Er zijn mijns inziens wat misverstanden over het begrip 'dogma' in omloop. Vaak, en ook weer in dit topic, heeft het een negatieve connotatie. Dat begrijp ik best, omdat 'dogmatisch' in ons taalgebruik een term geworden is die slaat op een heel halsstarrige houding vanuit strikte onbuigzame leerstellingen. Wie dogmatisch is denkt en handelt vanuit een granieten eigen gelijk, dus dan zal het bijbehorende 'dogma' ook wel niks zijn.
Maar we moeten het begrip 'dogma' niet betrekken op kleine, lokale, soms persoonsgebonden opvattingen die met grote zekerheid en harde onbuigzaamheid te berde worden gebracht. Wat dat betreft kunnen we terecht bij onze eigen protestantse traditie, waar ontelbare kerkscheuringen het eigen gelijk op veel plaatsen heel klein en lokaal hebben gemaakt. Als reactie op de opmerking over de verschillen in theologie tussen bijvoorbeeld de CGK en de GKV : dit kunnen weliswaar zwaar bevochten verschillen zijn en de heethoofden kunnen menen dat zij pal staan voor essentiële dogma's van de kerk, maar daar vergissen ze zich toch in. Het gaat hier helemaal niet om dogmatiek.
Je zou misschien nog kunnen spreken van verschillende theologieën (al gaat dat mij al te ver), maar hier worden zeker geen dogma's ter sprake gebracht. Het zijn eigenlijk gewoon verschillen van mening. Meer niet. Dat je daar een eigen kerk voor opricht is natuurlijk te wijten aan het moderne karakter van het protestantisme. We zijn zelf verantwoordelijk, dus als wij iets niet mee kunnen maken (lees: als we er wat anders over denken) dan zijn we gelijk weg. We beginnen lekker voor onszelf of we lopen die éne voorganger achterna die wél weet hoe het nu echt zit. We hebben immers het volste gelijk? Nou dan!
Hartstikke stoer allemaal. Maar hoe star en lomp dit ook uitwerkt (hete hoofden, koude harten) de reden om te scheuren is bijna altijd heel banaal. Zelden is een dogma van de kerk in het geding. Sterker nog, de groepen die elkaar het hardst bestrijden, lijken vaak heel veel op elkaar. Het verwijt 'dogmatisch' te zijn mag dan klinken in al dat geruzie, maar men bedoelt dan gewoon dat men stijfkoppig is. Omdat men zo dicht bij elkaar staat deelt men ook gewoon de belangrijkste dogma's van het christelijk geloof. Dogmatisch is men eigenlijk gelijk. Men verschilt alleen in detail van elkaar. En: the devil is in the detail. Vind ik zelf niet zo interessant.
Dogma's houden direct verband met de christelijke belijdenissen. Het gaat dan om teksten die het wezen en de kern uitmaken van het christelijk geloof. Dat er een God is. Dat de Bijbel een openbaring van God is. Dat Jezus de Zoon van God is. Dat Hij is opgestaan. Dat Hij zal wederkomen. Enzovoort.
En het gaat ook om afgeleide zaken. Zaken die niet rechtstreeks uit de apostolische bron komen, maar die later zijn vastgesteld op concilies waarin de christenheid van dat moment langdurig nadenkt en formuleert hoe we nu het beste de geheimenissen van het geloof kunnen verwoorden. Zo komt men tot de twee-naturenleer, zo komt men tot de drie-eenheid. Alles wordt uiteindelijk vastgelegd in bijzonder belangrijke belijdenissen.
Waarom belangrijk? Omdat daarin met één stem gesproken wordt door de gehele christenheid. Het wordt wel eens vergeten in deze tijd, waarin iedereen afgaat op zijn eigen persoonlijke voorkeur en de eigen opvatting verabsoluteert (o, wat voelen we ons autonoom, soeverein en zelfstandig), maar de bestaansreden van het christendom is gelegen in haar eenduidige spreken. Een verdeeld huis kan niet bestaan. Zonder die belijdenis, die zijn waarde al eeuwen bewijst, zou het christendom en haar geloof al lang zijn versnipperd en ten onder zijn gegaan. Eenheid is belangrijk.
