Berichtdoor Marnix » 11 jan 2018 20:42
De sleuteltekst is volgens mij vers 8. In het begin wordt eerst geschetst dat er tweedeling in de gemeente is tussen arm en rijk. U behandelt arme mensen met minachting. U handelt onjuist.
Vervolgens vertelt hij hoe het wel moet in vers 8: Als u het koninklijke gebod "Heb uw naaste lief als uzelf" volbrengt, dan handel je juist. Doe je dat niet, zegt Paulus, dan overtreedt je de wet en veroordeelt de wet je. Zorg dus dat je niet alleen gelooft maar je er ook naar gedraagt. Heb je naaste lief als jezelf. Zo moet je handelen. Dat is de wet die vrijheid brengt. Die richt je op God en op elkaar, in plaats van op jezelf, je eigen visie op dingen, je eigen bedenksels, op uiterlijkheden. Zie ook Jakobus 1 vanaf vers 25, daar noemt Jakobus ook de "wet der vrijheid" en dat dat inhoudt dat je niet alleen gelooft maar ook doet. Dat is het kernpunt van de eerste twee hoofdtukken van deze brief: Geloof zonder werken is dood. Als je gelooft uit dat zich in hoe je je tegenover je naaste opstelt en gedraagt. Overigens gebruikt bijvoorbeeld de King James bij "geoordeeld" het woord "judged". Geoordeeld kan wat zwaar klinken misschien, je zou ook "beoordeeld" kunnen zeggen, maar op zich is "geoordeeld" ook een goede keuze, zolang we onthouden dat "geoordeeld" of "beoordeeld" twee kanten heeft. Je kan worden veroordeeld of vrijgesproken. De wet die vrijheid brengt zegt dat God van je houdt en jij daarom ook van je naaste moet houden. De wet van de vrijheid spreekt je vrij. Gedraag je daar dus naar.
Dat geeft vrijheid, maar ook verantwoordelijkheid. Hoe gaan wij om met de armen in de wereld, bij ons in de buurt, in de stad of het dorp waar we wonen? Lopen we ze voorbij, negeren we het? Of staan we voor ze klaar?
“God cannot give us a happiness and peace apart from Himself, because it is not there. There is no such thing.”
― C.S. Lewis”