sjaqi schreef:Ik denk dat je aan aantal zaken te zwart/wit neer zet.
Door te stellen dat kennis alleen maar te ontzenuwen is door het aandragen van nieuwe kennis die een betere verklaring bied, maak je een koppeling tussen kennis en verklaring die er niet automatisch is.
Metingen zijn absoluut (zolang deze op de juiste wijze zijn uitgevoerd), metingen kun je dus niet van wegkijken.
De interpretatie, verklaring, hypothese, theorie die vervolgens aan de metingen word verbonden is zeker niet absoluut. Hier gelden alleen kwalificaties als meest waarschijnlijke verklaring etc.
Naar mijn mening is het goed om bij alle verklaringen te bedenken dat we als mensen "kennen ten dele".
Je stelt dat er geen alternatief is voor de geldende wet. Ook dit is in strijd met de Bijbel, aangezien we Gode meer gehoorzaam moeten zijn dan de mens.
De wetenschappelijke kennis vind ik dat je ook te veel verabsoluteerd door te stellen dat er geen alternatief is.
Het bovennatuurlijke heeft geen plaats in de wetenschap. Toch weten we uit de Bijbel dat er diverse malen bovennatuurlijke zaken hebben afgespeeld op de aarde. Het sterkste voorbeeld is de opstanding van Jezus.
Sorry, maar de spelregels voor de wetenschap zijn dat je controleerbare waarnemingen nodig hebt als kennisbron. Dat wil niet zeggen dat er geen andere kennisbronnen zijn. Geloof is voor mij ook een kennisbron. Maar geloofskennis baseert zich niet op controleerbare waarnemingen. Uiteraard kennen wij ten dele. Maar dat staat de wetenschap toch niet in de weg? Wetenschappelijk onderzoek is moeizaam, taai, soms langdurig en soms zelfs tevergeefs. Kennis vergaren is moeilijker dan je denkt. Je moet steeds kritisch zijn op je waarnemingen. Die kritische blik en al die voorzorgsmaatregelen (anderen toetsen je methode, je data en je conclusies) zijn nu juist het sterke punt van de wetenschap. Niet over één nacht ijs gaan. Kortom, dat interpretatie, verklaring, hypothese en theorie niet absoluut zijn, zal elke wetenschapper beamen. Hij weet als geen ander dat nieuwe data, nieuwe ontdekkingen, nieuwe kennis kan leiden tot het opgeven van wat eerst als waarschijnlijk werd aangenomen. De beroemde paradigma-verschuivingen. Al die voorlopigheid hoort gewoon bij de wetenschap. Niets is absoluut, want morgen kan er een nieuw inzicht komen, gebaseerd op nieuw onderzoek en nieuwe data. Wetenschap vermeerdert altijd kennis. Het gaat maar één kant op: vooruit. Achteruit bestaat niet in de wetenschap. Leren is groeien. Eindeloos. Want de volgende generatie wetenschappers gaat door waar de vorige is gebleven. Het is vrij zinloos om daar als gelovige demonstratief tussenuit te willen stappen. Dat kan ook helemaal niet. Een belachelijk idee is dat.
En die methode, van het constant blijven waarnemen en die waarneming systematisch vastleggen, die methode is vreemd aan het geloof. Dat is een hele andere methode, die niets met de wetenschap te maken heeft, niet ondersteund wordt door de wetenschap en ook de wetenschap niet ondersteunt. Het geloof kan wel waarnemen, maar niet met een natuurlijk zintuig. Het is een zaak van het hart. Het geloof kan wel dingen op papier zetten, systematisch spreken over God (theologiseren), maar die vastleggingen zijn nooit gebaseerd op controleerbare waarnemingen. Het zijn en blijven geloofsbelijdenissen. Een credo, een "ik geloof". We hebben het hier over een geestelijke werkelijkheid, die met het natuurlijke oog niet kan worden gezien. We schrijven op wat we geloven. Zonder dat anderen dat kunnen controleren en zonder dat we er onomstotelijk bewijs bij kunnen leveren.
Ik zelf ben ook een gelovige, maar ik waak er zorgvuldig voor om ook maar de minste indruk te wekken dat de opstanding van Jezus Christus wetenschappelijk zou kunnen of moeten worden aangetoond. Ik geloof dat, maar ik heb daar geen controleerbare waarnemingen van.
Wie gelooft vertrouwt. Dat is de enige zekerheid die onder de geloofskennis ligt.
Ik snap heus wel dat gelovigen dolgraag een wetenschappelijk stempeltje op de inhoud van hun geloof gedrukt willen zien:
science approved this message. Maar dat is helaas een illusie. Geloofskennis is volstrekt onafhankelijk van "kennis der natuur". Beiden hebben hun plaats, maar de vermenging is een vergissing die met de moderniteit gegeven is. Met name gelovigen die onder de indruk zijn van de concrete bewijzen die de wetenschap kan leveren op tal van terreinen hebben de fout gemaakt om te denken dat God, eeuwigheid, opstanding, hemel, wonderen enzovoorts ook, op dezelfde wijze bewijsbaar moeten kunnen zijn. Helaas, dat kan niet. Wie God wil leren kennen, of de hemel wil zien, de zaligheid smaken, de eeuwigheid ervaren, zal het van geloof moeten hebben. De Bijbel is er duidelijk over: wie gelooft zal zalig worden. Geloof alleen.
Verder kom ik op voor de volstrekt eigen rol en waarde van de wetenschappelijke methode. Een betere methode om onze werkelijkheid door waarnemingen te leren kennen weet ik niet. En ja, in het gebouw van de wetenschappelijke kennis is ook veel data voorhanden die leiden tot de gedachte van een oerknal, het ontstaan van leven en van evolutie.
So what. Gaan we dat nu opeens ontkennen of wantrouwen? Moet die kennis nu opeens weg worden gedacht? Omdat het ons onwelgevallig is? Volstrekt oneerlijk en selectief. Daar zijn geen goede argumenten voor.
En nee, de wetenschap heeft geen enkele aanwijzing voor God, hemel of opstanding. Ook dat is mijns inziens volstrekt vanzelfsprekend. Niemand heeft ooit God gezien. Dus Die kom je niet tegen in wetenschappelijke data.
De
bottom line is: de wetenschap kan de zaken van het hart niet waarnemen.
Le coeur a ses raisons que la raison ne connaît pas (Blaise Pascal).
gravo