De woorden die daarbij horen moeten zeer ver reiken. Ze moeten een reikwijdte hebben die nut en betekenis houdt in alle tijden en op alle plaatsen. Dogma's ondersteunen de belijdenissen en zorgen voor de onbewegelijkheid van de belijdenis. Dat klinkt star, maar je kunt ook zeggen: de onwankelbaarheid van de belijdenis, de onverbrekelijkheid ervan, het ongetwijfelde van het geloof.
Dogmatisch overtredingen moeten niet zozeer op een persoon worden verhaald, maar ze moeten worden beoordeeld op het aantasten van de kern en het wezen van het christelijke geloof. Het gaat om de vraag hoezeer dergelijke overtredingen tot een verzwakking van het geloof en daarmee tot een verzwakking van de christelijke gemeente, haar spreken en handelen leiden.
Neem nu iemand die zegt "Jezus is wel mens, maar geen God". Dan haal je dus een pilaar uit het fundament van het eeuwenoude christelijke geloof. Op het eerst gezicht lijkt het een vondst, een persoonlijke nieuwe kijk. Verfrissend en anders. Wat mij betreft heb je die vrijheid ook. Ik zal, in tegenstelling tot vroeger, echt geen brandstapel oprichten voor mensen die het dogma ontkennen, maar dat verandert niets aan het feit dat zo'n uitspraak het wezen van het christelijk geloof aantast.
Steeds zal blijken dat al die nieuwe vondsten in feite oude ketterijen zijn die men vroeger al heeft onderkend. Een dogma kan niet zomaar worden verworpen of ontkend als je het christelijk geloof tegelijkertijd serieus wil blijven nemen.
Dogma's zijn dus de sleutel-uitspraken van het christelijk geloof zonder welke ons geloof niet meer christelijk zou zijn.
Vergelijk dat nou eens met lokale "dogma's" waarmee kerken of kerkgangers elkaar om de oren slaan. Die lokale opvattingen waar zo voor gestreden wordt, je vindt het in alle denominaties, ze zijn toch eigenlijk de moeite niet waard?
Een goede waardering van de christelijke dogma's zal dus ook leiden tot een relativering van heetgebakerde eenlingen die met een eigen, persoonlijke theologie, vondst, visie of openbaring komen. In het licht van de grote, bepalende uitspraken die het christendom hebben gevormd, hebben onderhouden en hebben gered in moeilijke tijden en die nog steeds het hart vormen van de christelijke belijdenis wereldwijd, stellen individuele, te vuur en te zwaard verdedigde geloofsopvattingen niet zoveel voor. Too little, too late. Vaak koudvuur.
Dat brengt me bij een klein misverstand dat kennelijk ook over mij de ronde gaat, als zou ik de dogma's zoals die mij geleerd zijn hebben verworpen. Dat zij verre.
Welnee, ik hecht meer waarde dan ooit aan de bron-belijdenissen van het christelijk geloof. Hoe meer Einzelgängers ik op theologisch gebied zie, met zeer particuliere voorkeuren en ideeën, hoe meer ik ze ervaar als slechts onmachtige en voor het doel veel te zwakke pogingen om de grote christelijke geheimenissen te verwoorden. Zeker wanneer het hele eenzijdige, one-issue opvattingen betreft ben ik sceptisch.
Eigenlijk heb ik altijd, ook op Refoweb, gepost vanuit het behoud van de klassieke christelijke belijdenis.
Dat ik sterke kritiek heb juist op de extreme uitlopers van het protestantisme op gereformeerd erf, maar ook op evangelisch terrein, heeft daar alles mee te maken. De idee dat je als unieke zeldzame groep of als enige door God uitverkoren persoon de waarheid in pacht zou hebben, is in het licht van de dogma’s van het algemeen ongetwijfeld christelijke geloof volstrekt illusoir. Alsof je die wolk van getuigen niet nodig hebt.
