benefietdiner schreef:Ik vind dit artikel wel een goede toepassing hebben op dit topic.
Mag je God je Vriend noemen ?
In ieder geval met een hoofdletter.
benefietdiner schreef:Dat vroeg Dr. C.A. van der Sluijs zich af in het RD van 10 november 2017.
NEE was zijn antwoord want dat is coccejeaans oftewel PKN conventioneel. Wie over vriendschap spreekt, verliest de reformatorische nadruk op de eer van God (oftewel PKN gereformeerde bond).
Ik ben benieuwd naar zijn volledige argumentatie, want hij zal vast niet alleen gezegd hebben dat het coccejaans is. Wat is dat trouwens?
Bij NEE: Dan moeten we psalm 103:5 berijmd ook eens herzien.
Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden,
Noch eeuwiglijk Zijn gramschap ons doen lijden.
Hij is het, die ons Zijne vriendschap biedt.
Hij handelt nooit met ons naar onze zonden;
Hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden,
Hij straft ons, maar naar onze zonden niet.
benefietdiner schreef:JA was het antwoord van dr. G.A van den Brink (HHK) in het RD van 23 december 2017 . Wie geloofd wordt een vriend van God. Christus Zelf heeft de liefde tussen de gelovigen en hun Zaligmaker een wederzijdse vriendschap aangeduid. Joh. 15:13-15 Luk. 12:4 Hoogl. 1:9, 15 Matth. 11:19 Joh. 3:39.
Wat vinden jullie en wat vind ook de topicstarter ereunao hier van?
Het is vandaag zondag dus kan ik niet naar de bron verwijzen in het RD.
G.A. van den Brink geeft aan dat geloof een voorwaarde is om God Vriend te mogen noemen.
Joh. 15:
13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden.
14 Gij zijt Mijn vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.
15 Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat zijn heer doet; maar Ik heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, dat heb Ik u bekend gemaakt.
Jezus noemt hier als voorwaarde voor vriendschap, dat je doet wat Hij gebiedt.
Maar een gelovige heeft eerst geleerd dat hij een vijand van God is. Vijanden en goddelozen worden met God verzoend.
Hij biedt ons uit genade Zijn vriendschap aan.
Daarom mogen Gods kinderen gelovig zingen:
‘Welk een Vriend is onze Jezus,
Die in onze plaats wil staan.
Welk een voorrecht dat ik door Hem
altijd vrij tot God mag gaan.
Dikwijls derven wij veel vrede,
dikwijls drukt ons zonde neer,
juist omdat wij ’t al niet brengen
in ’t gebed voor onze Heer.
Leidt de weg soms door verzoeking,
dat ons hart in ’t strijduur beeft.
Gaan wij dan met al ons strijden
tot Hem, Die verlossing geeft.
Kan een vriend ooit trouwer wezen,
dan Hij Die ons lijden draagt?
Jezus biedt ons aan genezing,
Hij alleen is ’t Die ons schraagt.
Zijn wij zwak, belast, beladen
en terneer gedrukt door zorg?
Dierb’re Heiland, onze Toevlucht,
Gij zijt onze Hulp en Borg.
Als soms vrienden ons verlaten,
gaan wij biddend tot de Heer.
In Zijn armen zijn wij veilig,
Hij verlaat ons nimmermeer.’
Het levenslied van een beproefde gelovige
De dichter van het lied is de Ierse Canadees Joseph Scriven (1819-1886).
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.