Ik heb een boekje in de kast staan, ooit eens gekregen. Korte lessen over kort begrip van schrijver G.H.Kersten.
Daar lees ik op pag.122: 'Eenmaal zal de Heere degenen, die door het geloof gerechtvaardigd zijn, rechtvaardig stellen op de wolken, als Hij komt om te oordelen de levenden en de doden, en zij zullen ingaan in het eeuwige leven.
De rechtvaardigmaking is alzo:
A. vóór het geloof, te weten
1. van eeuwigheid, en
2.in de opstanding van Christus;
B. dóór het geloof,
1. in de staatsverwisseling der levendmaking/wedergeboorte
2. in de vierschaar der concientie;
C. op de wolken des hemels'. Einde citaat.
Als ik nu naar punt A kijk, dan lees ik over een rechtvaardigmaking vóór het geloof van eeuwigheid en een rechtvaardigmaking in de opstanding van Christus.
Als ik Rom. 5 lees, lees ik:
1 Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
(...)
6 Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.
7 Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven.
8 Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Daar lees ik dus van een rechtvaardigmaking in de tijd door het geloof, Hij is te Zijner tijd voor de goddeloze gestorven.
Nergens lees ik iets over een rechtvaardigmaking vóór het geloof van eeuwigheid.