Om de theologische actualiteit nog even mee te nemen. De theologie heeft een lange tijd achter de rug, waarin de klassieke belijdenis is aangevallen vanuit verschillende kanten. Uiteraard van de kant van de Verlichting, maar ook vanuit een volstrekt doorgevoerde vrijzinnigheid die zich met name heeft gericht op het leeg eten van die klassieke belijdenissen. Ook de afkeer van kerk, theologie en dogma in “vrije kringen” kan als een aanval worden gezien. De gehele christenheid heeft er altijd helemaal naast gezeten, krijg je wel eens de indruk bij bepaalde sentimenten in die richting. Dat bevordert de eenheid ook niet.
Er is echter een kentering. Steeds duidelijker wordt, juist in tijden dat het christendom in waardering, aantal en relevantie achteruit gaat (met name in het Westen), dat er een geloofshouvast nodig is waarmee het wezen van ons geloof wordt verwoord en beschermd.
Daarvoor leent zich de geloofsbelijdenis met de klassieke dogma’s bij uitstek.
Er is wat mij betreft wel een maar aan verbonden. En dat gaat precies over die crisis die het christelijk geloof heeft ondergaan. We kunnen niet meer terug naar de tijd van vóór die crisis. Als we de klassieke geloofsbelijdenis willen hanteren, dan zullen wij die meer dan ooit moeten gebruiken als een schat waarin ons geloofsgoed ligt verborgen. Het moet echt een geloofsbelijdenis worden.
Het belangrijkste element dat we dan moeten aanvaarden is dat we niet langer kunnen begrijpen wat we geloven. Want de grote, succesvolle aanval op ons geloof is gelegen in het verwijt dat het een onbegrijpelijk geloof is. Het moderne denken rekent met het geloof af, omdat het niet-realistisch is, onbewijsbaar, niet te begrijpen. Het oordeel is: “niet te verifiëren, dus zonder betekenis”. En daar heeft men een sterk punt. Ouderen zullen het misschien shockerend vinden, maar jonge mensen zullen dit oordeel kunnen begrijpen. Zij weten beter dan wie ook hoe de wereld nu in elkaar zit. Zij zijn onderdeel van wat genoemd wordt: reality. Anders dan welke generatie ooit heeft deze generatie vrije toegang tot informatie en is men geschoold om van elk onderwerp de waarde en feitelijkheid vast te stellen. Onvermijdelijk lopen zij aan tegen het gegeven dat er van de geestelijke werkelijkheid geen data beschikbaar zijn.
Wij moeten van deze zwakte onze kracht maken. En zeggen: inderdaad, wij begrijpen ook niet wat we geloven. Wij kunnen “opstanding uit de dood” ook niet uitleggen. Wij kunnen een “hemel” ook niet bewijzen. Datzelfde geldt voor het bestaan van God en voor alle geestelijke zaken. Er is inderdaad iets ongrijpbaars, iets onbegrijpelijks aan ons geloof. Wij leven van de Geest. Die waait waarheen hij wil.
Ik geloof het, maar vraag me niet om God uit te leggen. Vraag me niet om Hem te snappen of om Hem te begrijpen.
Het begrijpen is mij te wonderbaar, te verheven, ik kan er niet bij.
Zo moeten wij met onze belijdenis omgaan. Zalig die niet gezien en nochtans geloofd heeft!
Zo moeten we met onze dogma’s omgaan. Ze zijn onbegrijpelijk. Jezus: God én mens? Hoe kan dat? We weten het echt niet. Maar we geloven het.
De dogma's dragen de geheimenissen van het christelijk geloof in zich. Mysterium fidei.
En dat geloof is een bewijs van de dingen die we niet zien.
Daarom moeten de dogma’s ons houvast worden, omdat we daarmee niet alleen de kern van het christelijk geloof omarmen en bewaren, maar ons daarmee ook scharen in de eeuwenlange stroom van christenen die omwille van deze woorden kon volharden in het geloof.
Dogma’s, we zullen ze nog hard nodig krijgen.
gravo