mohamed schreef:In Romeinen 3 heeft het woord 'niemand' betrekking op Israël naar het vlees en in Hebreeën 11 op Israël naar de geest.
Er staat in Romeinen 3: 10-12 niet 'geen enkele Israëliet'. Er staat 'niemand'.
In Hebreeën 11 komt het woord 'niemand' niet voor. Jakob wordt pas in vers 20 voor het eerst genoemd. Vóór Jakob was er nog geen sprake van Israël; die naam kreeg Jakob van God na zijn worsteling met Hem (Genesis 32:28). De geloofsgetuigen van Hebreeën 11: 1-19 zijn dus 'pre-Israël'.
Bij Romeinen 3: 11 staat een verwijzing naar Psalm 143:
2 Ga niet in het gericht met uw knecht, want niemand die leeft, is voor U rechtvaardig.
Bij Romeinen 3: 12 een verwijzing naar Psalm 14:
1 Voor de koorleider. Van David. De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet.
2 De Here ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er een verstandig is, een, die God zoekt.
3 Allen zijn zij afgeweken, tezamen ontaard; er is niemand die goed doet, zelfs niet een.
En bij dit laatste vers een verwijzing naar Prediker 7:
20 Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen.