spreekt over dat moment (van het samenvallen van het goddelijke met het menselijke) als iets dat je zou kunnen beschrijven als een verblijf in een wolk van niet weten. Dat wil zeggen, in de grond van de zaak is het geen kennis, maar alleen maar een verlangen, een liefde.
Genoeg.
gravo