naamloos schreef:1. jij zegt: Paulus heeft op het gebied van man/vrouw niets "rechtgetrokken". En dat deed ie nou juist wél!
Nu komen we op een welles-nietes spelletje en daar schieten we niet zoveel mee op.
In 1 Tim. 2:12 wil Paulus niet dat de vrouw als gezaghebbende leert in de gemeente en in 1 Tim. 3 vervolgt hij in 1 adem met te zeggen dat opzieners en diakenen man van 1 vrouw moeten zijn.
1 Tim. 3:11 kan dus alleen uitgelegd worden door te concluderen dat het om de vrouwen van die opzieners en diakenen gaat. Je kunt er verder van alles bijhalen, maar dit is zo rechttoe-rechtaan dat ik niet begrijp waarom dit in twijfel getrokken wordt.
naamloos schreef:2. Er staat nergens dat het regeerambt niet aan de vrouw toekomt.
Er staat eenvoudigweg dat de specifieke ambten door mannen ingevuld worden.
naamloos schreef:3. Groet Andronikus en ?Junia, mijn volksgenoten die met mij in de ?gevangenis? hebben gezeten, die als ?apostelen? veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met ?Christus? zijn geworden.
Een apostel is naar zijn letterlijke betekenis een gezondene. Elke christen die het woord verspreidt in de wereld is een gezondene, d.w.z. apostel. Zie het onderscheid dat ik in mijn vorige post maak: je hebt het ambt van apostel (12 mannen) in de Bijbel en je hebt in bredere zin het apostelschap van alle gelovigen, waaronder uiteraard ook vrouwen.
naamloos schreef:4. Profeteren is namens God spreken, en zowel mannen als vrouwen profeteren in de gemeente. (volgens Paulus én op andere plaatsen in de Bijbel)
Ook hier geldt hetzelfde onderscheid. Volgens de heidelbergse catechismus is elke christen ook een profeet (vr. & antw. 32, die dat weer baseert op de Bijbel), maar dat wil nog niet zeggen dat iedere christen een bijzonder ambt bekleedt.
naamloos schreef:1. Het is geen opdracht dat de man zal heersen over de vrouw, maar een vloek.
En je wilt toch hoop ik niet beweren dat het je plicht is om je toe te wijden de vloek in stand te houden en zo groot mogelijk te maken?
Gen. 3:16 is alleen een vloek voorzover de man op een zondige manier heerst over de vrouw. God stelt in Gen. 3:16 niet een zondige praktijk in, maar brengt een bepaalde orde in de schepping! In het NT zie je juist een positieve waardering van het feit dat de man gezag mag hebben en de vrouw zich daardoor beschermd en geleid mag weten (bijv. de oproep aan de mannen om hun vrouw met liefde en zorg te omringen en aan de vrouwen om hun mannen onderdanig te zijn).
Dat kun je onmogelijk een vloek noemen, maar Gods goede zorg in o.a. huwelijk en gemeente.
naamloos schreef:Ga je ook dorens en distels zaaien? Nee die bestrijden we, en zo behoren we de mannelijke overheersing ook te bestrijden. Met wortel en tak!
Leve de feministische theologie, maar niet heus. Wie op deze manier bezig gaat, richt meer ellende aan dan men wil bestrijden. Gelijkheidsdrammerij is het.
naamloos schreef:2. De Bijbel leert dat we aan elkaar onderdanig moeten zijn.
Jazeker, maar dan wel met inachtneming van de orde die God heeft aangebracht. Onderdanig zijn en onderdanig zijn is twee.
De site waarnaar je verwijst gaat uit van "het domineren van de vrouw door de man". Dat is niet aan de orde en is een stroman. Het gaat niet om dominantie of superioriteit, maar om de plaats die God man en vrouw toebedeelt. Dat vloeit ook voort uit de hoofd/lichaam metafoor die Paulus gebruikt. Dat heeft ook te maken met plaats en orde.
naamloos schreef:Maar afgezien daarvan, ik zou liever nooit geboren zijn dan als een klein kind onder de man te staan. En gaan trouwen zou ik dan never nooit niet doen!
Hier komt dus de aap uit de mouw: het gaat je om een machtspositie en die moet precies gelijk zijn aan die van de man, anders voel je je bedreigd. Laat het daar nu (gelukkig!) niet om gaan in de Bijbel. Het gaat niet om macht, dominantie en superioriteit enerzijds en gedwongen onderwerping en minderwaardigheid anderzijds.
Als het in de Bijbel gaat om het onderdanig zijn van de vrouw bijvoorbeeld, dan is dat niet een afgedwongen onderdanigheid, maar een vrijwillige, uit liefde. Hetzelfde geldt voor het gezag hebben door de man: ook hierbij is het nooit de bedoeling dat hij hier naar hartelust zijn dominantie over zijn vrouw/vrouwen mag botvieren.
Dat is in de Bijbel helemaal niet de bedoeling. Als we dus hierover gaan discussieren en de Bijbel ter sprake brengen en de insteek is "macht" en "dominantie" en "de baas spelen" en "als een klein kind onder de man staan" enzovoorts, dan zitten we op dood spoor.
Nee, dat is dan ook helemaal niet mijn insteek in deze discussie. Het gaat me erom wat God in de Bijbel hierover zegt. Het gaat me er dus niet om om de man in de kerk de baas te laten spelen of iets dergelijks, maar wel om eerlijk te zijn over wat de Bijbel voor de afzonderlijke plaats van man en vrouw betekent. En dat de plaats die zowel man als vrouw inneemt, hierbij een vrijwillige schikking is in wat God van hen vraagt.
Aangezien we toch op het spoor van (vermeende) dominantie en superioriteit zitten en dat niet mijn bedoeling is, laat ik mijn reactie hier maar verder bij.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)